- 2 -
Het standpunt van de S.K.L. dat - ook al zou die regeling niet van toepassing
zijn - de gemeente aansprakelijk is voor de kosten en schaden bij grootschalige
werkzaamheden wijzen wij af. De verhouding S.K.L. en de gemeente wordt op dit
punt beheerst door de Algemene voorwaarden die aan de vergunningen tot het
leggen van kabels zijn verbonden. In de algemene voorwaarden is onder punt 6
deze aansprakelijkheid van de gemeente uitdrukkelijk uitgesloten.
Onder de medeling dat de Commissie voor Openbare Werken over het
vorenstaande is gehoord, stellen wij U dan ook voor de S.K.L. te berichten dat
wordt vastgehouden aan het in onze brieven van 16 september 1983 (ROV 13729
JS/YM) en 15 februari 1984 (ROV 2052 JS/TW) neergelegde standpunt.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.
Parkeerruimte Gouverneurspassage.
Bijlage no. 64 Leeuwarden, 7 februari 1985.
Aan de Gemeenteraad.
Bij de verkoop van grond en opstallen ten behoeve van de realisering van een
bouwplan op de hoek Gouverneursplein/St. Jacobsstraat (bijlage nr. 123 van
4 maart 1977) is bedongen dat ter vervanging van de toen aanwezige parkeerruimte
een dertigtal gebouwde parkeerplaatsen in het bouwplan zouden worden opgenomen;
de gemeente zou hierover de zeggenschap krijgen. Dit is juridisch vertaald in de
vorm van een erfdienstbaarheid en wel zodanig dat ten laste van de over te dra
gen percelen en ten nutte van het aan de gemeente toebehorende perceel - dat is
de openbare straat - het recht wordt gevestigd tot het gaan naar en komen van en
het hebben en houden van 30 parkeerplaatsen in de op het lijdend erf te bouwen
parkeerkelder. Het totstandgekomen bouwwerk bevat een kelder, die veertig
parkeerplaatsen telt; een tiental hiervan valt derhalve volledig onder de
zeggenschap van de eigenares van het bouwwerk, te weten de Stichting Pensioen
fonds voor de Gezondheid, Geestelijke en Maatschappelijke Belangen (P.G.G.M.
Nu het gebouw onlangs gereed is gekomen en de dertig parkeerplaatsen ter
beschikking kunnen worden gesteld is overleg gevoerd met de P.G.G.M. omtrent de
praktische aspecten die verbonden zijn aan het gebruik van het bedongen recht.
Tegen de achtergrond hiervan spelen de volgende gegevens en/of feiten een rol:
het betreft hier een gebouwde parkeervoorziening, waarbij qua gebruik,
beheer en onderhoud twee instellingen betrokken zijn en die uit dien hoofde
ook op elkaar zijn aangewezen;
het bedongen recht verplicht de P.G.G.M. niet verder dan het beschik
baarstellen van de dertig parkeerplaatsen;
de exploitatiekosten, zijnde de kosten van apparatuur, energie, onderhoud,
toezicht e.d. zullen door de gemeente zelf gedragen moeten worden;
- in de parkeerkelder bevinden zich ook de technische installaties van het
gehele gebouw, zodat er problemen kunnen rijzen omtrent de bereikbaarheid,
aansprakelijkheden voor schade als gevolg van aanrijdingen, vandalisme enz.
In het bedoelde overleg hebben wij ons op het standpunt gesteld dat gezocht
moet worden naar een uit praktisch oogpunt bezien zo eenvoudig doch doeltreffend
mogelijke regeling. Wij hebben daarbij de volgende toetsingscriteria gehanteerd.
a. De parkeerruimte dient (uiteraard) alszodanig te worden gebruikt en wel ten
behoeve van de parkeervraag opgeroepen door de binnenstadsfuncties; hiertoe
behoort naar ons oordeel evenzeer de in het gebouw aanwezige kantoorfunctie.
b. Er kan op dit moment slechts sprake zijn van een regeling omtrent het
gebruik, beheer en onderhoud en niet van een vervreemding van het bedongen
recht van erfdienstbaarheid.
c. De parkeerplaatsen dienen een netto-opbrengst te geven, die in
overeenstemming is met de soort en aard van de voorziening en derhalve
vergelijkbaar is met soortgelijke situaties in de Leeuwarder binnenstad.
d. Ten aanzien van de tariefstelling dienen zodanige afspraken gemaakt te wor
den, dat naast het onder c genoemde criterium ook rekening wordt gehouden met
het totale parkeerregime in de binnenstad.
