het onder I.a. bedoelde onroerend goed onder te brengen in het Grondbedrijf
van de Dienst Stadsontwikkeling.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 22 maart 1984,
bijlage nr. 129);
BESLUIT
I. met E.J. Metz, wonende te Leeuwarden, Johannes Semsstraat 27, een overeen
komst van ruiling aan te gaan, waarbij:
a. de gemeente van E.J. Metz in eigendom overneemt de autostalling met
ondergrond, plaatselijk gemerkt Menno van Coehoornstraat 16, kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden, sectie G, nummer 4727, groot 41 centiare,
welk onroerend goed op de bij dit besluit behorende tekening met een
zwarte kleur is aangegeven;
b. de gemeente aan E.J. Metz in eigendom overdraagt de autostalling met
ondergrond, plaatselijk gemerkt Willem Loréstraat 7, kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden, sectie G, nummer 6834, groot 48 centiare, welk
onroerend goed op de gemelde tekening eveneens met een zwarte kleur is
aangegeven
zulks tegen betaling door de gemeente aan E.J. Metz van een toegift van
1.200,en voorts onder de navolgende bedingen:
1. de wederzijdse overdrachten geschieden in de staat en toestand, waarin de
onroerende goederen zich bevinden op 16 november 1983 met alles wat
daarop of daarin aanwezig is en met alle daarop rustende erfdienst
baarheden en lasten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van hypotheek
en/of beslagen, huur en pacht;
2. de levering zal plaatsvinden op de dag van het verlijden van de akte van
ruiling;
3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen, welke van
de over te dragen onroerende goederen worden geheven, voor rekening van
de nieuwe verkrijger;
4. partijen zijn tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uit
winning;
5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding van de
overeenkomst, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk
Wetboek;
6. de overeenkomst zal haar rechtskracht hebben verloren, indien de ruil
overeenkomst tussen de gemeente en een derde terzake van het hiervoor
onder I.b. vermelde onroerend goed om enigerlei reden geen doorgang zal
vinden;
No. 4785