DE RAAD TAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN;
No. 21227
gelezen de brieven van het college van Burgemeester en Wethou
ders van Menaldumadeel d.d. 1? oktober 1984 en van de heer S. Kingma
te Boksum d.d. 22 oktober 1984, waarin dezen ingevolge de Wet Admini
stratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen bezwaarschriften hebben
ingediend tegen het besluit van de Raad der gemeente Leeuwarden d.d.
10 september 1984, nr. 14102, waarbij een voorbereidingsbesluit werd
genomen voor een perceel nabij de Zuidtangent ten behoeve van een tij
delijke opslagplaats voor vervuilde grond;
overwegende, dat ingevolge de Procedureverordening Raadsadvies-
commissie voor de beroep- en bezwaarschriften de bezwaarschriften om
advies in handen zijn gesteld van de Raadsadviescommissie voor de
beroep- en bezwaarschriften;
dat de Raadsadviescommissie adviseert de bezwaarschriften onge
grond te verklaren;
dat hij zich met de overwegingen en het advies van de Raadsadvies
commissie d.d. 10 december 1984 f bijlage nr. 19 kan verenigen;
gelet op de Wet Ruimtelijke Ordening, de Wet A.R.O.B. en de Pro
cedureverordening Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaar
schriften;
BESLUIT:
de bezwaarschriften van het college van Burgemeester en Wethouders
van Menaldumadeel en van de heer S. Kingma ongegrond te verklaren.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van
Voorzitter
Secretaris