- 6 -
Wij zijn van mening, dat een dergelijk moment in de meeste gevallen is
aan te wijzen. Aansluiting zoekend bij het voorhanden zijnde statistisch
materiaal, dient naar onze mening na een periode van anderhalf jaar
werkloosheid (vaak overeenkomend met één jaar uitkeringsrecht op een
door ons uitgevoerde regeling) te worden onderzocht of er voor de indi
viduele werkloze door ons redenen zijn aan te geven om bij voortduring
de sollicitatieplicht te blijven opleggen. Deze beoordeling waarvan
betrokkene door ons gemotiveerd in kennis zal worden gesteld, kan naar
onze mening plaatsvinden tijdens het periodieke heronderzoek dat na 1,5
jaar werkloosheid toch al wordt gehouden. Criteria voor ontheffing van
de sollicitatieplicht zijn met name leeftijd, opleiding en arbeidser
varing, in relatie tot de arbeids(deel)markt(en) waarop betrokkene is
aangewezen. Wij verwachten, gelet op de huidige arbeidsmarktomstan
digheden, dat bij de toepassing van deze criteria een aanmerkelijk deel
van de werklozen dat daarom verzoekt voor een ontheffing in aanmerking
zal komen. Immers uit het algemene beeld zoals dat tot uiting komt in de
vorenbedoelde gegevens van het Ministerie van Sociale Zaken en Werk
gelegenheid moet worden afgeleid, dat vooralsnog slechts enkelen na 1,5
jaar werkloosheid (nog) reële kansen op de arbeidsmarkt hebben.
Het verlenen van ontheffing zal afhankelijk van de individuele omstan
digheden en telkens voor de duur van ten hoogste 1 jaar moeten
geschieden. Een algemene opleving van de arbeidsmarkt, een opleiding op
een voor de betrokken werkloze relevante arbeidsdeelmarkthet behalen
van een diploma en het opdoen van arbeidsmarkt-relevante werkervaring
met tijdelijke betaalde en/of onbetaalde arbeid kunnen aanleiding zijn
om de verleende ontheffing in te trekken, danwel ten tijde van het
eerstvolgende heronderzoek te besluiten om de een verleende ontheffing
niet te verlengen.
T.a.v. werknemers die 57,5 jaar of ouder zijn, kan blijkens een onlangs
van staatssecretarie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verkregen cir
culaire als zij werkloos worden onmiddellijk worden afgezien van de
handhaving van de sollicitatieplicht.
De ontheffingverlening van de sollicitatieplicht behoeft niet indivi
dueel te worden beoordeeld, maar kan in plaats daarvan aan een ieder die
tot die categorie behoort worden verleend. Ook de categoriale onthef
fingen die in dit kader zijn verleend dienen evenals de individueel
verleende ontheffingen als tijdelijk te worden aangemerkt.
Voorts willen wij nog benadrukken, dat een werkloze naar onze mening de
morele plicht blijft behouden te trachten om in zijn eigen onderhoud te
voorzien en eventuele door ons niet voorziene mogelijkheden voor het
verkrijgen van een betaalde arbeidsplaats dient te benutten. Overigens
gaan wij er van uit, dat de werklozen zelf ook graag weer in het
arbeidscircuit opgenomen willen worden.
Vrijwilligerswerk al3 ontheffingscriterium.
In het voorgaande is aangegeven, dat het hebben van een arbeidsplaats op
langere termijn bezien een voorwaarde is om in het netwerk van arbeids
relaties betrokken te kunnen blijven. Wij zijn van mening, dat deze
stelling niet alleen opgaat voor betaalde arbeidsplaatsen maar ook voor
het vrijwilligerswerk. Het verrichten van vrijwiligerswerk kan vanuit
deze optiek, evenals het aanvaarden van een betaalde baan die niet ge
heel passend is te achten, als een hulpmiddel worden gezien voor de
vergroting van de eigen kansen op de arbeidsmarkt. Wij staan daarom op
het standpunt dat het niet juist zou zijn om het verrichten van vrij
willigerswerk als ontheffingscriterium voor de sollicitatieplicht te
hanteren. Wij vinden de wel gehoorde argumenten dat een dergelijk stand
punt grote fluctuaties in het vrijwilligersbestand zou brengen, waarmede
de continuïteit van het vrijwilligerswerk in gevaar zou kunnen komen,
niet opwegen tegen de plicht die iedereen heeft om in zijn bestaan te
voorzien.
Sanctiebepalingen
Een half jaar nadat de uitkeringsperiode is ingegaan, wordt door de
sociale dienst een eerste heronderzoek gehouden.
Wanneer bij die gelegenheid een overtreding van de sollicitatieplicht
wordt geconstateerd, dan wordt in het algemeen niet onmiddellijk een
korting op de uitkering toegepast, maar volstaan wij met het geven van
een waarschuwing. Teneinde tot uitdrukking te brengen, dat de kansen op
het verkrijgen van een betaalde arbeidsplaats in de beginperiode van de
werkloosheid nog relatief groot zijn, achten wij het gewenst om op de
handhaving van de sollicitatieplicht in die periode nauwlettend toe te
zien.
Werklozen die kenbaar maken dat zij weigeren om te solliciteren dienen
daarom onmiddellijk een waarschuwing te ontvangen.
Dit dient eveneens te geschieden ten aanzien van uitkeringsgerechtigden
die blijkens vanwege het G.A.B. verstrekte gegevens in de periode waarin
zij een W.W.-uitkering hebben genoten, onvoldoende sollicitatieactivi
teiten hebben ondernomen. Indien een dergelijke situatie zich voordoet
zal, indien dat wenselijk wordt geacht, het eerste heronderzoek
vervroegd worden gehouden. Overigens wijzen wij erop, dat met de werk
wijze om alvorens tot een sanctie over te gaan eerst een waarschuwing te
geven aangesloten wordt op het door ons genomen besluit t.a.v. het te
voeren algemene sanctiebeleid. Dit besluit hebben wij voor U ter inzage
gelegd.
Tot slot merken wij nog op, dat van verschillende kanten is gewezen op
het demotiverend en deprimerend effect dat kan uitgaan van een onthef-
fingsbeleid van de plicht om te solliciteren. De uitkeringsgerechtigde
lijkt zichzelf als afgeschreven te moeten beschouwen. Wanneer de ar
beidsmarktomstandigheden zich niet wijzigen in positieve zin (en hier
mag vooralsnog van worden uitgegaan) en wanneer ook de omstandigheden
van de werkzoekenden niet veranderen, dan achten wij het onverkort
handhaven van de sollicitatieplicht een minder aanvaardbaar alternatief
dan het geven van tijdelijke ontheffingen. Wel moet iedere werkzoekende
dan gewezen worden op de mogelijkheden om de eigen omstandigheden te