Gemeentelijk commentaar bij de Planningsnota Voorzieningen geestelijk- en licha
melijk gehandicapten in Friesland 1985-1988.
Bijlage no. 208 Leeuwarden, 24 mei 1984.
Aan de Gemeenteraad.
Inleiding.
Op grond van de Tijdelijke Verstrekkingenwet Maatschappelijke Dienstverlening
(T.V.M.D., art. 5, lid 1) dienen Provinciale Staten een provinciaal plan vast te
stellen voor voorzieningen voor gehandicapten. Op basis van de diverse provin
ciale plannen wordt daarna een landelijk plan vastgesteld.
Vooralsnog heeft de provincie Friesland zich in dit opzicht geconcentreerd op de
planning van voorzieningen voor geestelijk gehandicapten. Voor de periode
1977-1982 werd daartoe een Planningsnota Dagverblijven/Gezinsvervangende
tehuizen opgesteld, welke middels een Aanpassingsnota in 1981 werd bijgesteld.
Over deze provinciale planning van gehandicapten-voorzieningen dient,
overeenkomstig het gestelde in de eerdergenoemde wet, aan de Gemeenteraden in de
roorbereidingsfase commentaar te worden gevraagd. De tot nu toe aan Uw raad
voorgelegde planningsnota's hebben U geen aanleiding gegeven tot het maken van
opmerkingen.
Onlangs heeft het College van G.S. de gemeenten in de gelegenheid gesteld
commentaar te leveren op de ontwerp-Planningsnota Voorzieningen Gehandicapten,
welke voor het eerst naast geestelijk gehandicapten ook betrekking heeft op
lichamelijk gehandicapten. Om niet uit de pas te lopen met het eerstvolgende
landelijke plan, dat loopt van 1985 tot 1989, is de provinciale planning voor de
periode 1982-1984 middels een pré-ambule in het plan voor de periode 1985-1988
verwerkt
Onderstaand zal op het onderhavige plan nader worden ingegaan.
Aangezien bedoelde planning is toegesneden op de bestuurlijke regio's in
Friesland, zal onze aandacht met name uitgaan naar de regio waarvan onze
gemeente deel uit maakt, te weten de regio Noord.
Planning van voorzieningen voor geestelijk gehandicapten.
1Planningskader
In de eerdergenoemde Tijdelijke Verstrekkingenwet Maatschappelijke Dienst
verlening is aangegeven op welke voorzieningen de provinciale planning
betrekking dient te hebben.
Dit betreft de dagverblijven, onder te verdelen in kinderdagverblijven (k.d.v.)
en dagverblijven voor ouderen (d.v.o.), alsmede de gezinsvervangende tehuizen
(g.v.t.). Voor nadere informatie m.b.t. de functie van elk van deze voor
zieningen, doelgroepen, toegestane capaciteit e.d. verwijzen wij U naar de ter
inzage gelegde stukken.
In genoemde wet is voorts een aantal aspecten genoemd dat dient te worden
uitgewerkt om tot vaststelling van de behoefte aan voorzieningen voor geestelijk
gehandicapten te komen. Te noemen zijn o.m. demografische ontwikkelingen, kwan
titatieve normen, in- en uitstroom van de voorzieningen, analyse van
wachtlijsten, relatieve druk op bepaalde regio's en de samenhang met andere
voorzieningen. Door afweging van elk van deze factoren worden in het plan voor