No. 2059
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 9 februari 1984,
(bijlage nr. 73)
gelet op de artikelen 170 en 228, sub c, der gemeentewet;
BESLUIT:
met de "Stichting Leeuwarder Manege", gevestigd te Leeuwarden, hierna genoemd de
"Stichting", een overeenkomst aan te gaan tot het verstrekken van een
geldlening, groot f 250.000,(twee honderdvijftigduizend gulden) en wel onder
de volgende voorwaarden:
1. De geldlening zal, tegen een koers van 1005&, door de Gemeente worden
verstrekt met dien verstande dat de verstrekking in haar geheel of in
gedeelten alleen zal plaatsvinden nadat de aanwending daarvan door Burge
meester en Wethouders is goedgekeurd.
2. De onder voorwaarde 1. genoemde verstrekking kan alleen plaatsvinden binnen
een termijn van drie jaar gerekend vanaf de datum van beschikbaarstelling
van de geldlening.
3a. De stichting zal van het verstrekte en onafgeloste gedeelte van de
geldlening een rente betalen van negen procent (9/5) per jaar, jaarlijks te
voldoen op de hierna te vermelden tijdstippen.
3b. Het af te lossen bedrag van de geldlening wordt gedurende twee jaar, gere
kend vanaf de'datum van de beschikbaarstelling van gelden van deze lening,
verhoogd met een jaarlijks aan de lening toe te voegen rente van 9%, bere
kend over het bedrag van de verstrekte gelden van de lening inclusief de
toegevoegde rente.
4. De stichting verbindt zich de rente éénmaal per jaar te voldoen, voor de
eerste maal drie jaren na de datum van de eerste verstrekking van gelden aan
de Stichting.
5. De Stichting verbindt zich om het verstrekte bedrag van de geldlening ver
meerderd met de overeenkomstig voorwaarde 3b berekende rente, af te lossen
in 23 gelijke jaarlijkse termijnen, de eerste termijn te voldoen drie jaren
na de datum van de beschikbaarstelling van gelden van deze lening aan de
Stichting.
6. De voldoening van de verschenen termijnen der geldlening geschiedt door
storting op een door Burgemeester en Wethouders te bepalen wijze.
7. De stichting is te allen tijde bevoegd tot vervroegde gehele of gedeelte
lijke aflossing van de geldlening.
8. Alle betalingen van rente en/of aflossing zullen zonder kosten voor de
Gemeente worden gedaan, terwijl geen kwijting zal worden gevorderd voor en
aleer de verschuldigde bedragen in het bezit van de Gemeente zijn of op de
door haar aangegeven plaats gestort zijn.
9. Indien enige termijn van rente en/of aflossing niet op de verschijndag als
bovenomschreven mocht zijn betaald, of de Stichting enige andere
verplichting voor haar uit de overeenkomst van geldlening voortvloeiende
niet stipt nakomt, wordt al het verschuldigde terstond en ineens opvorder-
baar