HOOFDSTUK II.
Beleidsvoornemens per hoofdfunctie
In le id i ng.
Na de in het vorige hoofdstuk beschreven algemene
aspecten van het beleid zal in dit hoofdstuk worden
ingegaan op de beleidsvoornemens per hoofdfunctie.
Per afzonderlijke hoofdfunctie wordt een uiteenzetting
gegeven omtrent de concrete beleidsvoornemens voor de
betreffende beleidsperiode. Tot deze voornemens behoren
uitzettingen, herwaarderingsvoorstellen en voorstellen
tot nieuw beleid.
Voorts zal op functie- of subfunctieniveau een globale
verklaring worden gegeven van de daaruit voortvloeiende
ontwikkeling van uitgaven en inkomsten:
Deze hoofdfuncties zijn:
0. Algemeen bestuur
1. Openbare orde en veiligheid
2. Verkeer, vervoer en waterstaat
3. Economische Zaken
H. Onderwijs
5. Cultuur en recreatie
6. Sociale voorzieningen en maatschappelijk werk
7. Volksgezondheid
8. Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting
9. Financiering en andere dekkingsmiddelen.
Hoofdfunctie 0. ALGEMEEN BESTUUR.
Functie 002: Bestuursapparaat
Personeelsbeleid
Ontwikkeling werkgelegenheid en herverdeling van
arbeid
Op dit moment vindt registratie van de werkgelegenheid
binnen het gemeentelijk apparaat nog plaats in eenheden
van hele of gedeeltelijke formatieplaatsen en zijn in
de personeelsstatistiek (zie bijlage I) ook alle tij
delijke krachten opgenomen. Daarom is het vrijwel onmo
gelijk een exact inzicht te geven in de ontwikkeling
van die werkgelegenheid. Vast staat dat de werk
gelegenheid afneemt. Dit blijkt uit een afname van het
aantal voltijdfuncties met 13 en een toename van het
aantal deeltijdfuncties met 2 (cijfers van 1 juli 1983
vergeleken met die van 1 juli 1984 exclusief Dienst
voor Gezondheidszorg).
Als gevolg van de realisatie van voorgaande herwaar
deringsoperaties, de in dit beleidsplan opgenomen
voorstellen en de resultaten van het organisatie
onderzoek bij de Dienst Stadsontwikkeling zal de werk
gelegenheid bij de gemeente ook de komende jaren een
dalende tendens vertonen. Deze tendens zal enigszins
worden afgeremd door de extra financiële middelen die
vanwege het rijk beschikbaar zijn gesteld om de
gevolgen van de arbeidsduurverkorting in de vorm van
een 2-tal converteerbare vrije dagen voor elke amb
tenaar op te vangen. Omtrent de besteding van dit
structurele bedrag van 600.000,netto wordt reeds
overlegd met de Commissie voor Georganiseerd Overleg,
de diensthoofden en de Medezeggenschapscommissies. Wij
hebben ons daarbij op het standpunt gesteld dat deze
extra middelen - overeenkomstig het resultaat van het
door de Minister van Binnenlandse Zaken gevoerde
overleg met de ambtenarenorganisaties - volledig in de
personele sfeer zullen worden besteed.
De vraag of binnen het gemeentelijk apparaat met vrij
willigers kan worden gewerkt wordt in het kader van de
inspraak op de Nota werkgelegenheid met de Commissie
voor Georganiseerd Overleg besproken.
Herverdeling van arbeid is zowel gericht op het bevor
deren van deeltijdarbeid (zittende ambtenaren) en
arbeidstijdverkorting (nieuwe ambtenaren) als op het
streven meer vrouwen in dienst te nemen.