No. 11513 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 9 augustus 1984, (bijlage nr. 268); BESLUIT met Beleggingsmaatschappij Friesland B.V., gevestigd te Leeuwarden, een overeen komst aan te gaan tot beëindiging van het opstalrecht, rustende op het aan de noordzijde van Tulpenburg gelegen perceel grond, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G, nummer 15937, groot 258 centiare, welk opstalrecht is ge vestigd voor onbepaalde tijd en terzake van welk opstalrecht jaarlijks een ver goeding aan de gemeente Leeuwarden is verschuldigd van f 1.032,zulks onder de volgende bedingen: 1de gemeente Leeuwarden is terzake de beëindiging van het recht van opstal generlei vergoeding, hoe ook genaamd, verschuldigd; 2. de opstalhoudster dient er voor te zorgen, dat het onderhavige perceel op de datum van het passeren van de betreffende notariële akte vrij is van huur, hypotheek en beslag c.q. in-/overschrijvingen hiervan; verder dient de opstalhoudster het perceel op de bedoelde datum geheel ontruimd ten genoegen van Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden op te leveren, zodanig, dat de grond in dezelfde toestand verkeert als bij de aan vang van het recht van opstal, met dien verstande dat de aanwezige klinker verharding mag worden achtergelaten doch het hekwerk dient te worden verwij derd; 3. de beëindiging van het opstalrecht geschiedt ingaande de datum van het passeren van de betreffende notariële akte; 4. de onroerend-goedbelasting en alle verdere zakelijke lasten welke van het onroerend goed worden geheven, komen/blijven tot 1 januari 1985 voor rekening van de opstalhoudster; het risico voor en het onderhoud van het perceel komen vanaf de datum van het passeren van de betreffende notariële akte voor rekening van de gemeente Leeuwarden; 5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek; 6. alle kosten, waartoe de beëindiging van het opstalrecht aanleiding mocht geven, komen voor rekening van Beleggingsmaatschappij Friesland B.V.; 7. de betreffende akte zal worden verleden voor de te Leeuwarden gevestigde notaris mr. D.W. van Terwisga. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. EAAT:SADVIESCOMMISSIE VCOR DE DEUCE?- EiT DE217AASSCHRIPTSÏÏ Advies inzake de "beslissing op het bezwaarschrift van de Werkgroep Vrouw en Werkwinkel. Bijlage nr.269 Leeuwarden, 29 juni 1984* Aan de Gemeenteraad. 1Inleiding. Bij besluit van 12 maart 1934 heeft de Saad het Programma Sociaal Cultu reel Werk 1234 vastgesteld, o.m. inhoudende vaststelling van een subsidie van 2.339,voor de Werkgroep Vrouw en Werkwinkel. Burgemeester en Wethouders hebben bij brief d.d. 23 maart 1934, Wznr. 5076, hiervan mededeling gedaan aan de Werkgroep. 3ij brief van 19 april 1134 (dus binnen de daartoe gestelde termijn) heeft de Werkgroep ingevolge de Wet A.R.0.3. beswaar hiertegen tij de Raad ingediend. Overeenkomstig artikel 2 van de Procedureverordening Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften is het bezwaarschrift om advies in handen gesteld van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften. 2. Bezwaarschrift. De Werkgroep voert, samengevat, het volgende aan: - Door de toevoeging "p.m." bij de activiteiten spreekuur en thema-avonden n.a.v. actuele gebeurtenissen, komen deze activiteiten op losse schroeven te staan. - Geprotesteerd wordt tegen de voorwaarde van een eigen bijdrage door bezoeksters, aangezien: a. dit drempelverhogend werkt; b. de motivering hiertoe niet duidelijk is; c. hierdoor het ongelijkheidsprincipe wordt toegepast in vergelijking met andere instellingen. - Er bestaat bezwaar tegen de voorwaarde van samenwerking met andere groepen, aangezien: a. er al een zekere mate van samenwerking is;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 585