2-10
Zo ja: is het bij het college
bekend dat m.n. in het Nieuwe
Kanaal en in de Zuiderstads
gracht op vele plaatsen de
vaardiepte slechts één meter
is?
Wanneer denkt het college dit
vaarwater op de juiste diep
gang te laten brengen?
115 De vrachtvaart laat een voor-
D delig exploitatiesaldo zien.
Klopt de ruwe schatting van
vragenstelster dat over 1984
ongeveer 28.000,aan
havengeld in de Kalkhaven zal
zijn geïnd?
Daarvan uitgaande: is het col
lege ook van mening dat dit
bedrag duidelijk aangeeft dat
de Kalkhaven als overslag
plaats voor Leeuwarden van
grote betekenis is?
Zo ja: is het college bereid
op zeer korte termijn de
toegestane diepgang van de
Kalkhaven te laten aanpassen
tot 2.60 meter, zodat een
schip met b.v. een diepgang
van 2.40 meter direct aan de
wal kan aanleggen om te worden
gelost of geladen en niet
meer, zoals nu het geval is,
noodgedwongen ruim 4 meter
buiten de wal moet afmeren?
(zie ter inzage gelegde foto
kopieën)
voldoende ruimte biedt om de
noodzakelijke werkzaamheden uit
te voeren. Een fasering van
deze werkzaamheden sluiten wij
niet uit.
115 Bij de constatering dat de
vrachtvaart een voordelig ex
ploitatiesaldo te zien geeft is
wellicht voorbijgegaan aan de
kosten (o.a. onderhoud van
bruggen waterwegen en de kosten
van brugbediening en ha
venmeester). De schatting van
het havengeld over 1984 van
f 28.000,berust op juiste
informatie. In 1982 werd
trouwens 25? meer aan haven
geld voor de Kalkhaven ontvan
gen. Wij onderschrijven de op
vatting dat de Kalkhaven als
overslagplaats voor Leeuwarden
van grote betekenis is. Aange
zien de Kalkhaven geen openbare
loswal heeft, is deze betekenis
in de eerste plaats van belang
voor de daar gevestigde bedrij
ven. Vanuit het algemeen belang
wordt deze haven dan ook momen
teel uitgebaggerd om het vaar
water op diepte te houden. Bij
de verkoop van bouwterreinen
langs de Kalkhaven is van het
bestaande onderwatertalud
uitgegaan. Het was de kopers
bekend dat wanneer men voor het
laden en lossen de schepen tot
onder de wal wilde hebben, zelf
voor een damwand diende te
zorgen. De verkoopprijs was
daarop gebaseerd. Door het ge
bruik van kranen behoeft men
deze voorziening niet te tref
fen. Dat schepen derhalve ver
buiten de wal moeten afmeren is
een gevolg van het feit dat de
eigenaren niet bereid zijn de
vorenvermelde voorziening te
treffen.
3-1
Hoofdfunctie 3» Economische Zaken
A. Parkeergarage
116 Destijds heeft het college de
Pa Raad voorgespiegeld dat de
parkeergarage onder 't Wilhel-
minaplein na een aanloop
periode van 5 jaar kostendek
kend zou draaien.
Nu lezen we in het beleidsplan
dat er zelfs tot in 1989
rekening gehouden wordt met
een tekort van 330.000,
Wordt het geen tijd dat B. en
W. hun belofte aan de Raad
waarmerkt en komen met een
plan tot kostendekkend maken
van dit
(gemeentegeldverslindende
gat?
116 Het bestuur van de Stichting
ten behoeve van de bouw en ex
ploitatie van parkeergarages in
Leeuwarden is momenteel bezig
met een uitgebreid onderzoek
naar de mogelijkheden om
besparingen te realiseren, dan
wel te komen tot het verkrijgen
van een hogere bezettingsgraad
bij de parkeergarage Zaailand.
In dat kader is ook sprake van
een vergelijkend onderzoek ten
opzichte van andere vergelijk
bare parkeergarages in het
land. De gemeente is in dat
bestuur vertegenwoordigd. Mede
aan de hand van de resultaten
van dit onderzoek kan worden
beoordeeld in hoeverre sprake
zal kunnen zijn van additionele
maatregelen ter vermindering
van het thans geraamde exploi
tatietekort. Het lijkt ons ge
wenst de resultaten van dit
onderzoek af te wachten. Overi
gens wijzen wij U er op dat als
gevolg van voorgestelde tariefs
aanpassing in de beleidsplanpe
riode rekening wordt gehouden
met een vermindering van het
tekort van 40.000,
B. Distributie-planologisch onderzoek
117 In Functie 310.05, Distributie
D planologisch beleid, merkt het
college o.i. terecht op dat:
"...tengevolge van de koop
krachtdalingen in de afgelopen
jaren de positie van een aan
tal middenstanders bijzonder
kwestbaar is geworden."
En het college stelt verder:
"Overigens merken wij op dat
een opgaande tendens merkbaar
begint te worden."
Misschien is door de leegstand
van nogal wat winkelpanden ons
deze opgaande tendens ontgaan
en we vragen dan ook: waarop
grondt het college deze (zeer
verheugende!veronder)stel
ling?
17 Na diverse jaren waarin sprake
was van dalende bestedingen in
de detailhandel, is sinds dit
jaar een tendens tot stabili
satie merkbaar. In sommige
prognoses wordt, ten aanzien
van een aantal branches, al
weer voorzichtig over omzet
stijgingen gesproken. Uit de
contacten met plaatselijke on
dernemers is ons gebleken, dat
door een aantal hunner de hier
boven omschreven ontwikkeling
ook daadwerkelijk als zodanig
wordt ervaren.