Nr. 20932 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; overwegende, dat in verband met het aan de directeur van de gemeentelijke L.E.A.O. school eervol verleende ontslag per 1 oktober 1984 thans in de ontstane vacature dient te worden voorzien; gelezen de aanbeveling van Burgemeester en Wethouders terzake van 20 december 1984 (bijl. no. 7); BESLUIT met ingang van een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen datum te benoemen tot directeur van de gemeentelijke L.E.A.O.-school, alhier, de heer J.J. Wesseling, geboren op 20 juli 1943 te Leeuwarderadeel, wonende te Oenkerk Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Het vaststellen van voorschriften op grond van artikel 16k van de Wet op de bejaardenoorden Bijlage no. 8 Leeuwarden, 20 december 1984. Aan de Gemeenteraad. Per 1 januari 1985 treedt de gewijzigde Wet op de bejaardenoorden in werking. Een en ander heeft gevolgen voor de wijze van financiering van de kosten verbonden aan de instandhouding van bejaardenoorden. Tot 1 januari 1985 worden de bejaardenoorden indirect gefinancierd via de Algemene Bijstandswet. Dit systeem komt erop neer, dat de overheid via de weg van bijstandsverlening aan de bewoners een bijdrage levert aan de kosten van instandhouding van de bejaardenoorden. Onder de Wet op de bejaardenoorden wordt de hoofdregel dat de bewoner van een bejaardenoord de kosten van het verblijf van het bejaardenoord waarin hij is opgenomen, verschuldigd is. In afwijking van deze regel wordt de bijdrage van de bewoner lager gesteld, indien de hoogte van zijn inkomen en de grootte van zijn vermogen daartoe aanleiding geven, waarbij een bescheiden ver mogen steeds buiten beschouwing zal blijven. De door elke bewoner te betalen bijdrage wordt door ons, aan de hand van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regelen, individueel vastgesteld. Tegen deze vaststelling kan de adressant van de beschikking een bezwaarschrift indienen. Artikel 16k van de Wet op de bejaardenoorden bepaalt dat de Gemeenteraad voorschriften vast dient te stellen betreffende de behan deling van deze bezwaarschriften. In ieder geval dienen voorschriften m.b.t. het horen van reclamant of diens gemachtigde vastgesteld te worden. De voorschriften dienen aan Gedeputeerde Staten te worden toegezonden en kunnen, nadat Gedepu teerde Staten een bericht van ontvangst hebben gezonden, worden afgekondigd. Op de bezwaarschriftenprocedure is de Wet Arob niet van toepassing. Wel bestaat de vrijheid om de regels van deze wet van toepassing te verklaren. Niettemin hebben wij gemeend dat het aanbeveling verdient de procedure, zoals die in de "Verordening op de Gemeentelijke Sociale Dienst en de verlening van bijstand" is vastgelegd, met enkele wijzigingen van ondergeschikte aard, op de bezwaarschriftenprocedure van de Wet op de bejaardenoorden van toepassing te verklaren. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat het hier betreft het verrichten van werkzaamheden ter uitvoering van overige wetten en verordeningen en maatregelen op het gebied van de sociale zorg en maatschappelijk werk, waar van de uitvoering aan het gemeentebestuur is opgedragen (vgl. art. 2 lid 1 onder c van de Verordening op de Gemeentelijke Sociale Dienst en de verlening van bijstand). Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd concept-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 61