Op beide punten zal later in dit verslag nog teruggekomen worden. De verslagen van de platform-vergaderingen en derhalve ook de besluiten die tijdens de vergaderingen genomen worden, worden ter kennisname aan het college van B en W. gezonden. De zaken die in het Platform naar voren zijn gekomen, zijn voor onze gemeente verscheidene malen aanleiding geweest om dieper op die onder werpen in te gaan. Het Platform vervult dan ook zeker een initiërende en stimulerende functie, ook zonder dat er sprake is van een commissie van advies of een commissie van advies en bijstand in de zin van de Gemeentewet. Gezien het raadsbesluit naar aanleiding van de "Evaluatie nota structurering commissies en raden" om adviesraden op een categoriale grondslag op te heffen is het ook niet wenselijk het Platform een derge lijke status te geven. De status-bepaling van het Platform zal ook in 1984 nog onderwerp van discussie zijn. Een tweede kernpunt bij het functioneren van het Platform dat ook samen hangt met de status die de adviezen van de vergadering hebben is de vraag welke organisaties op welke titel in het Platform vertegenwoordigd moeten zijn. Bij de instelling van het Platform Culturele Minderheden heeft de gemeen te het initiatief genomen om de bestaande organisaties voor deelname daarin uit te nodigen. Uitgangspunt is daarbij geweest, dat de deelnemende organisaties in het platform optreden als vertegenwoordigers van de etnische gemeenschappen in Leeuwarden. In deze gedachtengang was het bestaan van plaatselijk georganiseerde groeperingen een wenselijk geachte situatie. Het werd van belang geacht dat het platform zodanig werd samengesteld dat dit zou bestaan uit vertegenwoordigers van besturen die langs demo cratische weg zijn gekozen. Op deze wijze -zou er enige zekerheid over kunnen worden verkregen, dat de in het platform geventileerde meningen overeenstemmen met de gedachten en gevoelens die leven binnen de diverse achterbannen. Het probleem is echter wel dat er daarbij eisen aan de vertegenwoordiging van de groeperingen,aan de continuïteit daarin en aan de structuur van de zelf-organisaties gesteld worden, waaraan de organisaties mede gezien de ontwikkelingsfase waarin zij zich bevinden niet altijd kunnen voldoen Het voorgaande heeft ook in 1983 ertoe geleid dat het Platform nog niet functioneerde zoals wenselijk geacht wordt. Toch spreken we de verwachting uit dat, mede door b.v. kadervorming binnen de organisaties en door verduidelijking door de gemeente van status en functie van het Platform, de inspraak van de betrokken groeperingen op het gemeentelijk beleid steeds beter tot haar recht zal komen. Een positieve zaak hierbij is dat b.v. bij de Vietnamese groepering een organisatorisch verband is gegroeid, dat in de toekomst tot belangen- behartigende organisatie kan uitgroeien. 4. Racisme en discriminatie. In 1983 is zowel in de Gemeenteraad als in het Platform het onderwerp racisme en discriminatie aan de orde geweest. In de Gemeenteraad is naar aanleiding van een brief van het Frysk Anti Faksisme Komité, waarbij een notitie "naar een gemeentelijk anti-fascisme- beleid" werd aangeboden,een uitgebreide discussie gevoerd over de wenselijk heid en de wijze van optreden tegen weer opkomend fascisme. Daarbij zijn racisme en discriminatie zeer uitdrukkelijk veroordeeld. Ook in het Platform is over (het tegengaan van) discriminatie gesproken. Dit omdat leden van etnische groepen in toenemende mate rechtstreeks met agressief gedrag te maken krijgen. Dit geldt naar hun gevoel zowel voor optreden van hun mede-burgers als van verschillende instanties. Zo had men de indruk dat discriminerend taalgebruik ook in b.v. kranten en radio programma's binnensluipt. - 3 - Op grond van het bovenstaande is besloten om in de nota etnische groepen gericht aandacht te besteden aan racisme en discriminatie. Daarbij moeten de mogelijkheden om dit van gemeentewege actief tegen te gaan onderzocht worden. Dit heeft geresulteerd in een gedeelte in de nota waarin enige concrete beleidsmaatregelen verwoord staan. 