overeenkomstig P"axscnermen va.n hun grond. De beslissing van Burgemeester
en Wethouders, dat artikel 50, lid 2, van de Woningwet (aanhoudingsplicht) I
moest worden toegepast, is niet juist, omdat in het onderhavige geval
de bouwvergunning niet zonder meer had moeten worden verleend bij het
ontbreken van het geldende voorbereidinrsbesluit.
- 4 -
De bouwaanvrage had op grond van het gestelde in artikel 302, lid 1, van
de Bouwverordening meteen geweigerd kunnen worden. Van de door Burgemeester
en Wethouders in het verweerschrift aangehaalde uitzonderingsmogelijkheid
als bedoeld in artikel 302, derde lid, onder a, van de Bouwverordening
is hier geen sprake. Van de vrijstellingsmogelijkheid van artikel 30?,
lid 6, van de Bouwverordening dient volgens de commissie geen gebruik te
worden gemaakt, omdat de belangen van de gemeente bij het voorkomen van
ontwikkelingen, die de in het kader van de stadsvernieuwing gemaakte
plannen (uitmondend in een nieuw bestemmingspla.n) zouden kunnen frustreren,!
dienen te prevaleren boven de pa.rticuliere .belangen van de omwonenden bij he
vhun wens emu
Op grond van het vorenstaande adviseert de commissie de Raad het beroep
schrift ongegrond te verklaren, de beslissing van Burgemeester en Wethouders
d.d. 27 september 1233 ambtshalve te vernietigen en een nieuw besluit
te nemen, i.e. tot weigering van de gevraagde bouwvergunning, een en
ander conform bijgevoegd ontwerp-besluit.
De Raadsadviescommissie voor de heroen-
DE RAAD VAN DE GE'TEENTE LEEUWARDEN;
gelezen de brief van de heer ar. J.G. Geelkerken te Leiden namens de
heer J.W. van den Berg c.s. te Leeuwarden d.d. 7 november 1233» waarbij in
gevolge de Woningwet beroep is ingesteld tegen het beslu.it van Burgemeester
en Wethouders d.d. 27 september 1983, nr. B 300/83 (verzonden 14 oktober
1933) tot het aanhouden van de bouwaanvrage voor het plaatsen van een stalen
hekwerk achter de percelen Veestraat 27 t/m 37 te Leeuwarden, totdat om
trent de goedkeuring van het bestemmingsplan Cambuursterpad onherroepelijk
is beslist;
overwegende, dat ingevolge de Procedureverordening Raadsadviescommissie
voor de beroep- en bezwaarschriften het beroepschrift om advies in handen is
gesteld van de Raadsadviescommissie voor de beroer- en bezwaarschriften;
dat de Commissie adviseert het beroepschrift ongegrond te verklaren,
de bestreden beslissing te vernietigen en de gevraagde bouwvergunning alsnog
te weigeren;
dat hij zich met de overwegingen en het advies van de Commissie d.d. 9
•lebruari 1934» bijlage nr. 62 kan verenigen:
gelet op de Woningwet, de Bouwverordening en de Procedureverordening
'Raadsadviescommissie voor de beroer- en bezwaarschriften:
BESLUIT:
I. het beroepschrift van de heer mr. J.C-. Geelkerken namens d.e heer
J.W. van den Berg c.s. ongegrond te verklaren:
-I. het bestreden besluit van Burgemeester en Wethouders va.n Leeuwarden
ambtshalve te vernietigen;
III. de gevraagde bouwvergunning alsnog te weigeren.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van
Voorzitter.
Secretaris.