Preadvies inzake voormalig schoolgebouw te Goutum Bijlage no. 85 Leeuwarden, 1 maart 1984 Aan de Gemeenteraad. Bij de behandeling van ons voorstel tot uitvoering van het inrichtingsplan voor de Terp en omgeving in Goutum op 31 januari 1983 (bijlagenr. 20) hebt U een motie aangenomen inhoudende om vóór eventueel tot sloop van de school wordt overgegaan, het overleg met de Vereniging Dorpsbelang Goutum inzake een moge lijke alternatieve bestemming van de school af te ronden. Na overleg met deze vereniging hebben wij in de plaatselijke dagbladen van 6 juni 1983 een advertentie geplaatst, waarbij gegadigden in de gelegenheid wer den gesteld een bod op de opstal uit te brengen. Daarbij werd uitgegaan van uitgifte in erfpacht van de ondergrond. Naar aanleiding van de advertentie hebben zich drie gegadigden gemeld, waar van één zich vrij spoedig daarna weer terugtrok. Het resultaat van de adverten tie hebben wij eveneens met het bestuur van de vereniging besproken. Van de twee overgebleven gegadigden kwam naar onze mening alleen de heer A. Germeraad in aanmerking. De andere gegadigde, de heer J. Vrieling, wenst namelijk een bestemming aan het gebouw te geven, welke ons, gelet op de situatie en de daaraan verbonden verkeerstechnische aspecten, minder gewenst voorkomt. De heer Germeraad kreeg tot 1 januari 1984 de gelegenheid om de aanbieding te accepteren. Om hem moverende redenen heeft hij echter besloten de gedane aan bieding niet te accepteren. Wij zijn tenslotte tot de conclusie gekomen dat andere alternatieven die pleiten voor handhaving van de school in afwijking van het indertijd vastgestelde bestemmingsplan zich niet aandienen. Gelet hierop en gezien het feit dat - zij het zonder resultaat - getracht is uitvoering te geven aan de door U aangenomen motie, zijn wij van oordeel dat thans uitvoering aan de oorspronkelijke plannen dient te worden gegeven. Overeenkomstig het geldende bestemmingsplan en gebruik makend van het beschikbaar gestelde krediet voor de uitvoering van het inrichtingsplan hebben wij ter voorkoming van mogelijke ongelukken na overleg met de Vereniging Dorps belang Goutum inmiddels de opdracht tot sloop van deze opstal verstrekt. Alvorens de aan de heer Germeraad gegunde termijn afliep richtten enkele personen een brief aan Uw raad, die U gelet op het vorenstaande in onze handen stelde om preadvies. Het betreft hier de volgende brieven, a. Een brief van de heren J.S. Krol, J.F. Veenstra en 0. van der Woud te Goutum, gedateerd 17 oktober 1983, waarin zij o.a. op grond van de resulta ten van een door hen gehouden enquête onder de inwoners van het dorp pleiten voor verkoop van de school aan de heer J. Vrieling (zie sub. b) ten behoeve van zijn melkhandel. Daarenboven uitten adressanten grote bezwaren tegen de gevolgde procedure door ons College. Wat dit laatste betreft merken wij nadrukkelijk op, dat de strekking van de motie uitging van overleg met de Vereniging Dorpsbelang Goutum en niet van overleg met willekeurige bewoners of andere groeperingen. Wij zijn van oordeel dat de procedure, die in goed overleg met de Commissie voor het Grondbedrijf is gevolgd, juist was wat het verzoek zelf betreft verwijzen wij U naar hetgeen hierboven is opgemerkt en naar het hieronder bij punt b. gestelde.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 173