Stichting Jongeren Ontmoetingscentrum Leeuwarden (Programma pag. 11-15);
Nadere Standpuntbepaling pag. 101).
Gelet op de opvattingen in de Commissie, zijn wij bereid U voor te stellen
voor het houtwerkplaatsproject van deze Stichting alsnog een éénmalig extra
subsidie te verlenen. De Stichting raamt de kosten van dit project op 6.320,
waarin een subsidie wordt gevraagd van 4.970,=. Wij stellen voor het subsi
die te bepalen op 2.220,=, als volgt te specificeren:
- verbruiksartikelen 1.000,=
- Afschrijving materialen - 500,=
- Reiskosten - 280,=
- Verzekeringen - 440,=
2.220,=
Wij zijn van mening dat de kosten van houtvoorraad opgebracht moeten worden
door verkoop van producten c.q. deelnemersbijdragen.De afschrijving op
materialen dient o.i. beperkt te worden tot 500,= (i.p.v. f 1.350,=).
De kosten voor drukwerk/vakliteratuur/vergaderingen (geraamd op 750,=),
dienen - voorzover het al om extra kosten zou gaan - bekostigd te worden
uit het reguliere subsidie.
De reservering t.b.v. middelen beroepskrachtentijd t.b.v. het speeltuinwerk/
bezwaarschrift S.S.K.W.L (vgl. Programma pag. 11-129/130; Nadere Standpuntbepa
ling pag. 42/43 en pag. 67).
Het in de Nadere Standpuntbepaling opgenomen voorstel ten aanzien van de aan
wending van middelen die aanvankelijk beschikbaar waren voor beroepskrachten-
tijd t.b.v. speeltuinwerk, is tot stand gekomen nadat in uitvoerig en herhaald
contact onzerzijds met de direct betrokkenen was gebleken dat een aanvaardbaar
compromis tussen beide partijen niet mogelijk was.
Ma het totstandkomen van de Nadere Standpuntbepaling en mede door het daarin
vervatte voorstel terzake is alsnog tussen het bestuur van de Stichting Sociaal
Kultureel Werk Leeuwarden en het bestuur van de Leeuwarder Speeltuin Centrale
overeenstemming bereikt over een voorstel m.b.t. de besteding van de t.b.v.
beroepskrachtentijd voor het speeltuinwerk gereserveerde middelen. Dit voor
stel is neergelegd in een uitgebreide overeenkomst tussen beide instellingen.
In deze overeenkomst wordt de met behulp van deze middelen aan te stellen
beroepskracht formeel werknemer van de S.S.K.W.L. De L.S.C. wordt opdracht
gever en draagt zorg voor de inhoudelijke begeleiding van de beroepskracht.
Voor nadere informatie zij verwezen naar de voor U ter inzage gelegde stukken.
Beide instellingen hebben de intentie uitgesproken te werken aan het normali
seren van de onderlinge betrekkingen. Op grond van de bereikte overeenkomst
heeft het bestuur het ingediende bezwaarschrift ingetrokken.
Wij constateren, dat de hierboven aangegeven oplossing - die ook in het overleg
dat wij met betrokkenen hebben gevoerd door ons -reeds als mogelijkheid was
aangedragen - voor hen nu wel aanvaardbaar is gebleken.
Het bovenstaande is voer ons aanleiding U voor te stellen
a. het gestelde op de pagina's 42 en 43 als niet-geschreven te beschouwen.
Dat heeft tot gevolg dat aan de op pag. 43 genoemde buurt- en speeltuin
vereniging een huisvestingssubsidie wordt toegekend, zoals vermeld in het
ontwerp-programma
b. de S.S.K.W.L. een extra subsidie ad maximaal f 28.740,= toe te kennen in
de personeelskosten t.b.v. speeltuinwerk.
Voor de dekking van de uit deze nadere voorstellen voortvloeiende extra uit
gaven zijn voldoende middelen aanwezig in de posten onvoorzien.
Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig het bijgaande concept-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.
3900
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 5 maart 1984
(bijlage no. 107
gelet op artikel 25, lid 1 en 2, en artikel 18 van de Procedure
verordening Specifiek Welzijn;
BESLUIT:
I het bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte Programma
Sociaal-Cultureel Werk 1984, met de daarbij gevoegde "Nadere Standpunt
bepaling en nota van wijzigingen" rekening houdend met het in het raads
voorstel (bijlage no. 107 onder 1 t/m 6 gestelde, vast te stellen;
II. de subsidie-verzoeken van de instellingen op het terrein van het
Sociaal-Cultureel Werk - waaronder ook gerekend het Emancipatiewerk
en de activiteiten betreffende kinderdagverblijven en naschoolse
kinderopvang - te honoreren c.q. af te wijzen conform de in het onder
I. bedoelde Programma opgenomen voorstellen;
III.Burgemeester en Wethouders te machtigen om te besluiten over de toe
kenning van subsidie voor onvoorziene en onuitstelbare activiteiten
ten laste van de in het programma opgenomen posten "onvoorzien", onder
voorwaarde van overeenkomstige toepassing van de in het Programma ge
hanteerde subsidiecriteria voor de betreffende werksoort.
Aldus vastgesteld in de openbare vergade
ring van
Voorzitter
Secretaris