- 4 -
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris»
de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die
wegens uitwinning;
partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als
bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek;
de akte van eigendomsoverdracht zal worden opgemaakt door en verleden voor
een door de koopster aan te wijzen, te Leeuwarden gevestigde notaris;
Wijziging diverse verordeningen op de heffing en invordering van belastingen
en retributies, alsmede van de verordening op de heffing van tarieven voor het
gebruik van sportaccommodaties.
Bijlage no. 435 Leeuwarden, 22 november 1984.
Aan de Gemeenteraad.
Inleiding.
In het kader van het opstellen van de begroting voor het dienstjaar 1985 en het
ontwerp-beleidsplan 1985-1989 is er van uit gegaan, dat een aantal tarieven van
belastingen en retributies, alsmede de gebruikerstarieven van sportaccommodaties
moeten worden verhoogd. Alhoewel wij op het standpunt staan, dat voor wat
betreft de verhoging van de tarieven een zo'n terughoudend mogelijk beleid dient
te worden gevoerd valt er naar onze mening niet aan te ontkomen, dat hier en
daar een verhoging wordt doorgevoerd.
Deels houdt dit verband met het opvangen van de te verwachten kostenstijgingen,
deels betreft het een uitvoering van de door U genomen besluiten tot het door
voeren van bepaalde tariefsstijgingen in het kader van vastgestelde herwaar
deringsoperaties, deels om andere redenen.
Er kunnen drie categorieën heffingen worden onderscheiden te weten:
- belastingen;
- retributieheffingen op grond van een belastingverordening;
- tarieven/gebruikersvergoedingen volgens een tarievenbesluit
Ten aanzien van de "belastingen" is het tot dusverre gebruikelijk deze jaarlijks
te verhogen met het percentage, dat de Macro Economische Verkenningen (M.E.V.)
aangeeft voor de prijsstijging Nationale Bestedingen. Dit percentage bedraagt
2\. Uiteraard dient bij de verhoging rekening te worden gehouden met de grenzen,
die door de wet aan een bepaalde belastingheffing zijn verbonden. Als voorbeeld
van dit laatste kan worden genoemd de heffing van onroerend-goedbelasting, die
gekoppeld is aan de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
Ten aanzien van de retributieheffingen geldt als algemene gedragslijn, dat de
tarieven steeds worden aangepast met het percentage van de gemiddelde
prijsstijging overheidsconsumptie in het voorafgaande jaar. Bij het bepalen van
de tariefsstijging moet daarbij overigens nog rekening worden gehouden met de
richtlijnen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken inzake het
overheidstarievenbeleid. Voor het jaar 1985 zijn deze richtlijnen vervat in de
circulaire van 3 oktober 1984, FB 84/490. Deze circulaire is voor U bij de
stukken ter inzage gelegd. Blijkens de M.E.V. 1985 zal de ontwikkeling van de
gemiddelde prijsstijging overheidsconsumptie in 1984 zodanig zijn, dat een
tariefsverhoging, uitsluitend op grond van loon- en prijsstijging voor het jaar
1985 achterwege kan blijven.
Voor wat betreft de gebruikersvergoedingen van sportaccommodaties geldt in prin
cipe eenzelfde beleid als ten aanzien van de retributieheffingen.
Op grond van het hiervoor vermelde menen wij dat de tarieven voor de retribu
tieheffing en gebruikersvergoedingen over het algemeen voor 1985 niet behoeven
te worden verhoogd.