EAADS ADV ISS C OKU S S13 VOOR DE BEROEP- EU BE ZWAARS CHRIETEIT
Advies inzake de beslissing op het bezwaarschrift van de heer dr. W.K.
Brouwer.
Bijlage nr. 243 Leeuwarden,14 juni 1984.
Aan de Gemeenteraad.
1Inleiding.
Bij besluit van 20 februari 1984» ur. 2204» heeft de Raad van Leeuwarden
een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de Vet Ruimte
lijke Ordening genomen voor het perceel De Polle 6 te C-outum.
Het voorbereidingsbesluit is bedoeld als een "correctie" op het eerder
door de Raad op 27 juni 1983» nr. 9095, genomen voorbereidingsbesluit,
dat het mogelijk moet maken om d.m.v. een zg. anticipatieprocedure als
bedoeld in artikel 19 Wet Ruimtelijke Ordening' juncto artikel 50, lid S,
Woningwet een reeds - in strijd met het geldende bestemmingsplan -
gebouwde berging op het perceel De Polle te legaliseren.
Bij brief van 1 maart 1984 is van het raadsbesluit mededeling gedaan
aan de heren J. Veenstra, De Polle 6, en dr. W.K. Brouwer, De Polle 4-
Bij brief van 8 maart 1984, dus binnen de daartoe gestelde termijn, heeft
de heer dr. Brouwer ingevolge de Wet Arob een bezwaarschrift ingediend
bij de Raad.
Overeenkomstig artikel 2 van de Procedureverordening Raadsadviescommis-
sie voor de beroep- en bezwaarschriften is het beroepschrift om advies
in handen gesteld van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaar
schriften.
Bezwaarschrift.
De heer dr.. Brouwer voert tegen het raadsbesluit, samengevat, het volgende
aan:
1Reclamant heeft onder druk van de gemeente zelf zijn huis bij de
bouw 1 meter oostelijker geplaatst om meer ruimte tot het pand van
Veenstra te verkrijgen. Veenstra mag nu zelf wel deze ruimte gebruiken.
Aan deze vorm van onbehoorlijk bestuur is geen aandacht besteed.
