- 2 - De regeling voor rijkssteun bij groot onderhoud en/of verbetering van na oorlogse woningwetwoningen is per 1 januari 1984 ingrijpend gewijzigd. De vorig regeling voorzag in het beschikbaar stellen van een rijkslening en een jaarlijkse bijdrage van 50$ in het exploitatietekort als gevolg van de renova tie. In het kader van de nieuwe regeling worden geen rijksleningen meer beschik baar gesteld, en wordt alleen een bijdrage ineens verstrekt tot een bedrag van 1/3 gedeelte van de door de minister aanvaarde verbeteringskosten. Een andere belangrijke wijziging betreft voorts het achterwege blijven van aan vullende steunmaatregelen in de vorm van renteloze leningen indien tengevolge van niet door huurverhogingen gedekte investeringen de A.B.R. wordt uitgeput. Op de vóór 1 januari 1984 gegunde verbeteringsplannen blijft de regeling wel van toepassing. Ten aanzien van dit verbeteringsplan ontstaat hierdoor het volgende beeld: investering verbeteringskosten 6.004.265,— af: de aan de bewoners door te berekenen geriefsver- beteringen. Op basis van een huurverhoging van 30,10 per woning per maand en een 25-jarige 85/g$ annuïteit bedraagt de rendabele investering 856.085- resteert voor het groot onderhoudsplan 5-148.180, rijksbijdrage 1/3 deel 1.716.060 - voor rekening van het Woningbedrijf blijft 3-432.120,— De hieruit voortvloeiende lasten zijn, op basis van een 25-jarige 8^/3$ annuï teit, berekend op 338.852,per jaar. De dekking hiervan kan geschieden bin nen een sluitende exploitatie van het Gemeentelijk Woningbedrijf. Voor de isolatiewerkzaamheden kan gerekend worden op een bijdrage van 172.053, De netto investering bedraagt hierdoor 366.984,65. Op ba3is van een 15-jarige 8^/3annuïteit is deze investering direct rendabel. Zoals bij de verbetering van woningwetwoningen gebruikelijk is, stellen wij U voor de werkzaamheden ondershands op te dragen aan nader door ons aan te wij zen aannemers tegen een nog nader overeen te komen aanneemsom. De Commi sie voor Openbare Werken is terzake gehoord en kan zich met de keuze van de uitgenodigde aannemers verenigen. Voor wat betreft de beschikbare contingenten merken wij op dat het con tingent voor Friesland voor de verbetering van de na-oorlogse woningwetwoningen (1.182) is verdeeld over de diverse regio's. De verdeling van de contingenten per regio over de betrokken gemeenten is gedelegeerd aan de regio-besturen. Van het contingent voor Regio-Noord (376) is een aantal van 182 toegedeeld aan Leeuwarden. Dit is geringer dan het aantal van 234 thans te verbeteren woningen. In verband hiermee heeft de hoofdingenieur-directeur van de Volkshuisvesting ons medegedeeld dat voor 1984 financiële medewerking zal worden verleend voor uit voering van werkzaamheden aan 182 woningen, doch dat aangenomen mag worden dat in 1985 voldoende contingent voor Leeuwarden beschikbaar zal zijn en dat voor dJ resterende woningen - onder dezelfde voorwaarden - financiële medewerking wordt verleend. Wij achten het dan ook verantwoord het gehele plan nu aan te bestedei Het "knippen" zou overigens leiden tot prijsstijgingen. Door het vervallen van de mogelijkheid tot aanvullende steunmaatregelen in de vorm van renteloze leningenregeling, dient er vanuit gegaan te worden dat dit het laatste omvangrijke verbeteringsplan van na-oorlogse woningen is, dat o| de huidige regeling binnen een sluitende exploitatie van het Gemeentelijk Woningbedrijf uitgevoerd kan worden. - 3 - Met het oog op de hieruit voortvloeiende consequenties zullen wij U op korte termijn een nadere rapportage doen toekomen. Onder de mededeling dat de op het plan betrekking hebbende stukken voor U ter inzage zijn gelegd en de Commissie voor het Woningbedrijf over dit voorstel is gehoord, stellen wij U voor akkoord te gaan met de uitvoering van dit plan, door te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 259