- 6 -
opdat in voorkomende gevallen in de toekomst in Leeuwarden zonder problemen
volgens Islamitische regels begraven kan worden.
7'Voorlichting.
Op het gebied van voorlichting zijn er naast de incidentele activiteiten
die plaatsvinden, ook twee langdurige projecten die hier de aandacht
verdienen.
a. project voor buitenlandse vrouwen
b. bovenlokale dienstverlening
a. Het project voor buitenlandse vrouwen loopt reeds enige jaren. Het
project wordt uitgevoerd met een gemeentelijk subsidie onder verant
woordelijkheid van Het Baken.
Het is gestart met het geven van Nederlandse taal door vrijwillig
sters bij de vrouwen thuis, de zgn. huiskamerlessen. Dit werk was en
is van groot belang omdat het soms het enige contact is dat Turkse
en Marokkaanse vrouwen met de Leeuwarder samenleving hebben. Nadat de
lessen enige tijd thuis gegeven waren, is er zoveel mogelijk naar
gestreefd om deze vervolgens in groepsverband buitenshuis te doen
plaatsvinden.
Dit werd gecombineerd met het geven van een naaicursus in een wijk
centrum; langzamerhand kwamen er ook andere activiteiten van de
grond met een deels ontspannend en deels voorlichtend karakter.
Zo werden er bijeenkomsten gehouden waarvoor iemand uitgenodigd werd
die iets kon vertellen over b.v. het kruiswerk, de gezinsverzorging,
de gezondheidszorg etc. Het bleek dat deze avonden waarop uitgelegd
werd hoe de verschillende instellingen in Leeuwarden werken, één van
de betere manieren was om vrouwen op deze terreinen voor te lichten.
Het proces dat vrouwen via huiskamerlessen en naaicursussen aan anders-
soortige activiteiten buitenshuis deel gaan nemenrverloopt zeer gelei-
delijk. De inzet van vrijwilligsters is hierbij uitermate belangrijk^
om de continuïteit te waarborgen.
b. Bovenlokale dienstverlening.
In 1983 zijn de plannen met betrekking tot de herstructurering voor
het welzijnswerk voor buitenlanders geëffectueerd. Dit betekent dat
het centrum voor buitenlanders in Leeuwarden niet alleen een plaat
selijk uitvoerend, maar ook een bovenlokaal ondersteunend karakter
heeft gekregen. De beleidsverantwoordelijkheid voor het ondersteunend
werk op bovenlokaal niveau is door de andere betrokken gemeenten
gedelegeerd aan de gemeente Leeuwarden,die vervolgens het C.O.L. c.q.
het centrum voor buitenlanders heeft gevraagd voor de uitvoering zorg
te dragen.
De beroepskrachten die bij het centrum voor buitenlanders werkzaam
zijn, hebben naast hun plaatselijk werk, taken op het gebied van
voorlichting, pleitbezorging en ondersteuning aan algemene instellingen
en instanties die werken met en voor buitenlanders.
Alhoewel in 1982 de plannen voor een dergelijke structuur reeds rond
waren, kwam pas halverwege 1983 de toestemming van het Ministerie van
W.V.C. om de structuur, waarin uitvoerend en ondersteunend werk aan
elkaar gekoppeld werden, uit te voeren.
Het jaar 1983 is daarom aoor de betrokken instelling en de daartoe
aangestelde functionarissen met name besteed aan het leggen van contac
ten in de provincie en het peilen van de behoeften aan welke informatie
vooral behoefte bestaat. Op basis van die gegevens is een werkplan
geschreven dat in 1984 uitgevoerd moet worden.
In 1985 zal er een evaluatie plaatsvinden waar zowel het C.O.L.de
gemeentenals het Ministerie bij betrokken worden. Naar aanleiding van
die evaluatie zal het Ministerie bezien of het bovenlokale werk in
zijn huidige vorm voor subsidie in aanmerking zal blijven komen.
