maatschappelijke begeleiding van de betrokken cliënt. Dit geschiedt via het project Overcreditering waarin bedoelde instellingen participeren. Daarnaast worden op dit moment door ons de mogelijkheden nagegaan om te komen tot een aan de Volkskredietbank aan te haken "stortingsdienst"Doel van een dergelijke stortingsdienst zal zijn om cliënten te helpen bij de ordening en het op orde houden van de eigen financiële huishouding, waar door de voorziening in vooral de primaire levensbehoeften zo goed mogelijk wordt zeker gesteld. Een deel van het inkomen van de cliënt wordt gestort op een rekening waarover alleen de stortingsdienst kan beschikken voor de betaling van noodzakelijke vaste lasten als huur, gas en elektra. Over de uitvoerbaarheid en haalbaarheid van deze gedachte wordt thans overlegd met de woningbouwcorporaties. Indien en zodra daartoe aanleiding bestaat, zullen wij U ter zake bij afzonderlijk voorstel nader informeren. 6. Loonbeslag. Bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal is een ontwerp van wet aanhangig gemaakt houdende de algemene regeling van beslag op loon, sociale uitkeringen en andere periodieke betalingen, waarmee het mogelijk wordt ingeval van schulden beslag te leggen op alle inkomsten die uitgaan boven negen tiende deel 90%van de bijstandsnorm. Dat kan ertoe leiden dat in sommige gevallen, wanneer van het beslagrecht door schuldeisers gebruik wordt gemaakt, de inkomenspositie van de "echte" minima voor een bepaalde periode nog verder verslechtert. Hoewel ook wij van mening zijn dat iedereen is gehouden zijn schulden te betalen, zal toepassing van een dergelijke regeling voor de "echte" minima tot problemen kunnen leiden. Wij vragen ons af of en in hoeverre het gewenst en mogelijk is om op dit punt een zodanig gemeentelijk beleid te voeren ten aanzien van de gevallen waarmee de gemeente geconfronteerd zou kunnen worden, dat extra problemen voor de "echte" minima zoveel mogelijk worden voorkomen of verzacht. Aangezien de bedoelde regeling nog in het ontwerp-stadium verkeert en van kracht wording daarvan nog onzeker is, achten wij het raadzaam daarop niet vooruit te lopen. Zodra meer zekerheid zal zijn verkregen, zullen wij ons op de mogelijkheden nader beraden en U zo nodig voorstellen terzake doen. IV. Tenslotte. Wij zijn van mening, dat de signalen die wij vanuit de bevolking en instellingen krijgen over de financiële situatie waarin de minima verkeren bijzonder dringend van aard zijn. Gelet op het vorenstaande moeten wij echter concluderen, dat hoewel de gemeente een aantal mogelijkheden heeft om die situatie (mede) te beïnvloeden, het directe effect daarvan op de inkomenspositie van met name de "echte" minima toch beperkt genoemd dient te worden. Maatregelen die direct effect sorteren op de inkomenspositie van de "echte" minima kunnen alleen door de rijksoverheid genomen worden die verantwoordelijk is voor het voeren van een inkomensbeleid. Mede gezien de omstandigheid dat binnenkort zal worden beslist - 9 - over de door de regering voorgenomen korting van 3% op de sociale uitkeringen, waardoor de inkomenspositie van de minima nog verder verslechtert, achten wij het van belang op de reeds hierboven onder punt II. aangegeven wijze de stem van de gemeente Leeuwarden bij parlement en regering te laten horen en de V.N.G. te verzoeken dat eveneens te doen. Daarnaast zal al het mogelijke worden gedaan om de nadelige gevolgen die de rijksmaatregelen hebben voor de "echte" minima, op gemeentelijk niveau zoveel mogelijk te verzachten. Onder de mededeling, dat wij ten aanzien van dit preadvies de Commissie voor Volksgezondheid en Maatschappelijk Dienstverlening hebben gehoord, stellen wij U voor met de inhoud daarvan in te stemmen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 472