- 10 - f. Inschrijvingsmogelijkheid voor woongroepen en onzelfstandige woonruimte. Het registratiesysteem dient te voorzien in de inschrijving van woongroepen en woningzoekenden voor onzelfstandige woonruimte. Voor wat betreft de aanbodzijde dient op een eventuele vraag in deze richting te worden ingespeeld. De corpora ties en de gemeente hebben de mogelijkheid woningen per kamer te verhuren, zon der dat dit een negatieve invloed heeft op een eventuele rijksbijdrage in de exploitatie van het desbetreffende complex. g. Toewijzing woonruimte in relatie tot het inkomen. Ten aanzien van de formulering van een toewijzingsbeleid met betrekking tot de verhouding inkomen/woonlasten, willen wij thans reeds opmerken, dat bij de toe wijzingsselectie ook een toets moet worden ingebouwd ten aanzien van de mate waarin een beroep op de regeling voor individuele huursubsidie wordt gedaan. Daarbij dient betrokken te worden de kans op het beschikbaar komen van een meer bij het inkomen passende woning op korte termijn. h. Verdere procedure om te komen tot een herziening van het systeem. Het aanwezige evaluatie-materiaal biedt ons thans niet de mogelijkheid U een afgewogen en concreet voorstel te doen omtrent een herziening van het woonruim- teverdelingsysteem. De rapportages bieden echter wel de basis om voorstellen tot verbetering uit te werken. Gelet op de voorgeschiedenis achten wij een zorgvul dige werkwijze en een nauwgezette probleemanalyse van groot belang om een zo juist mogelijke bijstelling van het puntenstelsel en de programmatuur voor de geautomatiseerde verwerking, te bewerkstelligen. Wij kunnen daarom met het voor stel van de federatie instemmen om een werkgroep te formeren, waarin van gemeen tewege wordt geparticipeerd. Wij achten het wenselijk, dat van de kant van de corporaties de mogelijkheid wordt geschapen om ook de verhuurfunctionarissen bij het werk van deze werkgroep te betrekken. Wij achten het voorts van belang, dat ook een vertegenwoordiger namens de woningzoekenden in de werkgroep wordt opge nomen Voor wat betreft de sociale urgentie-bepaling hebben wij met de Madi en de fede ratie nader overleg gevoerd omtrent het vinden van een formule om de werkzaamhe den van de Madi in dit verband tot redelijke proporties terug te brengen. De werkgroep, die voorstellen tot verbetering moet ontwikkelen, zal in eerste in stantie ook aandacht moeten besteden aan de nadere invulling van de nieuwe struct tuur, waarbij inschakeling van een andere adviesinstantie - deskundig op het ge bied van het maatschappelijk werk - niet moet worden uitgesloten. Wij achten het voorts van belang, dat de werkgroep de in de loop van de tijd binnengekomen individuele klachten betrekt bij de studie tot verbetering van het toewij zingssysteem. III. Kostenproblematiek sociale urgentie-bepaling. (Préadvies inzake de brief van de Madi d.d. 18 oktober 1983) Bij brief van 18 oktober 1983 heeft de Madi zich tot U gericht met het verzoek om voor 1983 80.000,beschikbaar te stellen voor de sociale urgentiebepaling in het kader van het gemeenschappelijke woonruimteverdelingssysteem. U hebt deze brief in handen van ons College gesteld om préadvies. Daarbij is er vanuit ge - 11 - gaan, dat deze kwestie zou worden betrokken bij de evaluatie van het huidige woonruimteverdelingssysteem. Alvorens op de kostenkwestie zelf in te gaan menen wij er goed aan te doen de aanleiding van dit verzoek te memoreren en zullen wij trachten een nadere onderbouwing te geven van ons standpunt, dat de sociale ur gentiebepaling tot het reguliere takenpakket van de Madi moet worden gerekend. Vooraf merken wij nog op, dat onderscheid dient te worden gemaakt tussen het toerekeningsvraagstuk van de reeds gemaakte kosten over het jaar 1983 en de nog te maken kosten in het kader van de in paragraaf II.4 sub 2. voorgestelde nieuwe werkwijze voor de sociale urgentie-bepaling. a. Probleemstelling. De Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Leeuwarden (hierna Madi) heeft zich bij brief van 2 december 1982 gewend tot de Federatie van Leeuwarder Woning corporaties met het verzoek een deel van de kosten, welke voortvloeien uit de sociale urgentiebepaling van woningzoekenden, te vergoeden. Uitgaande van het aantal uitgebrachte adviezen in 1982 (rond 600) wordt met ingang van 1983 een vergoeding gevraagd van rond 80.000,gebaseerd op het geschatte aantal maat schappelijke werkuren van 48 uren gedurende 52 weken tegen een uurtarief van 31>70. De overhead-kosten en bijkomende kosten worden niet in rekening ge bracht, deze worden gerekend tot de normale taak van de Madi. De federatie heeft bij brief van 31 december 1982 de Madi meegedeeld niet akkoord te gaan met het in rekening stellen van de besteedde maatschappelijke werkuren. Als motivering wordt aangevoerd: a. elke woningcorporatie heeft eigen verhuur-functionarissen die veelal met dezelfde materie bezig zijn als die voorgelegd aan de Madi. b. in de huidige economische situatie is het niet verantwoord kostenverhogend te werken. De Madi heeft hierop bij brief van 13 januari 1983 deze aangelegenheid bij het gemeentebestuur aangemeld met het verzoek te bemiddelen. Deze bemiddeling heeft niet geleid tot een herziening van het standpunt van de federatie. De Commissie voor het Woningbedrijf heeft zich op 10 februari 1983 op het standpunt gesteld dat deze kwestie in de evaluatie van de woonruimteverdeling Leeuwarden moet wor den betrokken, maar dat vooralsnog niet moet worden ingegaan op het verzoek om te betalen voor de sociale urgentiebepaling. b. Inschakeling Madi bij sociale urgentiebepaling. In het kader van de opzet van een centraal registratiesysteem van woningzoeken den en de centrale toewijzing van woningen kon volgens de participanten van dit systeem (de corporaties en het gemeentelijk woningbedrijf) de inschakeling van de Madi niet worden gemist. Voor wat betreft de sociale urgentiebepaling vormt de Madi een deskundige en objectieve instantie. De Madi heeft de gevraagde mede werking in 1980 verleend. Als redenen hiervoor werden genoemd: a. het toewijzigingssysteem wordt als een middel gezien waardoor een rechtvaar diger verdeling van de huurwoningen mogelijk wordt; b. binnen dat systeem de Madi de woningzoekenden van dienst wil zijn bij het vertalen van hun sociale omstandigheden naar de toewijzingscommissie (zie de brief d.d. 1 december 198O van de Madi aan de diverse participanten). In deze brief is geen voorbehoud gemaakt m.b.t. het betalen van de met sociale

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 551