Burgemeester en Wethouders kunnen echter in naar hun oordeel
spoedeisende gevallen anders beschikken. Zij delen dit schrif
telijk mede aan de betrokkene.
7Burgemeester en Wethouders beslissen omtrent een beroep
ingesteld op grond van het derde of vierde lid,
binnen zestig dagen nadat het betreffende beroepschrift bij hen
is binnengekomen. Zij kunnen hun beslissing voor ten hoogste
dertig dagen verdagen.
8. Op elke beschikking, als bedoeld in het derde lid, wordt
melding gemaakt van de beroepstermijn en de wijze waarop beroep
kan worden ingesteld.
Artikel 1.7.
1Burgemeester en Wethouders kennen slechts steun toe voor zover
de op grond van artikel 1.2. begrote financiële middelen voor de
desbetreffende sector van de samenleving toereikend zijn.
2. Alle aanvragen om steun op voet van deze verordening worden in
volgorde van binnenkomst afgehandeld.
3. De beslissing op een aanvraag als bedoeld in het tweede lid,
welke in verband met het bepaalde in het eerste lid niet kan wor
den toegekend, wordt door Burgemeester en Wethouders voor een
termijn van ten hoogste zes maanden aangehouden.
4. De indiener van een aanvraag, welke op grond van het eerste
lid is afgewezen, is bevoegd een dergelijke aanvraag in een
volgend jaar opnieuw in te dienen.
5. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid zijn Burge
meester en Wethouders bevoegd om aan aanvragen als bedoeld in het
vierde lid extra prioriteit toe te kennen.
Artikel 1.8.
In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders, gehoord
de betrokken raadscommissie(s)in het belang van de stadsver
nieuwing afwijken van de bepalingen van deze verordening.
Hoofdstuk 2
VERBETERING VAN DOOR DE EIGENAAR
BEWOONDE WONINGEN
Artikel 2.1.
In deze verordening wordt onder eigenaar mede verstaan:
a. degene die het recht van erfpacht heeft;
b. de houder van een recht van opstal;
c. de toekomstige eigenaar, erfpachter of houder van een recht
van opstal.
Artikel 2.2
Aan de eigenaar-bewoner kan een bijdrage ineens worden toegekend
ter tegemoetkoming in de kosten van:
a. het treffen van voorzieningen tot verbetering van de indeling
of het woongerief van een woning;
b. het treffen van voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische
gebreken van een woning;
c. het maken van een of meer woningen van een gebouw of van een
gedeelte van een gebouw, niet zijnde een woning, door middel
van verbouwing;
d. het splitsen van een woning in twee of meer woningen door mid
del van verbouwing;
e. het samenvoegen van een aantal woningen tot een of meer
woningen door middel van verbouwing;
f. het treffen van voorzieningen aan een gebouw, niet zijnde een
woning;
g. het treffen van voorzieningen als bedoeld onder respec
tievelijk a. en b. aan woonschepen.
Artikel 2.3.
1. De bijdrage ineens wordt slechts toegekend indien:
a. de woning waaraan de voorzieningen, bedoeld in artikel 2.2,
worden getroffen, niet later dan 25 jaren vóór het tijdstip
van indiening van de aanvrage om geldelijke steun voor^
bewoning is gereedgekomen of niet later dan 10 jaren vóór
laatstbedoeld tijdstip met geldelijke steun van overheidswege
ingrijpend is verbeterd;
b. de netto-oppervlakten van alle in de woning gelegen ruimten
waaraan voorzieningen worden getroffen, na voltooiing van de
voorzieningen gezamenlijk ten hoogste 125 m^ bedragen, waarbij
- 4 -
- 5 -