Nr. 7427 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 3 mei 1984 (bijlage no. 173); gezien de brief van de Commissie van Georganiseerd Overleg van 16 april 1984. BESLUIT vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Bezoldigingsverordening 1960 Artikel I a. In artikel 17a wordt voor 317,43" gelezen 326,20." b. In artikel 20, eerste lid, onder a, wordt voor "met een minimum van 210,— en een maximum van 288,per maand" gelezen "met een maximum van 293,— per maand." c. In artikel 20, eerste lid, onder b, wordt voor "met een minimum van 153,— en een maximum van 258,per maand" gelezen "met een maximum van 218, per maand dt Artikel 20, tweede lid, wordt gelezen als volgt: "Zolang het salaris, vermeerderd overeenkomstig het gestelde in het eerste lid, onder a, gelijk is aan of lager is dan het maandbedrag van het minimum loon, dat krachtens de artikelen 7, 8 en 14 van de Wet minimumloon en mini mum vakantiebijslag geldt voor werknemers in de leeftijd van 23 jaar of ouder, bedraagt de korting voor het genot van kost 214,per maand en voor uitwoning 136,per maand." e. Artikel 24, eerste en tweede lid, wordt gelezen als volgt: "1. Het salaris van de leerling-verpleegkundige bedraagt per maand: voor de eerste leerperiode 1.469, voor de tweede leerperiode 1.612, voor de derde leerperiode 1.792, 2. Het salaris van de leerling-ziekenverzorgende bedraagt per maand: voor de eerste leerperiode 1.469, voor de tweede leerperiode 1.612,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 384