- 2 -
geven van minder lessen, lagere vervoerskosten en een bijdrage van de ouders in
de kosten van het schoolzwemmen. Op grond van het onderzoek zijn wij tot de
volgende conclusie gekomen.
Het doen geven van minder lessen dan het huidige aantal van 80 lessen per kind
is niet aanvaardbaar als voldaan moet worden aan de norm van het bereiken van
het niveau van overlevingszwemmen.
De vervoerskosten zijn in het kader van de herwaardering reeds fors
(taakstellend) verlaagd. Verdere besparing door uitbreiding van het aantal
"loopscholen" is gezien de afstanden niet verantwoord, omdat dit zowel tot
onaanvaardbaar tijdverlies als tot verkeersgevaarlijke situaties zou leiden.
Een ouderbijdrage in de kosten van het schoolzwemmen (onder welke kosten zowel
de kosten van de zwemlessen als de vervoerskosten vallen) is om juridische rede
nen niet haalbaar. De onderwijswetten gaan uit van bekostiging door de overheid
van het lager onderwijs. Een heffing van ouderbijdragen ter bekostiging van een
deel van het onderwijs is derhalve in strijd met de wet. Een uitspraak van de
president van de rechtbank te Utrecht in kort geding van begin 1983 heeft dit
nog eens bevestigd (zie het maandblad School Wet, nr. 6, van juni 1983).
Zolang derhalve zwemmen onderdeel uitmaakt van het lesprogramma is een derge
lijke heffing niet mogelijk. Leszwemmen in schoolverband buiten de schooltijden
verdient ook geen aanbeveling om zowel praktische redenen (niet inpasbaar in de
roosters van de zwembaden en begeleidingsproblemen) als vanwege een te ver
wachten uitval van kinderen van welke de ouders de kosten een bezwaar zullen
vinden.
Wij constateren derhalve dat de taakstelling van nog eens 50.000,herwaar
dering op het schoolzwemmen niet haalbaar is. Genoemd bedrag is begrepen onder
de aan de sector Onderwijs opgelegde taakstelling ad 250.000-,voor
1985-1989, zoals reeds opgemerkt in het hiervoor genoemde overzicht Herwaar
dering 1985-1989. (Zie bijlage II van dat overzicht). Zie voor de invulling van
het laatstgenoemd bedrag de passage "Herwaardering 1985-1989".
Herwaardering 1984-1988.
In het kader van de herwaardering 1984-1988 is een stelpost van 250.000,
opgenomen tot het beperken van het takenpakket van de Schooladviesdienst.
Wij zijn tot de conclusie gekomen dat een verdere inkrimping van het takenpakket
in de beleidsperiode 1984-1988, waardoor een aantal van 3»5 a 4 formatieplaatsen
zou moeten worden ingeleverd, gelet op het feit dat een inkrimping tot dit
bedrag een drastische vermindering van de dienstverlening en procesbegeleiding
zou betekenen, zo mogelijk vermeden moet worden, mede gezien de nog lopende
inkrimping in het kader van de herwaardering 1982-1986.
Er zijn oriënterende gesprekken met het Ministerie van Onderwijs en Wetenschap
pen, de gemeente Opsterland en het bestuur van het G.C.0. gevoerd om alsnog met
het G.C.0. tot integratie te komen. Hierdoor zou het verloren gegane rijkssub
sidie wederom verkregen kunnen worden. Met dit subsidie was eertijds een bedrag
gemoeid van rond 270.000,Intussen is het rijkssubsidie verhoogd tot
48,per leerling, waardoor dit subsidie voor 1985 op rond 380.000,kan
worden geraamd. Door integratie met het G.C.0. zou derhalve een belangrijk
financieel voordeel kunnen worden behaald, waardoor tevens de herwaar
deringstaakstelling zou zijn ingevuld. Wij hebben de bestuurscommissie van de
Schooladviesdienst verzocht ons van advies te willen dienen over deze aangele
genheid.
Wij stellen U derhalve voor uit te gaan van een invulling ingaande 1986 van de
taakstelling m.b.t. de Schooladviesdienst ad 250.000,— in het kader van de
herwaardering 1984-1988 door het weer kunnen beschikken over een rijkssubsidie
als gevolg van de mogelijk geachte integratie van de Schooladviesdienst met het
G.C.0.
Herwaardering 1985-1989.
Met betrekking tot de herwaarderingstaakstelling ad 250.000,voor de sector
Onderwijs delen wij U het volgende mede.
In het beleidsplan 1983-1987 zijn voor de sector Onderwijs voor het eerst
2 stimuleringsleerkrachten opgenomen in het kader van nieuwe beleidsvoorstellen.
In afweging met andere mogelijke bezuinigingen zien wij ons genoodzaakt voor te
3tellen de tweede leerkracht, die in het ontwerp-beleidsplan 1985-1989 in 1988
als nieuwe beleidsuitgaaf is geraamd, te schrappen. Het effect hiervan is
63.000,
In de huidige situatie kan op grond van de Verordening op de cursus spraakonder
wijs aan leerlingen die volgens de schoolarts daarvoor in aanmerking komen logo
pedische hulp worden verleend. Deze hulp wordt gegeven door in gemeentedienst
zijnde logopedistes (3 parttimers voor in totaal 40 uur).
Uit overleg met de ziekenfondsen is gebleken, dat onze pogingen om de kosten van
logopedische hulp die door schoollogopedisten wordt verzorgd te declareren,
niet zullen slagen. Wij achten het gezien de bezuinigingsnoodzaak thans aan
vaardbaar dat deze vorm van logopedische hulp wordt beëindigd. Gelet op de
gunstige arbeidsmarktsituatie in deze sector zullen de logopedistes naar ver
wachting spoedig een andere werkkring kunnen vinden, zodat aangenomen kan worden
dat een en ander door natuurlijk verloop kan plaatsvinden. Verder kan worden
opgemerkt, dat leerlingen waarvoor logopedische hulp noodzakelijk is, terecht
kunnen bij vrij gevestigde logopedisten, hetgeen voor ziekenfondsvergoeding in
aanmerking komt.
Wij zullen in dit verband nog een onderzoek instellen wat de effecten zijn
m.b.t. de preventie.
Wij stellen daarom voor de schoollogopedie te beëindigen en daarbij uit te gaan
van halvering van de kosten in 1987 en de andere helft in 1989. Batig effect
totaal 92.000,
Voorts zien wij mogelijkheden tot een (verdere) bijstelling van de raming voor
onderhoudskosten op grond van de overweging dat het scholenbestand de komende
jaren een sterke verjonging zal ondergaan. Onderhoudsintensieve oude gebouwen
worden vervangen door minder onderhoud vergende gebouwen.
Aangezien een belangrijk deel van het onderhoudswerk wordt uitbesteed en het te
besparen bedrag een gering deel uitmaakt van het totale onderhoudsbudget voor de
scholen hoeft geen rekening te worden gehouden met leegloopkosten bij de D.S.0.
Het te besparen nettobedrag (na aftrek van ca 6.000,voor overheadkosten)
kan worden gesteld op 95.000,inclusief doorbetalingseffecten naar het bij
zonder onderwijs. Wij stellen ons voor dit bedrag te realiseren door geen aan
passing van de onderhoudsbudgetten met loon- en prijsstijgingen in twee jaren,
uitgaande van een percentage voor deze componenten van 2\ per jaar.
Het totale effect van bovenstaande besparingen is 250.000,Voor de diverse
effecten en de indeling in rubrieken zie de bijgevoegde bijlage.