Par. 2 HERWAARDERINGSVOORSTELLEN A-LIJST. Beleidssector I. ALGEMEEN BEHEER. Het herwaarderingsonderzoek is gericht op een beperking van het perso neelsbestand binnen deze beleidssector alsmede op verlaging van mate riële kosten. Het onderzoek heeft zich in eerste instantie gericht op personeels vermindering door: a. het treffen van efficiency-bevorderende maatregelen; b. het extensiveren of afstoten van bepaalde taken; c. het verminderen van arbeidsplaatsen als gevolg om ombuigingen binnen de overige beleidssectoren (interdependentie). Een onderzoek naar de realisering van de onder a. en b. genoemde maatregelen heeft, rekening houdende met enkele compensaties als gevolg van herschikkingen van taken, uitgewezen dat een besparing van netto 633.000,mogelijk is. Uit de aard der zaak kan de invulling van het onder c. bedoelde deel van de taakstelling niet reeds nu plaatsvinden, doch eerst na het treffen van maatregelen bij de diensten en bedrijven en het op waarde schatten van de gevol gen daarvan voor de secretarie. Wij gaan er van uit dat zich binnen de beleidsperiode 1984-1988 voldoende mogelijkheden zullen voordoen om de aan dit spoor toe te rekenen taakstelling ad 295.000,te realiseren. In de afweging hebben wij betrokken dat bij de onver mijdelijk gebleken vermindering van arbeidsplaatsen de keuze waar mogelijk in eerste instantie dient te vallen op arbeidsplaatsen in de beleidsvoorbereidende i.p.v. de -uitvoerende sfeer. Wij hebben ons op het standpunt gesteld dat de thans gedane voorstellen inge wisseld kunnen worden tegen zich mogelijk voordoende alternatieven, mits de taakstelling per afdeling wordt gehaald. Gelet op de gehan teerde uitgangspunten is bij de taakstelling per afdeling niet uit gegaan van een verdeling naar rato van de personele bezetting. Het realiseren van de onder a. en b. genoemde taakstelling gaat gepaard met een verlies aan arbeidsplaatsen van 12. Het aandeel hierin van het hoger personeel (vanaf de rang referendaris) is iets hoger dan het huidige aandeel in de bezetting. Het aandeel van het middelbaar personeel is iets lager dan het huidige aandeel in de bezetting. Optisch gezien moet echter geconstateerd worden dat het aandeel van het lager personeel iets hoger is dan het huidige aan deel in de bezetting. Gelet op het feit dat verschuiving van 1 for matieplaats het relatieve aandeel in de besparingen reeds met Q% beïnvloedt, zijn wij van mening dat ons uitgangspunt nauwelijks geweld is aangedaan. De personeelsverminderingen zullen, zoals het zich thans laat aan zien, niet alle gerealiseerd kunnen worden door natuurlijk verloop. In enkele gevallen zal door een actief herplaatsingsbeleid een be vredigende oplossing moeten worden nagestreefd. Door het ontstaan van vacatures zullen zich vermoedelijk voldoende mogelijkheden voordoen om herplaatsing daadwerkelijk te realiseren. 2 - - 3 - 1. Besparing door personeelsvermindering, 928.000,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 278