Nr. 296
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 17 januari 1985,
(bijlage nr. 27);
BESLUIT:
te verkopen aan de provincie Friesland het op de bij dit besluit behorende
tekening met een arcering globaal aangegeven, ten noorden van de in aanleg
zijnde zuidtangent gelegen terrein ter grootte van globaal 5.50.00 ha en deel
uitmakende van de percelen, kadastraal bekend gemeente Deinum, sectie D, nummers
160, 163 en 1083, zulks voor een prijs berekend naar 25,per ca (géén B.T.W.
verschuldigd) en voorts onder de volgende bedingen:
1de begrenzing van het verkochte zal ter plaatse worden aangegeven door de
landmeetkundig ambtenaar van de Dienst Stadsontwikkeling van de gemeente
Leeuwarden
de zuid- en westgrens van het verkochte zal daarbij worden gelegd in het
hart van de aanwezige sloten; de koopster verkrijgt deze halve sloten
derhalve in eigendom en onderhoud; de noordelijke en oostelijke begrenzing
wordt gevormd door de bestaande kadastrale grens;
de door deze ambtenaar te berekenen oppervlakte zal dienen voor de bepaling
van de totale koopsom;
over- of ondermaat tengevolge van de daarna ambtshalve plaatsvindende
kadastrale opmeting van het verkochte kan geen aanleiding geven tot
verhoging of verlaging van de koopsom;
2. koopster aanvaardt het verkochte vrij van hypotheek, beslag en huur en
verder in de toestand, waarin het zich ten tijde van de eigendomsoverdracht
bevindt, met alle lusten, lasten, plichten, heersende en lijdende erfdienst
baarheden, enz., daartoe van ouds en met recht behorende;
3. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van eigendoms
overdracht
deze akte zal echter niet worden verleden voordat de juridische beletselen
voor de realisering van een tijdelijke opslagplaats van verontreinigde grond
op het verkochte zijn weggenomen, alsmede de koopster definitief een finan
ciële toezegging van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer heeft verkregen die de realisering van bedoelde opslagplaats
mogelijk maakt;
4. de koopster dient voor eigen rekening te zorgen voor de aanleg en het
onderhoud van de nodige uitrit(ten) in de noordwestelijke hoek van het
verkochte, zulks teneinde te kunnen komen van en gaan naar de openbare weg
(de in aanleg zijnde verbindingsweg tussen zuidtangent en het westelijke
industriegebied)