5. Onderwijs. Binnen de sector onderwijs is het afgelopen jaar met name aandacht besteed aan 4 activiteiten. a. Onderwijs in eigen taal en cultuur (O.E.T.C.) t.b.v. Turkse kinderen; b. O.E.T.C. t.b.v. Marokkaanse kinderen; c. onderwijs aan Italiaanse kinderen; d. de "Internationale Schakelklas" (I.S.K.). Ad a) O.E.T.C. t.b.v. Turkse kinderen. Deze vorm van onderwijs is bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 6 tot 12/13 jaar. Er werden tot de zomervakantie elke week twee schooltijden les gegeven waarbij de faciliteiten zijn gebaseerd op een deelname van 15 kinderen. De peildatum voor de toewijzing van het aantal schooltijden voor het schooljaar 1983-1984 was 16 april 1983. Mede dankzij ouderbezoek kan thans worden gesproken van een toenemende belangstelling binnen de Turkse gemeenschap voor het O.E.T.C., zodat voor het bedoelde schooljaar een aanvraag kon worden gedaan voor vier schooltijden (een verdubbeling van het aantal). Blijkens de door de ouders ingediende verklaringen zullen 25 kinderen aan het O.E.T.C. deelnemen. De bedoelde verklaringen worden door de consulent anderstaligen te Groningen noodzakelijk geacht in het kader van de controle door het RijksschooltoezichtBovendien blijkt uit de presen^.tielijst(en) de toenemende belangstelling van Turkse zijde voor deze vorm van onderwijs. Sedert enige tijd functioneert een zgn. belangengroep Turkse ouders. Periodiek vindt overleg plaats van deze oudergroep met het bevoegd gezag. Uit dit overleg zijn de volgende resultaten naar voren gekomen: - de lessen zullen worden gegeven tijdens de reguliere schooltijden, d.w.z. niet op woensdagmiddag en op zaterdagen. Ook landelijk gezien wordt dit wenselijk geacht; - het onderwijs wordt gegeven in de Plataanschoolgekozen is voor concentratie van het O.E.T.C. in deze school. Dit heeft ook de voor keur van de Turkse leerkracht, die daardoor onderwijskundig gezien meer mogelijkheden heeft (ondermeer vormen van leeftijds/niveau-groepen) - het vervoer van de kinderen uit andere schoolrayons van en naar de Plataanschool zal m.i.v. het schooljaar 1983-1984 door het bevoegd gezag worden geregeld. Het aantal toeleverende scholen is 6. Met de hoofden van deze scholen zal worden overlegd teneinde het eventuele nadelige effect van het missen van lessen aan de reguliere school te reduceren. De belangengroep Turkse ouders is mede dankzij de voortvarende inbreng van een van de vrijwilligers goed van de grond gekomen. E.e.a. wordt als positief ervaren. Wij achten deze vorm van overleg met de direct belanghebbenden (ouders/ vertegenwoordigers/leerkracht en hoofd Plataanschool) een effectieve vorm van overleg m.b.t. het onderwijs aan anderstalige kinderen. Ad b) O.E.T.C. t.b.v. Marokkaanse kinderen. Het onderwijs in eigen taal en cultuur t.b.v. Marokkaanse kinderen werd in het schooljaar 1982-'83 gedurende 4 schooltijden (woensdagen en za terdagen) gegeven in de Plataanschool. Het aantal deelnemende kinderen is nu vrij constant (19 of 20 kinderen). Op basis van dit aantal kon een aanvraag worden gedaan bij het Ministerie voor drie schooltijden voor het schooljaar 1983-1984. - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 636