- 8 -
rol spelen.
Onder diverse minderheidsgroepen in Leeuwarden leeft het gevoel, dat zij bewust
in wijken en buurten van mindere kwaliteit worden geplaatst. Uit het evaluatie
rapport kan dit niet worden afgeleid. De indruk bestaat, dat de toewijzing van
woonruimte in bepaalde wijken te maken kan hebben met de verhouding
inkomen/huur. De etnische minderheden behoren veelal tot de lagere inkomenscate
gorieën. Zij kennen veelvuldig de problemen, zoals die gelden voor autochtone
groepen met lage inkomens en zoals die bestaan voor zeer grote alsmede voor de
categorie een- en tweepersoonshuishoudens. Financiële verplichtingen jegens ver
wanten in het land van herkomst kunnen (ook na gezinshereniging) een aanzienlij
ke belasting op het inkomen blijven vormen en hiermee de bereidheid een hogere
huur te betalen beperken.
In genoemde ministeriële circulaire beveelt de Staatssecretaris de gemeenten aan
jaarlijks een rapportage door de Gemeenteraad te laten vaststellen inzake de
huisvesting van minderheden. Hij heeft hiervoor een schema beschikbaar gesteld.
Aangezien het hier gaat om een vorm van evaluatie, hebben wij gemeend er goed
aan te doen dit schema voor zoveel mogelijk aan de hand van de thans beschikbare
informatie uit de centrale registratie van woningzoekenden in te vullen en in
aanvulling op de overige evaluatie-gegevens ter inzage te leggen. Wij stellen U
voor deze informatie voor kennisgeving aan te nemen.
In het najaar bieden wij U een integrale beleidsnota inzake etnische groepen in
Leeuwarden aan. Hierin zal ook aandacht worden besteed aan de huisvesting van
deze groepen in de samenleving. In de nog te ontwikkelen volkshuisvestingsnota
zal eveneens aandacht aan deze categorie op de woningmarkt worden besteed.
d. Sociale urgentie-bepaling door de Madi.
De Madi heeft mede'met het oog op de resultaten van de evaluatie van de sociale
urgentie-bepaling de woningcorporaties verzocht een bijdrage te leveren in de
kosten van de Madi omdat deze de huidige aandacht aan woonruimtezaken als een
oneigenlijk gebruik van het werkapparaat van deze instelling beschouwt. Volgens
de Madi bedroeg het aantal hulpaanvragen over woonruimte in 1982: 1191 (advies,
bemiddeling, sociale urgentiebepaling). Dat is meer dan 1/3 van alle hulpaanvra
gen. (3222). In dat jaar werden 602 aanvragen voor een sociale urgentiebepaling
behandeld. Wij zijn met de Madi van mening, dat de sociale urgentie-bepaling een
onevenredig groot deel uitmaakt van de werkzaamheden. Wij zijn echter niet van
mening, dat de bemoeienis van de Madi met het systeem oneigenlijk zou zijn. Veel
maatschappelijke problemen, hangen immers nauw samen met de huisvestings- c.q.
woon- en leefsituatie. Wij achten het juist, dat bij de urgentie-bepaling de
sociale omstandigheden tot uitdrukking worden gebracht en dat daarbij in princi
pe een externe deskundige instantie omtrent de urgentiebepaling adviseert c.q.
rapporteert. Dat de beoordeling van situaties op gestructureerde wijze plaats
vindt met behulp van een puntenwaardering, doet niets aan af aan onze opvatting,
dat de sociale urgentiebepaling kan worden gezien als een dienstverlening aan de
woningzoekende, behorend tot het normale takenpakket van de Madi. Wij komen
hier nog op terug in hoofdstuk III. bij de behandeling van de kostenproble
matiek. Ter vermindering van de werkdruk bij de Madi en gelet op het feit, dat
de Madi zelf te kennen geeft te willen werken aan het openbaar maken van de door
haar aangelegende criteria, lijkt het ons van groot belang, dat er een beoorde
lingskader wordt ontworpen aan de hand waarvan de woningzoekende vooraf kan in
schatten op welk puntenaantal hij/zij in de gegeven omstandigheden kan rekenen.
