Nr. 7621 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 3 mei 1984 (bijlage no181 gelet op artikel 277 1e lid, letter b, sub 1e en 2e van de Gemeentewet; BESLUIT vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van bruggeld. (Verordening bruggeld 1984). Artikel 1 Belastbaar feit. Onder de naam "bruggeld" wordt een recht geheven voor het van gemeentewege openen en geopend houden van: 1 de Eebrug voor het doorlaten van een vaartuig, komende vanuit noordelijke richting. 2, de Verlaatsbrug voor het doorlaten van een vaartuig, komende vanuit zuide lijke richting. Artikel 2 B lastingplicht 1. Belastingplichtig ingevolge deze verordening is de kapitein, de schipper, de reder of de eigenaar van het vaartuig. Belastingplichtigen zijn ieder voor het gehele bedrag van de belastingschuld aansprakelijk, met dien verstande, dat de betaling door de één de ander of anderen van zijn, respectievelijk hun belastingschuld bevrijdt. 2 Het recht moet bij de doorvaart worden betaald. Artikel 3 .Definities. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: vaartuig: alle soorten van drijfende lichamen, welke wegens hun drijfvermogen worden gebezigd dan wel bestemd of geschikt zijn voor het vervoer te water van personen en/of goederen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 409