De Commissie voor de Financiën is over het vorenstaande gehoord. Wij
stellen U voor met de in deze raadsbrief geformuleerde voornemens in te
stemmen en derhalve de Controleur der Gemeentebelasting op te dragen
hieraan bij zijn bevoegdheid tot het verlenen van afschrijving uitvoering
te geven.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester,
mr. W.J.G. Reumer Secretaris,
Bijlage I.
Nadere uiteenzetting van enkele fiscale begrippen en wettelijke bepalingen.
In de discussie rond het kwijtscheldingsbeleid en de mogelijkheden
die de locale overheid ten dienste staan om haar burgers die in een moei
lijke positie terecht zijn gekomen of dreigen te komen, worden verschillende
begrippen door elkaar gebruikt, waardoor er spraakverwarring en dus on
duidelijkheid ontstaat. Het is dan ook een goede zaak te trachten enige
veel voorkomende begrippen en wettelijke bepalingen nader te verklaren.
Daar zulks een vrij technische aangelegenheid is waaraan weinig of in het
geheel geen beleidsmatige aspecten zijn verbonden, is gekozen voor de
vorm van een bijlage.
Bij de belastingen dienen twee fasen duidelijk onderscheiden te worden,
nl. die van de heffing en de invordering. Beide fasen kennen op hun beurt
de nodige begrippen en de daaraan verbonden rechtsgevolgen.
Onder heffing valt alles wat te maken heeft met de vaststelling van
de belastingplicht en de hoogte van de te betalen belasting. Belangrijke
elementen zijn het belastbaar feit, het tarief en de vrijstellingen.
Deze elementen vinden we in alle belastingwetten en -verordeningen terug.
Is de belastingschuld eenmaal vastgesteld dan treedt de fase van de invor
dering in: alles wat nodig is om de schuld teniet te doen. In deze fase
duiken begrippen op als oninvorderbaarverklaren en kwijtschelding.
Vrijstelling.
Een vrijstelling is een in de verordening vermeld feit, op grond waarvan
voor bepaalde personen of voor bepaalde objecten geen belastingschuld
ontstaat. De mogelijkheden om bij het opnemen van een vrijstelling in een
gemeentelijke verordening rekening te houden met de draagkracht van be
lastingplichtigen zijn ingevolge wettelijke bepalingen uiterst beperkt.
Een voorbeeld waarbij overwegingen van het draagkrachtbeginsel deels ten
grondslag liggen aan een vrijstellingsmogelijkheid vinden we in de ver
ordening op de onroerendgoedbelasting;
- de vrijstelling van de gebruikersbelasting indien de waarde van de
woning minder is dan 18.000,waaraan de gedachte ten grondslag
ligt dat de mensen met de kleine inkomens ook in huizen van geringe
waarde wonen.
Vrijstellingen werken algemeen e'n hebben zoals gezegd geen directe relatie
met de inkomens-of vermogenspositie van de belastingplichtige. Andere
voorbeelden van vrijstellingen in de gemeentelijke belastingverordeningen
zijn:
- bij de hondenbelasting het niet verschuldigd zijn: (k) voor honden ge
houden door blinden, ter zake van de hond die hen leidt; (r) voor honden
op schepen mits ze aan boord gehouden worden; (c) voor honden in een
dierenasiel;
- bij de precariorechten worden ze niet geheven (k) van voorwerpen die
aan de gemeente toe behoren of bij haar in gebruik zijn (B) van door de
F.T.T. aangebrachte brievenbussen e.d. (c) van halteborden op de routes
van het openbaar vervoer en van wegwijzers en verkeersaanwijzingen van
de A.N.W.B..
- 12 -