Het verlenen van gemeentelijke medewerking t.b.v. het aangaan van geldleningen
door de Stichting Medisch Centrum Leeuwarden voor de financiering van de
nieuw-/verbouw op de lokaties Noord en Zuid.
Bijlage no. 246 Leeuwarden, 14 juni 1984.
Aan de Gemeenteraad.
Zoals U bekend zal zijn, zal de Stichting Medisch Centrum Leeuwarden
(M.C.L.) in november van dit jaar starten met de realisatie van het ver-/nieuw-
bouwproject
Dit project omvat de vervangende nieuwbouw van het Diaconessenhuisbouwkundig
geïntegreerd met het ingrijpend aanpassen van het Triotel en het gedeeltelijk
aanpassen van het Bonifatius Hospitaal.
Thans worden door het bestuur informatieve besprekingen gevoerd met geldge
vers over de financiering van de stichtingskosten van het project. Uiteindelijk
zullen de nieuw-/verbouwinvesteringen 153 miljoen gulden bedragen. Gelet op de
fasering in de bouwactiviteiten zal het genoemde bedrag niet in zijn geheel
worden verleend, maar zullen al naar gelang de financieringsbehoefte geldle
ningen worden aangetrokken.
Van de zijde van het bestuur van het M.C.L. hebben wij vernomen, dat de geldge
vers de eis stellen dat de overheid expliciet garant dient te staan voor de
betaling van de uit deze leningen voortvloeiende rente en aflossing. De moge
lijkheid van rijksgarantie is door het M.C.L. met het Ministerie van W.V.C.
besproken..Van de zijde van dit departement is gestéld, dat gezien de financiële
verhouding die reeds bestaat tussen het M.C.L. en de gemeente Leeuwarden, een
rijksgarantie voor de investeringen in verband met de bouwplannen niet zal wor
den afgegeven. Derhalve heeft de stichting bij brief van 24 mei jl. de gemeente
verzocht garant te willen staan voor de betaling van de rente en aflossing
voortvloeiende uit de geldleningen die noodzakelijk zijn voor de financiering
van de ver-/nieuwbouw van het M.C.L.
Met betrekking tot deze garantieverklaring merken wij het volgende op. In de
voorstellen die in de afgelopen tijd aan U zijn voorgelegd inzake de totstand
koming van de Stichting M.C.L. en de participatie van de gemeente in deze
stichting, is uitgegaan van de vorming van een B3-stichting (in de zin van het
overeenkomstige artikel in de Algemene Burgerlijke Pensioenwet). De genoemde
B3-status impliceert dat de gemeente garant staat voor de eventuele jaarlijkse
exploitatietekorten. Tijdens Uw vergadering van 12 december 1983 hebt U boven
dien expliciet besloten een dergelijke garantieverklaring af te geven. De
gemeentegarantie waar door het bestuur nu om wordt verzocht sluit dan ook aan
bij de bovenomschreven financiële verhouding tussen de gemeente en de stichting.
Voorts wijzen wij U erop dat de kapitaallasten die voortvloeien uit de onderha
vige investeringen door het Ministerie van W.V.C. zullen worden vergoed door
middel van een verhoging van het goedgekeurde budget van het M.C.L.
Gelet op het vorenstaande stellen wij U dan ook voor in principe te
besluiten garant te staan voor de betaling van rente en aflossing van de geldle
ningen welke noodzakelijk zijn voor de financiering van de ver-/nieuwbouwplannen
van het M.C.L. tot een maximum van 153 miljoen gulden.