Commentaar van de gemeente Leeuwarden op de Structuurschets Stedelijke Gebieden 1983 met name inzake de positie van Leeuwarden daarin. 1Inleiding In deze schets heeft een nadere uitwerking plaatsgevonden van de beleids lijnen van de Verstedelijkingsnota 1978 voor de periode 1985 tot aan het einde van de jaren negentig. De nadere uitwerking zoals die thans voorligt, houdt voor Leeuwarden heel concreet in, dat van de zijde van de Rijksoverheid weinig steun meer is te verwachten voor de versterking en uitbouw van de (sociaal-economische) posi tie van Leeuwarden. In plaats van een nadere uitwerking te geven aan de groeipoolstatus en het vertalen daarvan in beleidsinstrumenten voor de periode waarover de struc tuurschets zich uitstrekt, wordt volstaan met de aanbeveling aan de provin cie, Leeuwarden als concentratiekern aan te merken. Aan deze titel wordt evenwel qua beleidsinstrumenten geen enkele invulling gegeven, terwijl op grond van de groeipoolstatus in de afgelopen jaren op diverse terreinen, zowel door het Rijk als in I.S.P. en provinciaal verband, specifieke aan dacht is geschonken aan Leeuwarden. Gelet op de doelstelling, die de regering met haar beleidsvoornemens in de structuurschets beoogt, namelijk het optimaal benutten van gedane inves teringen in het verleden, wordt in het navolgende in het kort de achtergrond van het ontstaan van de groeipool en de daarmee annex zijnde instrumenten aangegeven. 2. Groeipoolstatus Leeuwarden In deel 2.d van de Verstedelijkingsnota - regeringsbeslissing - is aan Leeuwarden en Emmen een bijzondere status toegekend. De redenen hiervoor zijn uitdrukkelijk aangegeven, dit naar aanleiding van de inspraakreacties. Deze bleken een verkeerde indruk te vestigen, namelijk dat de regering zou hebben beoogd met de ontwikkeling van centraal-Gronin- gen en het Eemsmondgebied, een positief effect teweeg te brengen op de werk gelegenheidsontwikkeling van het gehele Noorden. Als reactie daarop heeft de regering toendertijd gesteld, dat dat een onjuiste interpretatie van de nota was. De regering verwachtte in het geheel niet, dat de realisering van de taak van Groningen een grote economische uitstraling naar andere gebieden in het Noorden zou hebben. Daarom heeft ze het gewenst geacht, ook andere steunpunten in haar beleid op te nemen. Derhalve werden Leeuwarden en Emmen als groeipolen voor het Noorden beschouwd. Daarbij zou de nadruk niet liggen op het ontwikkelen van een groot-stedelijk milieu, maar op een regionale functie voor de werkgelegenheid. De aandacht zou daarbij niet alleen gericht zijn op een verhoging van het aantal arbeidsplaatsen, doch tevens op een kwalitatieve verbetering van het niveau van de werkgelegenheid. Leeuwarden en Emmen zullen daartoe eveneens delen in de spreiding ten aanzien van de Rijksdiensten. Voor de overige gebieden in het Noorden zou het economisch stimuleringsbeleid onverkort van kracht blijven. Uit het bovenstaande blijkt, dat Leeuwarden in 1978/1979 een bijzondere status binnen het verstedelijkingspatroon is gegeven, teneinde langs die weg de sociaal-economische situatie in Friesland te versterken. Op grond van de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 52