RAAB3ABYIESC O'IMIS S IE YOOR BE BSE OS?- SIT BE ZWAARS CHRISTEN
Advies inzake de "beslissing op het "bezwaarschrift van de heer B.E.A. Eecen.
Bijlage nr. 286 Leeuwarden, 20 juli 1984
Aan de Gemeenteraad.
1Inleiding-
Bij besluit van Uw raad van 2 april 19-34» nr. 4519 onder II, heeft U
een voorbereidingsbesluit ex artikel 21 Wet op de Ruimtelijke Ordening
genomen terzake van een partiële herziening van het bestemmingsplan
"Buitgengebied" voor een perceel ten zuiden van het Yan Earinxmakanaal
te Goutum, zoals nader aangegeven op de bij het besluit behorende te
kening nr. 13-54.
Het voorbereidingsbesluit is door de Burgemeester van Leeuwarden, over
eenkomstig artikel 23 Wet op de Ruimtelijke Ordening op 16 april 1034
bekend gemaakt.
Tegen dit voorbereidingsbesluit heeft de heer D.E.A. Eecen op 15 mei 1°34
(dus binnen de daartoe gestelde termijn) een bezwaarschrift ingediend.
Overeenkomstig artikel 2 van de Procedureverordening Raadsadviescommissie
voor de beroep- en bezwaarschriften is het bezwaarschrift om advies in
handen gesteld van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaar
schriften.
2Het bezwaarschrift.
Be heer Eecen voert, samengevat, het volgende aan:
Uit vrees voor een net zo verwaarloosd uiterlijk van het perceel als de
beide volkstuincomplexen, gelegen in de nabije buurt en uit vrees voor
verblijfsrecreatie op dit terrein, bestaat bezwaar tegen:
- de legalisering van het huidige gebruik van het perceel, welk gebruik
afwijkt van het bestemmingsplan;
- het scheppen van mogelijkheden tot het plaatsen van kleine opstallen.
Aan de behoefte aan deze opstallen twijfelt hij ten zeerste;
- de door de gemeente gevolgde procedure in dezen. Hij is van mening dat
de art. 19 Wet Ruimtelijke Ordening-procedure niet voldoende rechtsze
kerheid biedt voor de burger bij een zo ingrijpende wijziging van het
bestemmingsplan.