u. er een samenwerkingsmogelijkheid moet worden onderzocht met een
instelling die nog niet functioneert. Bovendien is die samenwerking
slechts in beperkte mate mogelijk.;
c. altijd vrijwilligersorganisaties met professionele organisaties moe
ten samenwerken en die voorwaarde nooit andersom wordt gesteld.
Reactie van Burgemeester en Wethouders.
Bij schrijven van 17 mei 1934 hebben Burgemeester en Wethouders op het
bezwaarschrift van de Werkgroep gereageerd. Samengevat komt deze reactie
op het volgende neer:
- Subsidieaanvragen voor reeds gestarte activiteiten worden hetzelfde be
handeld als subsidieaanvragen voor nog te starten activiteiten.
Aangezien de spreekuren niet wezenlijk verschillen van die van het
Bureau Kleinschalig Werken is hierbij als voorwaarde gesteld, dat de
mogelijkheid van samenwerking moet worden onderzocht.
- Alleen in speciale gevallen wordt afgeweken van de stelregel, dat
rekening wordt gehouden met eigen inkomsten. Be Werkgroep is hiervan
op de hoogte. Het spreekuur behoort niet tot de categorie van uitzon
deringsgevallen, aangezien de bezoeksters uit eigen beweging en eigen
behoefte komen. Als voorbeeld moge dienen, dat de informatiewinkel van
Mensen Zonder Werk kostendekkend draait met behulp van eigen bijdragen,
- Het Bureau Kleinschalig Werken houdt zich min of meer met dezelfde
problematiek bezig als de Werkgroep Trouw en Werkwinkel. Met dit Bureau
bestaat al een subsidierelatie. Aan dit Bureau wordt ook de voorwaarde
van samenwerking met andere groepen gesteld.
Terinzagelegging van de stukken en hoorzitting.
Be op de zaak betrekking hebbende stukken hebben van 21 t/m 25 mei 1934
ter gemeentesecretarie ter inzage gelegen. Be Werkgroep heeft kennisge
dragen van de stukken. Be Werkgroep en Burgemeester en Wethouders zijn
in de gelegenheid gesteld hun standpunt nader toe te lichten op een hoor
zitting van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften
op dinsdag 12 juni 1934 te 16.00 uur in het Stadhuis. Na overleg tussen
de voorzitter van de Raadsadviescommissie en de vertegenwoordigsters van
de Werkgroep werd vastgesteld, dat de P.M.-aanduiding bij de subsidie
toekenning voor de thema-avonden niet meer op bezwaar stuitte en dat het
bezwaarschrift zich derhalve richtte tegen twee punten, te weten de
P.M.-aanduiding bij de spreekuuractiviteiten en de toekenning van een be
drag van 1.530,na aftrek van 10°' eigen bijdrage in de kosten van 'net
spreekuur. Tijdens de hoorzitting bleek, dat de Werkgroep in overleg is
getreden met het Bureau Kleinschalig Werken en dat de gemeente in prin-
cioe tot subsidiëring bereid is, uiteraard na weging van de resultaten.
Vraagtekens werden geplaatst bij het begrip "deelnemer" in verband met
de voorwaarde van een eigen bijdrage bij gebruikmaking van het spreek
uur.
Voor het overige werden geen nieuwe elementen toegevoegd aan de reeds
schriftelijk ingenomen standpunten.
Overwegingen en advies van de Raadsadviescommissie voor de beroer- en
bezwaarschriften.
Be commissie stelt vast, dat de P.M.-aanduiding bij de subsidietoekennin,
voor de thema-avonden bij de Werkgroep geen bezwaar meer ondervindt.
Tevens is tijdens de hoorzitting gebleken, dat de Werkgroep in overleg
is getreden met het Bureau Kleinschalig Werken cm samenwerkingsmogelijk
heden te onderzoeken bij de spreekuuractiviteiten en dat, uiteraard na
weging van de resultaten door de gemeente, het verlenen van een subsidie
in principe wel mogelijk is.
Tegen de dan genomen beslissing kan bezwaar worden ingediend. Op grond
hiervan acht de commissie het bezwaarschrift op dit onderdeel ongegrond.
Be commissie is van mening, dat de eigen bijdrageregeling niet van toe
passing kan zijn op bezoeksters van een spreekuur. Immers de eigen bij
drageregeling spreekt slechts over deelnemers en bezoeksters van een
spreekuur kunnen niet worden beschouwd als deelnemers aan specifieke
activiteiten; hiertoe is ook in de stukken geen aanwijzing te vinden.
Voorts heeft de commissie de indruk, dat de bepaling van het aantal be
zoeksters slechts i3 gebaseerd op een schatting en dat de korting van
170,10®4 van het gevraagde subsidiebedrag) willekeurig tot stand
is gekomen. Op grond hiervan acht de commissie het bezwaarschrift op dit
onderdeel gegrond.
Be commissie adviseert de Raad derhalve:
- het bezwaarschrift ongegrond te verklaren voor zover het gericht is te
de P.M.-aanduiding bij de subsidietoekenning voor de spreekuuractivite
- het bezwaarschrift gegrond te verklaren voor zover het gericht is te,ge
de korting van 170,als eigen bijdrageregeling voor bezoeksters va
de spreekuren,
en te besluiten conform bijgevoegd ontwerp-besluit.
Raadsadviescommissie voor de beroep- en