- 2 -
Het thans volledig afschaffen van de sollicitatieplicht leidt naar onze
mening tot het op oneigenlijke wijze invoeren van een arbeidsloos inkomen
en het zonder fundamentele bezinning richting geven aan de inhoud van een
toekomstig bestel.
Op de tweede plaats kan worden gesteld dat ook al zouden wij dat willen,
wij de regels met betrekking tot de sollicitatieplicht niet vrijelijk kun
nen wijzigen, omdat de wetgever die de uitvoering van enkele
werkloosheidsregelingen, te weten de Wet Werkloosheidsvoorziening (W.W.V.)
en de Rijksgroepsregeling Werkloze Werknemers (R.W.W.) die is gebaseerd op
de Algemene Bijstandswet (A.B.W.), aan ons heeft opgedragen, aan deze
beleidsvrijheid beperkingen heeft gesteld. Bij de formulering van
uitgangspunten ten aanzien van een te voeren beleid moet daarom bij voort
during een toetsing plaatsvinden aan de van rijkswege vastgestelde regels.
Over de toelaatbaarheid van een bijstelling van het gemeentelijk beleid
ten aanzien van een onderdeel van de werkloosheidsregelingen, zoals in dit
geval van de sollicitatieplicht, vindt dan ook nauw overleg plaats met ver
tegenwoordigers van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Aanvankelijk bestond bij ons de gedachte om onze beleidsvoornemens ter zake
van de sollicitatieplicht, overeenkomstig het gestelde in het Colle
geprogramma 1982-1986, uiteen te zetten in een bredere beleidsnotitie
betreffende een aantal onderdelen van het werkterrein van de Gemeentelijke
Sociale Dienst. Mede gezien de door U onlangs uitgesproken wens om onze
beleidsvoornemens ter zake van de sollicitatieplicht zo spoedig mogelijk
aan U kenbaar te maken, hebben wij deze materie thans in de onderhavige
deel-notitie verwerkt.
Alvorens nader in te gaan op de wenselijkheid en mogelijkheid van een nieuw
beleid ter zake van de sollicitatieplicht zal eerst het huidige beleid in
het kort worden geschetst.
IIHuidig beleid.
Tot nu toe voeren wij als beleid, dat er geen ontheffingen van de sollici
tatieplicht worden verleend. Een korting op de uitkering wegens onvoldoende
sollicitatie-activiteiten (actieve sollicitatieplicht) wordt echter alleen
opgelegd indien de betrokkene duidelijk kansen heeft laten liggen. Aan
betrokkene moet derhalve verweten kunnen worden, dat hij reële kansen op
het verkrijgen van een betaalde arbeidsplaats niet heeft benut. De beoor
deling hiervan vindt achteraf, middels heronderzoeken, plaats.
Behalve aan de actieve sollicitatie-plicht moet een uitkerings
gerechtigde krachtens één van de werkloosheidsregelingen ook voldoen aan
allerlei bepalingen, die er op gericht zijn om vraag en aanbod op de
arbeidsmarkt bijeen te brengen. Zo dient een werkloze zich ondermeer als
werkzoekende te laten inschrijven bij het Gewestelijk Arbeidsbureau
(G.A.B.) en dient hij medewerking te verlenen aan een onderzoek door het
G.A.B. naar zijn arbeidsgeschiktheid. Ook ten aanzien van deze als passieve
sollicitatieplicht aangeduide verplichtingen hanteren wij als beleid dat
ontheffingen niet worden verleend.
Indien niet wordt voldaan aan de sollicitatieplicht wordt als regel eerst
een waarschuwing gegeven. Wanneer de betrokkene daarna nog in gebreke
blijft om aan zijn verplichtingen te voldoen, wordt een strafkorting toege
past waarvan de hoogte ondermeer afhankelijk is van de ernst van de
overtreding en de mate van verwijtbaarheid.
- 3 -
III. Knelpunten in het bestaande beleid.
De landelijke werkloosheid uitgedrukt in het aantal volledige dienst
betrekkingen, bedroeg eind 1983 ruim 850.000.
Dit hoge werkloosheidsvolume reduceert de kansen van werklozen om (opnieuw)
een betaalde baan te verkrijgen. Wanneer naast de cijfers omtrent dat
werkloosheidsvolume evenwel de bewegingen op de arbeidsmarkt worden
geplaatst, dan moet toch worden geconcludeerd dat desondanks op individueel
niveau nog reële kansen aanwezig zijn. Zo is over 1983 geregistreerd dat
tenminste 430.000 mensen zich bij het arbeidsbureau hebben laten uitschrij
ven vanwege het verkrijgen van een baan.
Veel belangrijker dan deze gegevens is naar onze mening echter het vanwege
het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verkregen statistisch
materiaal over de kansen van individuen op toetreding tot de arbeidsmarkt
of tot wederintreding. Hieruit is gebleken dat afgezien van enkele evident
slecht in de markt liggende categorieën, zoals de groep 57,5-jarigen en
ouder, de kans van een individu op het verkrijgen van een betaalde arbeids
plaats vooral afhankelijk is van de duur zijn werkloosheid. Zo is gebleken,
dat wanneer iemand reeds gedurende 1,5 jaar werkloos is, met vrij grote
zekerheid kan worden voorspeld, dat in die situatie ongeacht de verschillen
in kenmerken en omstandigheden tussen de verschillende werkzoekenden, in de
naaste toekomst geen verandering zal optreden. Dit hangt ondermeer samen
met de omstandigheid dat in ongeveer 50)5 van de openvallende arbeidsplaat
sen wordt voorzien door gebruikmaking van informele circuits. Naarmate de
werkloosheid langer duurt en een werkloze uit het netwerk van relaties met
vroegere werkgever en collega's verdwijnt, nemen zijn mogelijkheden om
buiten het formele circuit een baan te verkrijgen, snel af.
Ook wanneer een werkloze reageert op advertenties via het formele circuit
worden zijn kansen sterk beïnvloed door de duur van de werkloosheid. Hier
bij spelen factoren zoals kennisveroudering en verlies van arbeidsvaar-
digheid en arbeidsritme een rol. Ondanks de omstandigheid, dat veel werklo
zen aantoonbaar weinig of geen kansen hebben op het verkrijgen van een
betaalde arbeidsplaats, verbinden wij tot nu toe hieraan, zoals hierboven
is aangegeven, in het algemeen nog niet de consequentie van het verlenen
van ontheffing van de actieve sollicitatieplicht.
Ook de groep van kanslozen op de arbeidsmarkt krijgt daarom vooraf van ons
geen zekerheid over de mate van sollicitatieactiviteiten die nog van hen
moet worden verwacht. Immers, het huidige beleid houdt in, dat uitsluitend
achteraf wordt bezien of een strafkorting toegepast moet worden.
Wij zijn van mening, dat in die gevallen waarin in voldoende betrouwbare
mate een voorspelling kan worden gedaan over de kansen op toetreding tot de
arbeidsmarkt het vanuit een oogpunt van rechtszekerheid gewenst is om de
betrokkene vooraf duidelijkheid te verschaffen over de sollicitatie
activiteiten die in die situatie nog van hem of haar moeten worden ver
wacht. Wij achten een wijziging van het beleid in die zin gewenst. Dit
beleidsvoornemen heeft uitsluitend betrekking op de actieve sollicita
tieplicht. Wij zien geen redenen om het beleid ten aanzien van de passieve
sollicitatieplicht bij te stellen.