1-6
Beleidssector XV. OVERIGE UITGAVEN EN INKOMSTEN
1Ombuigingen bij publiek- en privaatrechte
lijke samenwerkingsverbanden waarbij de ge
meente betrokken is
2. Verlaging raming voor Onvoorziene uitgaven f
subtotaal
p.m.
47.000.00
P.m.
47.000. on
Totaal A-voorstellen
47.000,00 47.000,00
8.326.100,00 8.320.240,00
s Deze voorstellen tot een bedrag van
96.900,00 zijn niet door overge
nomen
Beleidsuitgangspunten voor de sollicitatieplicht in het kader van de werkloos
heidsregelingen.
Bijlage no. 139 Leeuwarden, 12 april 1984.
Aan de Gemeenteraad.
I. Aanleiding.
Het hoge werkloosheidsvolume en de daarmee samenhangende geringe kansen
voor individuen op verwerving van een betaalde arbeidsplaats heeft voeding
gegeven aan de discussies die op verschillende plaatsen worden gevoerd over
de wenselijkheid van naleving van de zgn. sollicitatieplicht, welke is
opgelegd aan uitkeringsgerechtigden op grond van een van de
werkloosheidsregelingen. Bij het niet voldoen aan deze verplichtingen dient
een sanctie in de vorm van een korting op of een uitsluiting van de des
betreffende uitkering te worden opgelegd. Een precieze omschrijving van wat
wordt bedoeld met de sollicitatieplicht wordt in de betreffende regelingen
echter niet gegeven. Wij rekenen hiertoe allereerst de vereiste dat een
werkloze zelf de nodige initiatieven neemt om een betaalde arbeidsplaats te
verkrijgen (dit wordt de actieve sollicitatieplicht genoemd) en voorts de
naleving van alle voorschriften die beogen de inzetbaarheid van de
betrokkene te vergroten (passieve sollicitatieplicht).
Vooral vanuit de kring van uitkeringsgerechtigden wordt er in toenemende
mate op gewezen, dat veel bestaande verplichtingen in de huidige situatie
van hoge werkloosheid als zinloos worden ervaren. Daarom wordt er op
aangedrongen om alle ter zake bestaande voorschriften tegen de achtergrond
van het huidige en voor de nabije toekomst te verwachten hoge
werkloosheidsvolume opnieuw op hun merites te beoordelen en deze voor zover
ze niet (langer) functioneel worden geacht, te versoepelen of af te
schaffen. Daarnaast wordt de sollicitatieplicht ook principeel ter
discussie gesteld. Vanwege o.a. een veranderend arbeidsethos en de noodzaak
tot fundamentele wijzigingen in het arbeidsbestel, pleiten sommigen voor de
invoering van een arbeidsloos inkomen in een herzien sociaal
zekerheidsstelsel.
De aandrang tot versoepeling of afschaffing van de voorschriften wordt
vooral op gemeentelijk niveau gevoeld, omdat op dit niveau (door de colle
ges van Burgemeester en Wethouders) de individuele uitkeringen worden
vastgesteld en uitbetaald. Langs deze weg worden ook wij direct geconfron
teerd met de bezwaren die tegen deze verplichtingen worden ingebracht.
In het algemeen willen wij ten aanzien van die bezwaren een tweetal
opmerkingen maken.
Op de eerste plaats kan gesteld worden dat het erop lijkt dat zich in de
werkgelegenheidssituatie, mede onder invloed van demografische factoren,
structurele veranderingen aandienen en dat een fundamentele bezinning op
het arbeidsbestel en het sociale zekerheidsstelsel het overwegen waard is.
Tevens kan echter geconstateerd worden dat over de inhoud van de
herinrichting van het arbeidsbestel en daarmee samenhangend het sociale
zekerheidsstelsel, zich in de samenleving nog geen consensus aftekent.