Subsidieverzoek van de Stichting Lesbisch Archief Leeuwarden in het kader van
het Programma Sociaal Cultureel Werk 1984.
Bijlage no. 296 Leeuwarden, 30 augustus 1984
Aan de Gemeenteraad.
Tijdens de behandeling van het Programma Sociaal-Cultureel Werk 1984 in de
vergadering van Uw raad van 12 maart jl. hebben wij, naar aanleiding van de
hierover gevoerde discussie, ons voorstel met betrekking tot de toekenning van
subsidie in de organisatie- en activiteitenkosten van de Stichting Lesbisch
Archief Leeuwarden, ter nadere overweging ingetrokken.
Alvorens een nader voorstel te formuleren, lijkt het ons gewenst enig
inzicht te geven in de achtergrond en voorgeschiedenis van het subsidieverzoek
van de genoemde stichting.
De Stichting Lesbisch Archief Leeuwarden is opgericht in april 1982 en stelt
zich ten doel zoveel mogelijk materiaal te verzamelen en te bewaren over het
leven van lesbische vrouwen en over lesbische activiteiten. Daarnaast organi
seert de stichting regionale dagen/manifestaties en lezingen, wordt een
nieuwsbrief "Lesbisch Archivaria" uitgegeven en worden onderzoeken gedaan.
In het kader van het Programma Sociaal-Cultureel Werk 1983 is door de
stichting een verzoek om een startsubsidie van minimaal 10.000,ingediend.
U hebt in Uw vergadering van 12 september 1983 besloten, dat de archiefwerk
zaamheden zijn te beschouwen als een emancipatieactiviteit en de Stichting Les
bisch Archief een startsubsidie ad 10.000,te verstrekken t.b.v. de aanschaf
van archief- en kantoorbenodigdheden en documentatiemateriaal.
Voor het jaar 1984 is door het Lesbisch Archief opnieuw een subsidieverzoek
ingediend en wel t.b.v. een literaire manifestatie, een manifestatie in het
kader van de Internationale Lesbische Week en de archiefwerkzaamheden van de
stichting. Ons voorstel inzake de subsidiëring van de twee eerstgenoemde activi
teiten tot 1.125,resp. 2.100,heeft geen vragen opgeroepen bij de behan
deling van het Programma Sociaal-Cultureel Werk 1984 in de gemeenteraadsvergade
ring van 12 maart jl.
Voor haar archiefwerkzaamheden vroeg de stichting daarnaast een subsidie van
4.500,5.500,kosten -/- 2.000,eigen inkomsten).
Gelet op het in 1983 toegekende startsubsidie t.b.v investeringen, stelden
wij voor om de in de onderhavige begrotingspost van 6.500,opgenomen kosten
van aanschaf van archiefmappenkaartjes e.d. ad 1.500,niet (opnieuw) sub
sidiabel te verklaren. De resterende kosten achtten wij in principe subsidiabel,
zij het dat wij de hoogte daarvan 5.000,niet reëel vonden, mede in ver
gelijking met de toegestane organisatiekosten van andere gesubsidieerde
organisaties. In het door de stichting ingediende bezwaarschrift vonden wij geen
aanleiding ons standpunt in dezen te herzien.
Wij stelden voor uit te gaan van subsidiabele kosten tot een bedrag van
2.750,zodat onder aftrek van de eigen inkomsten ad 2.000,een subsidie
van 750,in deze kosten verstrekt zou moeten worden.
Ons voorstel op dit punt is aanleiding geweest tot een uitvoerige discussie.
De discussie spitste zich toe op de vraag of het in de begroting van de
stichting opgenomen bedrag van 5.000,bedoeld was voor uitsluitend "overige
kosten als leges, kopieerwerk, correspondentie e.d.", de verwerking van
materiaal, danwel ook voor de verwerving van materiaal (boeken, tijdschriften
e.d.), op de vraag of en zo ja in hoeverre verwervingskosten subsidiabel zijn en
op de vraag tot welke hoogte de opgevoerde kosten dan acceptabel c.q. subsidia-