Nader onderzoek bodemverontreiniging in een gedeelte van Aldlan-Oost. Bijlage no. 99 Leeuwarden, 28 februari 1985. Aan de Gemeenteraad. In 1967 is uit een aantal grachten van Leeuwarden slib gebaggerd. Dit slib is naar een gedeelte naar Aldlan-Oost gebracht. Een deel van dit slib was af komstig uit de oostelijke stadsgracht tussen het Frigas-terrein en het Hoek- sterend. Uit het bodemonderzoek c.a. dat nabij het Hoeksterend is verricht is onder meer gebleken, dat het slib uit dit gedeelte van de stadsgracht ernstig is verontreinigd met vluchtige aromaten, fenol, naftaleen en polycyclische aroma ten. Dit feit was voor de gemeente voldoende aanleiding, om het gebied waar de slibstort in Aldlan-Oost indertijd heeft plaatsgevonden bij Gedeputeerde Staten aan te melden voor een oriënterend onderzoek. Dit onderzoek, dat deel uitmaakte van het provinciale Bodemsaneringsprogramma voor 1984, is door de Provinciale Waterstaat uitgevoerd in twee fasen. De eerste fase van het veldwerk is uitge voerd in mei en de tweede fase in november 1984. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de vraag, wat de kwaliteit van het gestorte slib is en in hoeverre de bodem en het grondwater door dit slib zijn verontreinigd. Het onderzochte gebied is vroeger in gebruik geweest als weiland. Bij de oorspronkelijke opzet van het bestemmingsplan zou op deze plaats een sportcom plex komen. Deze bestemming is later gewijzigd in woningbouw. De bestaande woningen zijn na 1970 gebouwd. Op de plaats waar het sportcomplex zou worden gerealiseerd, is na de storting van het slib nog circa 1 a 2 m. grond opge bracht. Het onderzochte gebied omvat globaal de straten Heggewinde, Maagdepalm (ged.) en Keizerskroon. Van het zuidelijk gedeelte is bekend, dat daar 6.000 m3 slib is gestort. Het is niet bekend, hoeveel slib daarvan uit de stadsgracht nabij het Hoeksterend afkomstig is. Van het noordelijk gedeelte is niet bekend, of hier daadwerkelijk slib is gestort. Uit het onderzoek blijkt, dat in het zuidelijk gedeelte op een diepte van 1 - 3 m. beneden het maaiveld over een groot oppervlak slib voorkomt, dat ter plaatse van een tweetal hoorplaatsen ernstig is verontreinigd met polycyclische aromaten, aromaten en minerale olie. Het grondwater is op een viertal plaatsen ernstig verontreinigd met aromaten en naftaleen en licht verontreinigd met minerale olie en cyanide. Deze resultaten duiden er op, dat dit slib afkomstig is uit de omgeving Hoeksterend. In het onderzoek is vervolgens ook aandacht besteed aan enkele kritische plaatsen, zoals vijvers en kinderspeelplaatsen. Dit in verband met de moge lijkheid van contact met verontreiniging. Ook de vijvers zijn onderzocht op zware metalen, polycyclische aromaten en cyanide. In dit vijverslib is geen verontreiniging van deze stoffen aangetrof fen. De bovengrond ter plaatse van de twee kinderspeelplaatsen is eveneens onderzocht. Noch op het eerste gezicht, noch na ondersoek is hier verontreiniging aangetroffen. Vooral gelet op het feit dat zich boven op de teersliblaag een laag schone grond van tenminste 1 ra. bevindt, is de verwachting dat de blootstellingsmoge lijkheden gering zullen zijn. - 2 - Onder de mededeling dat de Commissie voor het Onderwijs ter zake is gehoord stellen wij U voor met het vorenstaande in te stemmen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, ®r« G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 279