III. ten aanzien van de te verlenen garantie met de woningstichting "Sint
Joseph" te Leeuwarden, hierna te noemen "de stichting", een overeenkomst
aan te gaan, houdende de navolgende bepalingen;
1. de stichting is verplicht de woningen, waaraan de met deze lening
gefinancierde voorzieningen zijn getroffen, in goede staat van onderhoud
te houden, zulks ten genoegen van Burgemeester en Wethouders. Burge
meester en Wethouders en de door hen aan te wijzen met controle belaste
personen moeten in de gelegenheid worden gesteld controle op de onder-
houdstoestand van de woningen en voorzieningen uit te oefenen.
2. de stichting zal de betreffende roerende en onroerende goederen tegen
brand- en stormschade verzekerd houden, zulks ten genoegen van Burge
meester en Wethouders;
3. de stichting verleent alle medewerking aan een door of vanwege Burge
meester en Wethouders uit te oefenen controle op de administratie van del
stichting;
4. onverminderd het bepaalde in de statuten van de stichting zijn aan de
goedkeuring van Burgemeester en Wethouders onderworpen de besluiten van
de stichting betreffende:
a. het aankopen, vervreemden en bezwaren van onroerende goederen;
b. het aangaan van geldleningen en het uitlenen van gelden, anders dan
korte-termijn gelden;
5. al hetgeen door de gemeente terzake van de verleende garantie mocht wor-j
den betaald, blijft als schuld op de stichting rusten;
overliet bedrag dezer schuld wordt, totdat zij is afgelost, jaarl ijks opl
31 december rente op rente bijgeschreven, berekend naar hetzelfde per- I
centage als geldt voor de geldlening;
6. de stichting is verplicht de aan de geldlening en aan de garantie
overeenkomst verbonden voorwaarden stipt na te komen;
7. de Gemeente zal, zolang de in deze overeenkomst bedoelde geldlening nietl
geheel is afgelost het recht hebben om alle bezittingen van de stichtinffl
ten behoeve waarvan de geldlening is afgesloten met de op die bezittin-1
gen rustende lasten en verplichtingen en alle schulden der stichting,
voor zoveel die ten behoeve dier bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk
over te nemen tegen een vergoeding ten bedrage van het voor de verwer-
ving en instandhouding van die bezittingen aangewende deel van het eigenl
vermogen der stichting, benevens een eventueel naar het oordeel van
Burgemeester en Wethouders billijke vergoeding voor liquidatiekosten;
8. alle kosten en rechten, vallende op het afsluiten van de garantieover
eenkomst, komen ten laste van de stichting;
9. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, zolang de in de garantieover
eenkomst bedoelde geldlening niet geheel is afgelost, zonodig nadere
voorwaarden te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
- 2 -
- 3 -