RA ADSADVIESCOMMISSIE VOOR DE BEROEP- EN BEZWAARSCHRIFTEN.
Bijlage nr. 353 Leeuwarden, 24 september 1984*
Aan de Gemeenteraad.
Advies inzake de beslissing op het beroepschrift van mevrouw W. Kooistra-
Westerdi jk.
I. Inleiding.
Bij besluit van 26 juni 1984, nr. B 453/8? (verzonden 17 juli 1294), heb
ben Burgemeester en Wethouders besloten een bouwvergunning te weigeren voor
het oprichten van een veestalling op het perceel Dokkumertrekweg 60. De
eigenaresse van het perceel, mevrouw W. Kooistra-Westerdijk, had hierom ver
zocht op 4 november 1983-
Burgemeester en Wethouders hebben de bouwvergunning geweigerd wegens strijd
met het bestemmingsplan "Buitengebied 1970". Evenmin zijn Burgemeester en-
Wethouders bereid medewerking aan het bouwolan te verlenen met toepassing
van artikel 19 van de. Wet Ruimtelyke Ordening en
van artikel 50, achtste lid, van de Woningwet, aangezien het bouwplan ook
in strijd is met het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan "'t Vierhuis".
Bij brief van 31 juli 1984 (dus binnen de daartoe gestelde termijn) heeft
mevrouw Kooistra-Westerdijk ingevolge de Woningwet tegen het weigeringsbe-
sluit beroep ingesteld bij de Raad. Op grond van artikel 2 van de Procedure
verordening Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften is het
beroepschrift om advies in handen gesteld van de Raadsadviescommissie voor
de beroep- en bezwaarschriften.
II Beroepschrift
Mevrouw Kooistra-Westerdijk voert, voorzover voor de onderhavige procedure
van belang, het volgende aan:
- De grond is niet geschikt voor tuinbouw, aangezien noch appelbomen noch
prei hier goed wilden groeien.
- Door goede bemesting en zorgvuldig onderhoud is een goede grasmat ontstaan
voor het houden van vee.
- Men heeft voor het vee behoefte aan een stalruimte en aan opslagmogelijk-
heden voor voer.
- Op een perceel dichtbij zijn appelbomen gerooid en wordt de grond als op
slag voor de Gemeentelijke Plantsoenendienst gebruikt, dus ook geen tuinbouw.