- 2 -
Daarnaast zal de globale fasering van de uitvoering aan de orde komen.
In de loop van 1985 komen wij op dit punt nader terug, nadat bedoeld onderzoek
is afgerond.
b_Wer kgr oep_Verkee r_van_" De_T oekoms t-Vos separ kwi j k "_1_
De Werkgroep Verkeer verzoekt voor 1985 middelen të reserveren voor het treffen
van enkele verkeersmaatregelen in de Vosseparkwijk.
Genoemde wijk was tot nu toe niet opgenomen in de beleidsnota stadsvernieuwing.
Het hiervoor onder a. bedoelde onderzoek strekt zich derhalve ook over deze wijk
uit.
De Dienst Stadsontwikkeling inventariseert momenteel de knelpunten die zich op
verkeerskundig gebied in deze wijk voordoen. Aangezien het hier om een speci
fieke verkeersaangelegenheid gaat achten wij de relatie met de stadsvernieuwing
overigens niet zozeer aanwezig. Op dit punt komen wij nog afzonderlijk terug.
c_Wijkkomi_tee_Zeeheld£nbuurt
De wijkorganisatie somt een aantal problemen op die zich in de wijk voordoen, en
verzoekt van belang zijnde informatie over de wijk te verstrekken. Terzake
merken wij op, dat de Zeeheldenbuurt deel uit maakt van de Schil-oost die als
zodanig is opgenomen in de beleidsnota stadsvernieuwing. Op pagina 26 e.v. van
de nota staat aangegeven dat in verband met de nog te verrichten studie in 1985
geen nieuwe plangebieden dienen te worden opgestart; dit geldt eveneens voor de
Zeeheldenbuurt
Uit de nieuw op te stellen prioriteitenafweging zal naar voren komen in welk
jaar de planvorming voor dit gebied naar verwachting kan aanvangen.
De afronding van het bestemmingsplan voor dit gebied wacht overigens op de
resultaten van het ingestelde geluidsonderzoek.
d_Wi jkvereniging Huizum-West.
De briefschrijvers vragen om een stadsvernieuwingsbeleid dat behalve op het
deelgebied 1 ook op de deelgebieden 2, 3 en 4 is gericht.
Wat betreft de aangehaalde voorbeelden merken wij het volgende op.
De particuliere woningverbetering door eigenaar-bewoners valt met ingang van
1985 onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Het in de subsidieverordening
opgenomen hoofdstuk 2 heeft uiteraard niet alleen betrekking op deelgebied 1,
maar ook op de rest van Huizum-West. In 1985 zal nagegaan worden in welke zin de
subsidieverordening aanpassing behoeft; hierbij zal tevens aandacht geschonken
worden aan de verbetering van erg kleine woningen.
De subsidieverordening voorziet reeds in de stimulering van collectieve renova
tie, in de vorm van een bijdrageverstrekking (zie artikel 2.12).
De verbetering van woningen door particuliere verhuurders blijft een rijksaange
legenheid.
Wat betreft de aanpak van de woonomgeving in de deelgebieden 2, 3 sn verwijzen
wij naar hetgeen onder punt a. staat weergegeven.
De decentralisatie van de rijksregeling voor verhuis- en herinrichtingskosten
staat los van de decentralisatie van de stadsvernieuwing per 1 januari 1985. De
gelden voor deze regeling zullen jaarlijks apart aan de gemeente ter beschikking
worden gesteld, en maken derhalve geen deel uit van de doeluitkering ingevolge
de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing.
De met deze subsidieregeling gemoeid zijnde kosten vallen derhalve buiten de
problematiek zoals die beschreven is in de nota.
Voor deze regeling zal een gemeentelijke subsidieverordening worden opgesteld
- 3 -
die de verdeling van de gelden regelt naar de diverse renovatieprojecten.
Op dit punt komen wij binnenkort nog nader terug.
De wijkvereniging vraagt vervolgens of het mogelijk is middelen beschikbaar te
stellen ten behoeve van het maken van een alternatief verbeteringsplan voor
huurwoningen. Ten aanzien van dit punt zijn wij van oordeel, dat bewonersorgani
saties een beroep kunnen doen op de Stadsvernieuwingskorporatie wanneer zij een
bouwtechnisch woningonderzoek willen laten verrichten. De SVK stelt in dit geval
de normale tarieven in rekening. Deze kosten komen ten laste van de eigen mid
delen van bewonersorganisaties.
Daarnaast is het mogelijk dat de eigenaar van de woningen, veelal een woning
corporatie, een deel van de gemaakte kosten vergoedt.
Het al dan niet inschakelen van contactpersonen bij renovatieprojecten is een
verantwoordelijkheid van de betreffende woningcorporatie. De kosten hiervoor
komen op grond van de subsidieverordening voor vergoeding in aanmerking. De
gemeente kan en wil in dezen niet dwingend optreden. In de praktijk blijkt
overigens dat meestal contactpersonen worden ingeschakeld bij ingrijpende
woningverbeteringsplannen
Indien een bewonersorganisatie in dit kader zelf activiteiten ontplooit dient
een beroep te worden gedaan op de eigen middelen. Ook in dit geval is het echter
denkbaar dat de corporatie bepaalde kosten voor haar rekening neemt.
In het overleg met de corporaties zal aan dit punt aandacht besteed worden.
e._Het_Oude Stadswijkenoverleg^
Het OSO vraagt de nodige voortvarenheid te betrachten met betrekking tot zowel
de bijstelling van de inspraak- en subsidieverordening, alsmede de toepassing
van de leefmilieuverordening en het stadsvernieuwingsplan. Daarnaast worden
enige voorstellen gedaan om de eerstgenoemde verordeningen aan te passen.
Zoals toegezegd in de vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening,
komen wij zo mogelijk in een tussentijdse rapportage terug op de toepassingsmo
gelijkheden van leefmilieuverordening en stadsvernieuwingsplan.
In 1985 zal nagegaan worden op welke punten de subsidieverordening aangepast kan
of moet worden. Het OSO wordt zoals toegezegd bij de voorbereiding betrokken,
zodat in onderling overleg de werkwijze besproken zal worden.
Aangezien hierover in de inspraakverordening reeds het nodige is geregeld zien
wij geen aanleiding artikel 1.2. van de subsidieverordening aan te passen over
eenkomstig het voorstel van het OSO.
De door de SVK gedane suggesties ten aanzien van de particuliere woningverbete
ring zullen worden betrokken bij de heroverweging van dit deel van de subsidie
verordening; een en ander zal in nauw overleg met de SVK gebeuren.
Voor de subsidies aan corporaties verwijzen wij naar onze reactie onder punt d.
Op een eventuele tussentijdse aanpassing van de interim-inspraakverordening, in
afwachting van de totstandkoming van de algemene inspraakverordening, komen wij
in de loop van 1985 nader terug. Hierbij zal tevens nagegaan worden in hoeverre
de suggesties van het OSO verwerkt kunnen worden.
f_F£d£rati1e_van_Leeuwarder Woningcor por a ti es;
De federatie gaat nader in op een aantal onderdelen van de nota die met name van
belang zijn voor de woningcorporaties.
Allereerst wordt aandacht besteed aan de intrekking van de rijksregeling voor
verhuis- en herinrichtingskosten.