I
1
-20-
Teneinde één en ander in goede banen te leiden is door de GKB 1
funktionaris voor 20 uren per week beschikbaar gesteld voor de
vervulling van de funktie van projektleider. Het aantal huishoudens
dat zich met financiële problemen meldt bij de GKB neemt echter der
mate snel toe, dat het voor deze instelling helaas niet langer moge
lijk is tijd voor deze funktie beschikbaar te stellen.
Deze o.p zich te respekteren beslissing van de GKB brengt het voort
bestaan van het projekt ernstig in gevaar omdat:
- het projektschap een absoluut onmisbare schakel vormt in de koör-
dinatie van de direkte hulpverlening die vanuit het projekt plaats
vindt;
- hiermede aan verdere beleidsontwikkeling m.b.t. de overkrediterings-
problematiek een abrupt einde wordt gebracht, waardoor reeds in gang
gezette ontwikkelingen dreigen te worden afgebroken.
Wij zijn van oordeel datdit projekt doorgang moet vinden en zullen dan ook
alles in het werk stellen om in overleg en samenspel met betrokken in
stellingen die middelen te verwerven welke het mogelijk maken dit pro
jekt veilig te stellen en verder uit te breiden.
Van de in gang gezette ontwikkelingen willen wij de volgende noemen:
a. uitbreiding van het aantal participanten.
Vanaf de aanvang van het projekt zijn de deelnemers zich er van bewust
geweest, dat in de stuur- en werkgroep nog niet alle bij overkreditering
betrokken instellingen in het projekt zijn vertegenwoordigd.
De gedachte bestond en bestaat nog steeds, dat op basis van harde prak-
tijkgegevens de nog in het projekt ontbrekende instellingen kunnen
worden overgehaald om gezamenlijk mee te werken aan het voorkomen en
bestrijden van overkrediteringssituaties. Hiervoor is al een voorbeeld
genoemd van een samenwerking die sedert de start van het projekt tot
stand gekomen is (samenwerking tussen GKB en de leverancier van gas en
elektra voor Leeuwarden).
Een verdere uitbreiding naar andere leveranciers van primaire levens
behoeften (woningkorporaties) behoort tot de wenselijkheden voor de
nabije toekomst.
Het Advies- en Informatieburo ennhet H.P.V., Stichting huishoudelijke
konsumentenvoorlichting, willen ook deel gaan uitmaken van dit projekt.
Eveneens wordt nader bezien hoe Het Baken als instituut voor volwassen-
edukatie mede kan bijdragen door een kursusaanbod terzake.
b. Optimalisering en uitbreiding van de budgetvoorlichting en
budqetbeqeleidinq in de gemeente Leeuwarden.
Aangezien een deel van de problemen van overkreditering terug te
voeren zijn tot problemen met budgetteren, is er een gedachtenvor-
ming op gang gekomen rondom budgetvoorlichting- eR begeleiding aan
kliënten, hulpverleningsinstellingen en leveranciers. Aan de zin
volheid van nadere strukturering van deze voorlichtings- en begelei-
dingsaktiviteiten wordt niet meer getwijfeld. Of de vorm van struk
turering de oprichting zal moeten zijn van een Stichting budgetvoor
lichting en budgetbegeleiding is op dit moment nog een punt van overleg.
c. Bevorderen van de deskundigheid inzake overkreditering bij de
medewerkers van de participerende instellingen.
Voor een goed verloop van de samenwerking is het noodzakelijk dat
op uitvoeringsnivo permanent aandacht wordt besteed aan de mogelijk
heden van het projekt voor de hulpverlening. Hiermee wordt niet al
leen gedoeld op een tijdige signalering van probleem-situaties die
binnen het kader van het projekt adekwaat kunnen worden opgelost,
maar ook de kwaliteit van de hulvexlening zelf.
t
-21-
d. Op uitgebreidere schaal schuldregelingen treffen.
Het door de gemeente Leeuwarden ingestelde Waarborgfonds "ter dekking
van de financiële risiko's die voortvloeien uit door de GKB te ver
strekken leningen", heeft naast het borgstaan voor leningen bij af
wezigheid van een partikuliere borg, slechts een beperkt bereik.
Indien de aflossingskapaciteit naar de huidige normen onvoldoende
is om een saneringslening te kunnen verstrekken, dan kan ook het
Waarborgsfonds geen uitkomst bieden.
Toch streven wij ernaar verzoeken tot schuldregeling meer te kunnen
honoreren dan thans het geval is.
In eerste instantie denken wij hierbij aan de toepassing van het indi-
vidualiseringsprincipe in de bijstand. In een cirkulaire, gedateerd op
23 april 1982, verzonden bij de aanbieding van een wijziging in het
Bijstandsbesluit landelijke normering, heeft de toenmalige minister van
C.R.M., de heer \/an der Louw, aparte aandacht besteed aan hulpverlening
door sociale diensten bij schuldsituaties. Daarin werd beklemtoond dat
de A.B.W. voor financiële bijstandsverlening bij schuldsituaties geen
wettelijke mogelijkheden biedt, behoudens zéér bijzondere omstandigheden.
Van dat laatste is naar onze mening, ons daarbij baserend op jurispruden
tie, onder meer sprake wanneer:
- het voortbestaan van schulden een bedreiging vormt voor de feitelijke
bestaansvoorziening;
- het voortbestaan van schulden de gezondheidstoestand van de betrokkene(n)
bedreigt
- schuldsanering een voorwaarde is voor het welslagen van maatschappelijke
begeleiding, m.a.w. de aanbieding van een geïntegreerd hulpaanbod zoals
het geval is middels het projekt overkreditering leidt waarschijnlijk
tot een totaaloplossing.
In dergelijke gevallen, veelal een gevolg van de aanwezigheid van zich
preferent opstellende schuldeisers welke primaire bestaansvoorzieningen
bedreigen, kan naar onze mening in goed overleg getracht worden middels
aanbieding van een saneringskrediet door de GKB en verlening van (verhaal
bare) bijstand door de G.S.D. een oplossing te vinden.
Uiteraard zal in de gekozen vorm geen afbreuk gedaan worden aan de eigen
verantwoordelijkheid, wanneer daar al sprake van is, van de schuldenaren
voor de ontstane schuldpositie.
Mocht blijken dat langs deze weg in naar onze mening toch nog te veel ge
vallen geen schuldregeling getroffen kan worden, dan zullen wij naar
andere wegen zoeken om toch een oplossing voor de schuldproblematiek te
vinden.
e. Overleg met nutsbedrijven en woningkorporaties.
Gelet op de rol welke schulden aan nutsbedrijven en woningkorporaties
spelen in deze problematiek zullen wij in overleg treden met deze instel
lingen ten einde te bezien in hoeverre andere oplossingen gevonden kunnen
worden. Onzerzijds zal daarbij in ieder geval ingebracht worden de wense
lijkheid tot deelname aan het projekt Overkreditering, het inkassobeleid
en de mogelijkheid tot schuldsanering.