- 2 -
De provincie kan om deze functie te kunnen vervullen, onder meer van de volgende
middelen gebruik maken.
het beschikbaar stellen van middelen voor de uitvoering van TROP-
voorstellen;
het verlenen van opdrachten voor haalbaarheidsstudies;
het bepleiten om toerisme als speerpunt op te nemen in het Integraal Struc
tuurplan Noorden des Lands (ISP III).
Het TROP is derhalve weliswaar geen kader waarbinnen gemeenten hun beleid dienen
op te stellen, maar het plan kan door de provinciale overheid wel worden
gebruikt om gemeentelijke plannen op het terrein van de recreatie, waarvoor een
provinciale c.q. rijksbijdrage wordt gevraagd, te toetsen.
Wij vragen ons hierbij wel af in welke verhouding het TROP staat ten opzichte
van het onlangs door de gemeenten definitief vastgestelde recreatieplan Noord-,
Midden- en Zuidoost-Friesland, dat naar onze mening (mede) als toetsingskader
zou moeten worden gebruikt bij de beoordeling van ontwikkelingsplannen op het
terrein van de openluchtrecreatie.
De vraag dringt zich te meer op daar de provincie ten nauwste betrokken is
geweest bij de opstelling van het onderhavige plan. In het TROP wordt aan
deze kwestie geen aandacht geschonken.
Wij stellen U voor het college van G.S. te verzoeken ons hieromtrent nadere
informatie te verschaffen.
In onze reactie op de inhoud van het TROP zullen wij in het navolgende zovee
mogelijk beperken tot het door het college van G.S. opgestelde TROP-beleidsp an,
Alleen voorzover de voorstellen in de zgn. "Ontwikkelingsvisie" daarmee
rechtstreeks in verband gebracht moeten worden, zullen wij die in onze react e
betrekken.
II. Doel van het toeristisch-recreatieve beleid.
Als doelstelling voor het toeristisch-recreatieve beleid in Friesland wordt n
het beleidsplan geformuleerd:
"de bestaande bedrijvigheid in de toeristisch-recreatieve sector in Friesland te
versterken:
a. door de aanwezige toeristisch-recreatieve structuur in stand te houden n
waar mogelijk te verbeteren en uit te bouwen;
bdoor in te spelen op toekomstige marktmogelijkheden op grond van een
behoefteraming (vraagvolgend) en het
creëren van nieuwe mogelijkheden (vraagscheppend)".
De doelstelling van het beleid is, gelet op het bovenstaande, als sociaal-
economisch te karakteriseren.
Bij het bereiken van deze doelstelling moet uiteraard rekening worden gehouden
met andere belangen.
Zo kunnen enerzijds de natuur en het landschap de basis vormen voor een
aantrekkelijke recreatie-omgeving, anderzijds kunnen recreatieve ontwikkelingen
verstorende effecten hebben op de natuur en het landschap.
Verder zal ook rekening moeten worden gehouden met aspecten van de gewenste
ruimtelijke ontwikkeling.
- 3 -
Hoewel dus de doelstelling van het TROP sociaal-economisch is, zal de afweging
een integraal karakter dragen.
Commentaar
Wij hebben geconstateerd, dat de geformuleerde sectorale doelstelling van het
toeristisch-recreatief beleid zonder meer in de ontwerp-wijziging van het
Streekplan is opgenomen.
Hoewel wij van mening zijn, dat het de voorkeur zou hebben verdiend, dat de
afweging van sectorale doelen (i.e. het toeristisch-recreatief beleid) t.o.v.
andere belangen in het kader van de vaststelling dan wel van een meeromvattende
herziening van het Streekplan zou hebben plaatsgevonden, opdat een meer
integrale afweging mogelijk zou zijn geweest, kunnen wij instemmen met de inhoud
van de voorgestelde wijziging.
III. Ontwikkelingsvoorstellen.
Door de opstellers van het TROP is onder meer onderzoek verricht naar de markt
mogeli jkheden in onze provincie in de toeristisch-recreatieve sector. Op basis
hiervan is een groot aantal ontwikkelingsvoorstellen geformuleerd, waarbij een
berekening heeft plaatsgevonden van de mogelijke effecten van deze voorstellen
op de werkgelegenheid.
Genoemde voorstellen zijn aan de hand van de door de opstellers van het rapport
onderscheiden marktsegmenten nader onderverdeeld in:
dagrecreatie
verblijfsrecreatie
watersport
toeristische organisatie en promotie.
III.1. Dagrecreatie.
In dit hoofdstuk wordt een aantal voorstellen geformuleerd dat voor onze
gemeente van direct belang is betreffende de landrecreatie en de recreatie in de
woonomgeving
Om de verscheidenheid te vergroten en de deelname van de bevolking te bevor
deren in de omgeving van Leeuwarden kan, naast het realiseren van nieuwe
mogelijkheden, onder andere in het kader van de stadsrandgroenstructuur, het
gebruik van de Groene Ster worden verbeterd door het realiseren van
- een theepaviljoen Groene Ster;
- een brugverbinding over de E10 bij de Groene Ster.
Beide ontwikkelingen moeten in samenhang worden bezien. Met name de lokatie van
het theepaviljoen dient nader te worden uitgewerkt.
Plannen voor commerciële elementen in de Groene Ster moeten worden ondersteund.
Een en ander zal moeten leiden tot de opstelling van een ontwikkelingsplan door
de gemeente Leeuwarden, waarin ook andere ideeën kunnen worden meegenomen.