RAADSADVIESCOMMISSIE VOOR DE BEROEP- EN BEZWAARSCHRIFTEN.
Advies inzake het beroepschrift ingevolge de Woningwet van Bouwbedrijf
F.K. Sinnema en Zonen B.V.
Bijlage nr. 78 Leeuwarden, februari 1f'85»
Aan de Gemeenteraad,
I. Inleiding
Bij besluit van 23 oktober 1984, nr. B 258/84, verzonden 26 november 1984,
hebben Burgemeester en Wethouders besloten een bouwvergunning te weigeren
voor het veranderen van een kantoor tot wooneenheid op het perceel
Verlengde Schrans 100 te Leeuwarden. De bouwvergunning is geweigerd wegens
strijd met het bestemmingsplan Huizum-West deelgebied III.
Tegen deze beslissing is Bouwbedrijf F.K. Sinnema en Zonen B.V. te
Leeuwarden (namens mevrouw R. Langhout-Huizenga, Verlangde Schrans 100)
ingevolge de Woningwet in beroep gegaan bij zijn schrijven van 22 december
1984.
Ingevolge artikel 2 van de Procedureverordening Raadsadviescommissies voor
de beroep- en bezwaarschriften is het beroepschrift om advies in handen
gesteld van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften.
II. Beroepschrift
Bouwbedrijf Sinnema voert, samengevat, het volgende aan:
- Aan bet uiterlijk van het gebouw wordt niets veranderd
De woonvoorziening behoeft slechts enkele dagen per week te worden
gebruikt.
Zodra de studie van betrokken bewoonster is voltooid, wordt het gebouw
weer gebruikt als kantoorvoorziening (wat het vroeger ook was).
Ook voor de kantoorvoorziening is een toiletruimte vereist.
III. Reactie van Burgemeester en Wethouders
Bij brief van 14 januari 1935 hebben Burgemeester en Wethouders op het
beroepschrift gereageerd. De reactie komt, samengevat, op het volgende
neer:
- Op 18 oktober 1984 is het bestemmingsplan "Huizum-West, deelgebied III"
van kracht geworden.
In dit bestemmingsplan mag slechts gebouwd worden binnen het aangegeven
bebouwingsvlak.
Het onderhavige bouwwerk kan na de bebouwing worden gezien als een
zelfstandige wooneenheid en niet als een vrijstaand bijgebouw, dat
binnen bepaalde grenzen wel zou mogen worden gebouwd.
- Het feit, dat de bewoning tijdelijk is, is niet relevant, omdat
strijd met de voorschriften blijft.
- Van het overgangsrecht in het bestemmingsplan kan geen gebruik
worden gemaakt.
- Gelet op het dwingende karakter van artikel 48 van de Woningwet
moet de bouwvergunning worden geweigerd.
- De argumenten in het beroepschrift dragen geen feiten aan die tot
een andere conclusie leiden.