Vaststelling Nota Decentralisatie Stadsvernieuwing.
Bijlage no. 41 Leeuwarden, 17 januari 1985.
Aan de Gemeenteraad.
I. Algemeen.
De Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing is op 1 januari 1985 in werking getre
den. Deze wet voorziet in de decentralisatie van een belangrijk deel van de
stadsvernieuwing. Een twintigtal rijksregelingen wordt opgeheven en in plaats
daarvan krijgt de gemeente op grond van een objectieve verdeelsleutel jaarlijks
een doeluitkering.
Aangezien de planbeoordeling door het Rijk komt te vervallen neemt de zeggen
schap van de gemeente toe.
De Nota Decentralisatie Stadsvernieuwing - verder te noemen de nota - gaat nader
in op de gevolgen van de decentralisatie voor het in Leeuwarden tot nu toe ge
voerde stadsvernieuwingsbeleid. De nota bevat tevens voorstellen ten aanzien van
het uitvoeringsprograinma en de verdeling van de stadsvernieuwingsgelden voor
1985 alsmede de gemeentelijke subsidieverordening. Kortheidshalve verwijzen wij
U naar de nota, die U reeds is toegezonden.
Een belangrijk uitgangspunt bij het opstellen van de nota is geweest het voort
zetten van het tot nu toe gevoerde beleid. In 1985 zal nader onderzocht werden
of, en zo ja welke beleidswijzigingen noodzakelijk en gewenst zijn.
Hoofdstuk 4 van het rapport geeft een aantal punten weer die nadere bestudering
behoeven. In dit verband zal tevens nagegaan worden of de werkingssfeer van het
gemeentelijke stadsvernieuwingsbeleid uitgebreid dient te worden tot bijvoor
beeld de na-oorlogse wijken. Zoals bekend maakten deze gebieden tot nu toe geen
deel uit van de beleidsnota stadsvernieuwing.
In het navolgende gaan wij nader in op de binnengekomen reacties van belangheb
benden, terwijl vervolgens de gemeentelijke subsidieverordening aan de orde
komt.
II. Inspraakresultaten.
De nota heeft overeenkomstig de door U vastgestelde interim-inspraakverordening
gedurende één maand ter visie gelegen. Daarnaast is de nota onder meer toegezon
den aan alle Leeuwarder buurthuizen. Tijdens de ter visie-periode is in de ver
gadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening van 10 december jl. door
een aantal belanghebbenden het woord gevoerd. Kortheidshalve verwijzen wij U
naar het verslag van deze vergadering dat voor U ter inzage ligt.
Daarnaast zijn zeven schriftelijke reacties ontvangen, die eveneens ter inzage
liggen; hieronder gaan wij hierop nader in.
a ,_Wi jkorganisa t ie_" Bil_gaar dj]_ en_werkgroep_de Meeat he.
De briefschrijvers verzoeken het te voeren stadsvernieuwingsbeleid zich ook te
laten uitstrekken over de na-oorlogse wijken.
Zoals wij hiervoor reeds hebben aangegeven zal dit punt in de loop van 1985
nader onderzocht worden. Hierbij zal niet alleen gekeken worden naar de na-oor-
logse wijken, maar ook naar voor-oorlogse wijken die (nog) geen deel uitmaakten
van de beleidsnota stadsvernieuwing.