- 9 -
Voor de woningzoekende heeft dit tot voordeel, dat direct bij de inschrijving de
verhuurfunctionaris kan meedelen welk aantal urgentiepunten wordt toegekend op
basis van het zo mogelijk in overleg met de Madi nog te ontwerpen beoordelings
kader. Woningzoekenden, die niet met de puntentoekenning kunnen instemmen,
moeten daarna nog de mogelijkheid hebben in beroep te komen. Hierbij kan worden
gedacht aan de onder ad a. genoemde klachtencommissie die voor een uitspraak
voor zover nodig het advies van de Madi inwint. Dit kan enerzijds worden gezien
als repressief toezicht op het juist hanteren van het beoordelingskader. Ander
zijds functioneert de Madi als een adviesinstantie met betrekking tot de sociale
urgentie-bepaling. De hier beschreven constructie zou ons inziens het aantal
consulten bij de Madi over woonruimtezaken kunnen verminderen tot het niveau van
vóór de inwerkingtreding van het gemeenschappelijke toewijzingssysteem. Dit
heeft als bijkomend voordeel, dat het aantal loketten voor de woningzoekenden
afneemt. Als gevolg van het verwijzingssysteem naar de Madi is er ongewild voor
de woningzoekende een loket bijgekomen, terwijl juist de centrale registratie
onder meer tot doel had het aantal loketten te doen afnemen. De Madi heeft
echter in een reaktie op onze voorstellen laten weten geen vertrouwen te hebben
in de door ons voorgestelde constructie. De verhuurfunctionarissen zouden vol
gens de Madi niet de nodige objectiviteit en deskundigheid bezitten om tot een
goede vasstelling van de sociale urgentie te komen. De Madi refereert daarbij
aan de ervaringen, die tot nu toe zijn opgedaan met het functioneren van het
gemeenschappelijke toewijzingssysteem. De Madi wordt in deze opvattingen ge
steund door de Adviescommissie voor de Maatschappelijke Dienstverlening. Wij
erkennen, dat in ons voorstel niet de meest optimale situatie voor de sociale
urgentie-bepaling wordt nagestreefd, maar gegeven de beperkte financiële moge
lijkheden moet ons inziens een poging worden gedaan om op een andere wijze de
sociale urgentie bepaling te structureren. De resultaten worden te zijner tijd
geëvalueerd. Met het alternatieve voorstel van de Madi om een onafhankelijk
maatschappelijk werker in te schakelen op kosten van de deelnemers van het
systeem is een bedrag van 100.000,gemoeid. Gelet op het eerder gevoerde
overleg met de corporaties lijkt ons dit voorstel van de Madi niet haalbaar.
Met betrekking tot de onderlinge afstemming van de medische en sociale indicatie
zijn wij van mening, dat er naar eenduidigheid gestreefd moet worden. Dit kan
worden bereikt door de medische indicatiestelling te beperken tot de pure medi
sche omstandigheden en de sociale omstandigheden via het nog te ontwerpen beoor
delingskader voor sociale urgentie-punten te waarderen. De onderlinge weging van
punten in het totale puntensysteem dient voorwerp van overleg te zijn tussen de
DGGD, de Madi en de verhuurders. Wij hebben namelijk de indruk dat de onderlinge
verhouding tussen de wachtpunten, de sociale urgentiepunten en de medische
urgentie-punten onevenwichtig is.
e. Verhuur van grote woningen in overeenstemming met de samenstelling van het
huishouden.
Gelet op het streven ook grote woningen in de binnenstad te bouwen en in aanmer
king genomen, dat er enkele complexen grote woningen zijn of binnenkort worden
opgeleverd, achten wij het gewenst, dat vooruitlopend op een algehele herziening
van het toewijzingssysteem een expliciet toewijzingsbeleid voor dit stadsdeel
wordt gevoerd ten aanzien van de toewijzing van grote woningen.
Ons inziens dient over het algemeen in eerste instantie te worden gestreefd de
woningen in overeenstemming met de samenstelling van het huishouden toe te wij
zen.