Inleiding
In ons kollegeprogram hebben wij u een beleidsnotitie toegezegd met
betrekking tot een aantal onderdelen van het aan de Gemeentelijke
Sociale Dienst ter uitvoering opgedragen takenpakket.
Al vrij spoedig na de aankondiging van dit voornemen werd bekend dat
er plannen lagen in 1984 een stelselherziening van de werkloosheids
uitkeringen door te voeren welke gevolgen zou kunnen hebben voor de
GSD. Deze herziening is enkele malen uitgesteld en zal nu in ieder
geval niet eerder plaatsvinden dan 1 januari 1986, hoewel ook deze
datum al niet meer met grote stelligheid door de verantwoordelijke
bewindslieden wordt genoemd.
Aanvankelijk waren wij de mening toegedaan u pas een beleidsnotitie
aan te moeten bieden op het moment dat meer duidelijkheid verkregen
is over de stelselherziening en de gevolgen daarvan. Het ziet er
echter nu naar uit dat door verschuivingen in de kliëntenbestanden de
bepaald nog niet zekere stelselherziening geen wezenlijke verandering
in de taak en funktie van de dienst tot gevolg zal hebben.
Daarnaast heeft een rol gespeeld in het nu eerst verschijnen^ van deze
notitie het feit dat wij u over een aantal essentiële onderdelen van
het door de dienst uit te voeren beleid reeds per raadsbrief informatie
hebben verschaftWij noemen u o.a. het beleid m.b.t. werken met behoud
van uitkering, de sollicitatieplicht en het minimabeleid.
Naar aanleiding van de laatste raadsbrief heeft u in een motie gevraagd
om de realiseerbaarheid van een aantal verlangens van groepen uitkerings
gerechtigden nader te onderzoeken. Deze verlangens waren ons aangeboden
tijdens een demonstratieve bezettingsaktie van de G.S.D. eind mei 1984.
In eenzelfde soort aktie zijn wij aan deze verlangens eind november
herinnerd.
De aan u en de groepen uitkeringsgerechtigden gedane toezegging tot
nader onderzoek van de geuite verlangens en de voorshands minder in
grijpend lijkende gevolgen van een eventuele stelselherziening vormen
voor ons reden u thans de in het kollegeprogram aangekondigde beleids
notitie aan te bieden.
In ons kollegeprogram hebben wij een notitie toegezegd m.b.t de volgende
punten:
- het beleid m.b.t. strafuitkeringbevoorschotting, inzet van de
sociale opsporingsambtenaar, passende arbeid, ekonomische eenheid,
werken met behoud van uitkering, etc.;
- overlegstrukturen met hulpvragers (gebruikersraad, bijstandsbond)
- (het verbeteren van) voorlichting en informatie aan (toekomstige)
hulpvragers. Extra aandacht wordt gegeven aan vrouwen van kulturele
minderheden;
- het beleid m.b.t. opslag en toegankelijkheid van gegevens van kliënten
De groepen uitkeringsgerechtigden hebben van ons een stellingname ge
vraagd m.b.t. de volgende onderdelen:
- een eigen minimabeleid met daarin het element van signalering van de
problematiek van de minima bij het rijk en als konkrete inhoud: kwijt
scheldingen van gemeentelijke belastingen, tariefstelling van nuts
voorzieningen, woonkostenverlaging, subsidiëring van belangenorga
nisaties van uitkeringsgerechtigden;
- specifiek op de G.S.D. gericht waren de verlangens m.b.t. het straf-
kortings- of sanktiebeleid, het beleid inzake ekstra/aanvullende
bijstandsuitkering, de instelling van een bijstands- of steunfonds,
een soepeler verstrekking van leenbijstand, een goede voorschotrege
ling en een aktief voorlichtingsbeleid.
