Nr. 19842 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 29 december 1983, (bijlage nr. 7); gelet op het bepaalde in artikel 55 ter, eerste lid, van de Lager-onderwi1 wet 1920; gelet op zijn besluit van 12 september 1983nr. 12599; BESLUIT 1. zijn besluit van 12 september 1983, nr. 12599 in te trekken; 2. de bedragen van de werkelijke uitgaven over de jaren 1980 en 1981 vast te stellen als volgt: bedrag van de werkelijke uitgaven over 1980 1.998.673,96 begroot bedrag over dat jaar 1.998.889,88 minder uitgegeven 215,92 bedrag van de werkelijke uitgaven over 1981 2.253.589,04 begroot bedrag over dat jaar 2.199.251,25 meer uitgegeven 54.337,79 Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Vaststellen van het exploitatiekostenbedrag, als bedoeld in artikel 187, 1e lid van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967 over het jaar 1982 en in artikel 187, 2e lid van dat Besluit over de jaren 1978 tot en met 1982. Bijlage no. 8 Leeuwarden, 29 december 1983 Aan de Gemeenteraad. Ingevolge artikel 187eerste lid van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967 stelt de raad van een gemeente, die één of meer openbare scholen in stand houdt, jaarlijks vóór 1 december voor die scholen, gesplitst naar de in dit besluit onderscheiden soorten, voorlopig vast: a. het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaande kalenderjaar ten behoeve van die scholen werkelijk heeft uitgegeven; b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 186 per leerling bepaalde bedrag in verband met het aantal leerlingen van die scholen voor dat kalenderjaar daarvoor beschikbaar was gesteld; c. indien het onder a bedoelde bedrag verschilt van dat onder b, het bedrag van het verschil. Deze vaststelling is van belang voor het bijzonder buitengewoon onderwijs; de vast te stellen bedragen vormen de basis voor het bepalen van de aan de schoolbesturen uit de gemeentekas toekomende exploitatievergoeding. Thans kan deze vaststelling over het jaar 1982 plaats hebben. Aan de hand van de cijfers van de gemeenterekening over 1982 zijn overzichten gemaakt van de werke lijke kosten van elke afdeling c.q. school voor buitengewoon onderwijs. Deze overzichten liggen voor U ter inzage. De daarin vermelde beschikbaar gestelde bedragen zijn indertijd vastgesteld bij raadsbesluit no. 1605 van 22 februari 1982 en thans berekend aan de hand van de gemiddelde aantallen leerlingen in het betreffende jaar. Om de vijf jaren stelt de gemeenteraad, ingevolge artikel 187, tweede lid, eveneens vast: 1. het totaal van de bedragen, bedoeld onder a van het vorige lid, over de voorafgaande vijf jaren; 2. het totaal van de bedragen, bedoeld onder b van het vorige lid, over het zelfde tijdvak; 3. indien het onder 1 bedoelde bedrag dat, bedoeld onder 2 overschrijdt, het bedrag per leerling der overschrijding. Het onder 3 bedoelde bedrag per leerling der overschrijding wordt bepaald door het verschil tussen het bedrag onder 1 en dat onder 2 te delen door het gemiddeld aantal leerlingen, dat in dat vijfjarig tijdvak de scholen van de des betreffende soort per jaar heeft bezocht. Aangezien U de beschikbaar gestelde bedragen en de werkelijke uitgaven voor het laatst over de periode 1973 tot en met 1977 hebt vastgesteld, dient U dit thans te doen over het tijdvak 1978 tot en met 1982. Indien bij het openbaar buitengewoon onderwijs een overschrijding van de beschikbaar gestelde bedragen heeft plaats gehad, dient het bedrag daarvan even eens te worden vastgesteld. De besturen van de overeenkomstige bijzondere scho len hebben alsnog recht op een uitkering tot het bedrag der overschrijding. Ingevolge artikel 191» vijfde lid, van genoemd Besluit ontvangen zij hierop een voorschot, belopende het produkt van het voorlopig vastgesteld bedrag per

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 10