2b. de erfpachters dienen ten tijde van het accepteren van het aanbod tot uitgifte in erfpacht/opstal een bedrag van 1.688,als waarborgsom te storten ten kantore van de kassier der gemeente Leeuwarden; deze waarborgsom wordt op verzoek van de erfpachters terugbetaald nadat de rehabilitatie/restauratie der opstallen binnen de daarvoor ingevolge beding 6 geldende termijn ten genoegen van Burgemeester en Wethouders is voltooid; 3a. de opstallen worden overgedragen in de staat en toestand, waarin deze zich op het moment van de levering bevinden, met alle daarop rustende heersende en lijdende erfdienstbaarheden en lasten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van huur, hypotheek en beslag; voor wat betreft erfdienstbaarheden, enz., wordt zoveel ten deze nog van belang, verwezen naar de terzake in de processen-verbaal van veiling en toewijzing en akte de command op 20 mei en 3 en 5 juni 1980 opgemaakt door notaris mr. W.J. Adema, ter standplaats Leeuwarden, overgeschreven ten hypotheekkantore aldaar op 25 augustus daarna in deel 4869, nummer 71, opge nomen aanhalingen uit eerdere akten; 3b. het hierbij in erfpacht/opstal uitgegeven perceel grond, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie B, nummers 3138, 3139 en 3137 gedeeltelijk en op welk perceel grqnd zijn gesticht de opstallen plaatselijk gemerkt Zwit- serswaltje 5 en 7 alsmede een gedeelte van de opstallen Uniabuurt 10, en het bij de gemeente Leeuwarden in volle eigendom verblijvende resterende gedeelte van gemeld perceel nummer 3137, waarop is gesticht het overig gedeelte van de gemelde opstallen plaatselijk gemerkt Uniabuurt 10, worden hierbij ten opzichte van elkaar over en weer "om niet" belast en bevoorrecht - het gemelde in erfpacht/opstal uitgegeven perceel grond voor het tijdvak waarvoor de betreffende rechten zijn gevestigd - (het gemelde in erfpacht/opstal uitgegeven perceel en het gemelde bij de gemeente Leeuwarden in volle eigendom verblijvende perceel elk voorzoveel nodig en tegelijker tijd zowel als lijdend als heersend erf) met al die erfdienstbaarheden waar door de toestand waarin de bedoelde onroerende goederen zich thans ten opzichte van elkaar bevinden wordt gehandhaafd, bestaande gemelde erfdienst baarheden onder meer, voor zover nodig, in: 3b. I. een erfdienstbaarheid van licht en uitzicht, inhoudende de verplichting voor de eigenaar casu quo erfpachters/opstallers van het lijdend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het lijdend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwezig zijn, zonder dat hiervoor één der in de wet genoemde beperkingen geldt; 3b. II. een erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting voor de eigenaar casu quo erfpachters/opstallers van het lijdend erf om te dulden dat de op het heersend erf gestichte opstallen met bijbehoren gedeeltelijk op het lijdend erf zijn gebouwd, casu quo hierboven uitsteken, casu quo de versnijdingen van de funderingen in het lijdend erf zijn gelegen; uitdrukkelijk wordt hierbij bepaald dat de noordelijke gevel - met bij- behoren - van het op het in erfpacht/opstal uitgegeven gedeelte van gemeld perceel 3137 staande bouwwerk - zelfs waar deze gevel recht streeks grenst aan op het niet te vervreemden gedeelte van gemeld per ceel 3137 gestichte opstallen - niet massaal is doch geheel behoort tot het hierbij in erfpacht/opstal uitgegeven onroerend goed; - 3 - 3b. III. een erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de eigenaar casu quo erfpachters/opstallers van het lijdend erf om het overlopende hemelwater van de op het heersend erf gestichte opstallen overeenkomstig de thans aanwezige daken, goten leidingen en putten te ontvangen; alle gevestigde erfdienstbaarheden houden, voor zover nodig, mede in de verplichting tot het dulden van onderhouds-, en/of alle andere werk zaamheden aan de voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid benodigde werken; de uitvoering van gemelde werkzaamheden dient te geschieden op een voor de eigenaar casu quo erfpachters/opstallers van het lijdend erf minst storende wijze; eventuele schade aan het lijdend erf dient op kosten van de eigenaar casu quo erfpachters/opstallers van het heersend erf te worden hersteld; de gevestigde erfdienstbaarheden zullen ongewijzigd blijven bestaan, ook al mochten de heersende erven verder worden bebouwd, gesplitst of van aard of bestemming worden veranderd, ongeacht de eventueel daardoor veroorzaakte verzwaring; overigens wordt uitdrukkelijk bepaald dat onder de gevestigde erf dienstbaarheden géén erfdienstbaarheden zijn begrepen krachtens welke: - op het hierbij in erfpacht/opstal uitgegeven perceel grond danwel op het alsvoren omschreven bij de gemeente Leeuwarden in volle eigendom verblijvende gedeelte van het perceel nummer 3137 een verbod om te bouwen of te verbouwen - in welke zin des woords dan ook - wordt gelegd; - de in hiervoor onder 3b II bedoelde noordelijke gevel van het op het in erfpacht/opstal uitgegeven gedeelte van gemeld perceel 3137 staande bouwwerk aanwezige toegangsdeuren - aanwezig binnen een afstand van ongeveer twee en een halve meter gemeten vanuit de ooste lijke gevel van bedoeld bouwwerk - gehandhaafd mogen blijven; - het in de hiervoor bedoelde noordelijke gevel ter hoogte van de aangrenzende uitbouw van de gemelde opstal plaatselijk gemerkt Uniabuurt 10 aanwezige luikje gehandhaafd mag blijven; - de tegen de hiervoor bedoelde noordelijke gevel gebouwde stenen schoorsteen met bijbehoren - staande in het verlengde van de ooste lijke gevel van het op het in erfpacht/opstal uitgegeven gedeelte van het perceel 3137 gestichte bouwwerk - gehandhaafd mag blijven op het niet te vervreemden gedeelte van meergemeld perceel 3137; de erfpachters zijn verplicht om ter gelegenheid en ter uitvoering van de hierna onder 6 bedoelde rehabilitatie/restauratie en derhalve even eens binnen de bij deze rehabilitatie/restauratie gestelde termijn, de hiervoor bedoelde deuren en het hiervoor bedoelde luikje - alles met bijbehoren - weg te nemen casu quo weg te doen nemen en de aldus ontstane openingen in de betreffende gevel op deugdelijke wijze dicht te metselen casu quo dicht te doen metselen, en alsmede om de hiervoor bedoelde schoorsteen met bijbehoren geheel af te breken casu quo af te doen breken en de bij deze afbraak vrijkomende bouwstoffen af te voeren casu quo af te doen voeren; komende alle op de bovenbedoelde werk zaamheden vallende kosten - in de ruimste zin des woords - geheel voor rekening van de erfpachters; 4. de levering van de opstallen geschiedt op de dag van het verlijden van de betreffende akte, zulks op kosten van de erfpachters; - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 314