1
I
I
1
-22-
5Het voorkomen, respektievelijk tegengaan pan misbruik
5.1. Inleiding
In een notitie als deze mag niet voorbijgegaan worden aan het verschijnsel
misbruik waarmee wij als uitvoeringsorgaan van de onderscheiden wetten
en regelingen worden gekonfronteerd.
In dit kader verstaan wij onder misbruik "het verkrijgen of ontvangen
van een (te hoge) uitkering door het bewust niet, niet tijdig, niet
juist of niet volledig verstrekken van gegevens en inlichtingen".
Bijzondere aandacht voor het verschijnsel misbruik veronderstelt de
aanwezigheid van een probleem. Wij zijn echter niet in staat de omvang
van misbruik met enige nauwgezetheid te bepalen. Er kan alleen op basis
van het achterhaalde misbruik een schatting van de omvang worden ge
maakt maar een waarheidsgetrouw beeld wordt daarmee niet verkregen.
Recente studies naar de omvang van misbruik in de sfeer van inkomsten
belasting en individuele huursubsidie en ook schattingen op basis van
wetenschappelijk onderzoek naar de omvang van sociale zekerheidsfraude
geven echter voldoende reden voor bezorgdheid en blijvende aandacht
voor dit probleem.
Hieronder hebben wij enkele cijfers over achterhaalde fraude in de regio
Friesland Noord bijeen gebracht; de tussen haakjes geplaatste cijfers
hebben betrekking op de gemeente Leeuwarden.
afgesloten onderzoeken
onregematigheid ontdekt
uitkering beëindigd
proces-verbaal
bedrag benadeling
1980
1981
1982
1983
49 (40)
102 (86)
120 (103)
89 (74)
35 (27)
56 (44)
85 72)
61 (50)
23 (16)
37 (34)
34 33)
24 (21)
19 (16)
26 (18)
45 33)
49 (32)
227.911
(169.709)
248.283
(155.905)
309.242
493.866
(239.097)
392.385»
5.2. Oorzaken van misbruik
Alvorens een beleid met betrekking tot misbruik van uitkering te formu
leren is het voor het bepalen van de richting van een dergelijk beleid
van belang na te gaan welke faktoren van invloed zijn op het plegen van
misbruik. Wij zijn n.l. van mening dat het verschijnsel misbruik van uit
keringen niet alleen kan worden bezien vanuit de individuele motieven
van de persoon, die met schending van zijn wettelijke informatieplicht
zich een hem niet toekomende overheidsprestatie verschaft. Zonder uit
puttend te willen zijn menen wij dat de hierna te noemen faktoren een
voedingsbodem voor misbruik zijn.
a. het maatschappelijk klimaat
Naar ons oordeel is het meer in overeenstemming met de scoiale werkelijk
heid door het verschijnsel misbruik o.a. óók te plaatsen tegen de achtergroj
van een maatschappij die door al dan niet verborgen verleidingen een
materialistisch en op konsumptie gericht leefpatroon opdringt dat niet te
handhaven is bij een terugval in inkomen als gevolg van omstandigheden
waaraan hij/zij part noch deel heeft. Dit geldt te meer voor hen wier
voorland is bij voortduring te zijn aangewezen op een steeds meer onder
druk staand minimum inkomen* waarvan wij reeds eerder hebben gesteld dat
in steeds meer gevallen dit inkomen niet meer toereikend is om te voorzien
in een bij deze tijd passend voorzieningennivo. Het is voorstelbaar dat in
dergelijke omstandigheden zich de invloed doet gelden van berichtgeving
-23-
over vastgesteld misbruik en fraude in andere sektoren van de samen
leving zoals het bedrijfsleven. Ook konstateringen van achteraf gezien
onverantwoorde overheidsuitgaven laten in dezen hun sporen na. Vooral
de hiermee gemoeide bedragen kunnen bij de uitkeringsgerechtigden het
gevoelen doen ontstaan dat een relatief geringe fraude, vooral wanneer
deze bestemd is om in noodzakelijk geachte bestaanskosten te voorzien,
in de samenleving minder laakbaar zal worden beoordeeld dan voorheen.
Zonder misbruik goed te praten is het goed te beseffen dat de druk op
de persoon soms erg groot kan zijn. Van de Gemeentelijke Sociale Dienst
mag zondermeer worden gevergd dat zij in voorkomende gevallen daaraan
bijzondere aandacht bij de voorbereiding van beslissingen naar aan
leiding van ontdekking van fraude besteedt.
b. het financiële_voordeel
Gezien de vele koppelingen tussen prestaties van overheidswege (uit
keringen, subsidies, bijdrageregelingen) en inkomens en/of leefsituatie
is het door misbruik te behalen financiële voordeel vanwege de kumula-
tieve effekten aanmerkelijk.
Het geschetste maatschappelijke klimaat wordt nog al eens bevestigd door
de wijze waarop de pleger van misbruik zijn/haar levensstandaard verhoogt
met het aan misbruik verbonden financiële voordeel. In een aantal ge-
vallen blijkt dit gebruikt te worden om het noodzakelijke voorzieningen
nivo op peil te houden, daarnaast is opvallend dat menig pleger van
misbruik het bijzonder belangrijk vindt statussymbolen als auto en (verre)
vakanties te behouden.
c. de komplexiteit van de sociale wetgeving
Het behoeft geen nadere toelichting dat het gebouw van de sociale
zekerheid is verworden tot een doolhof, waarin de burger alleen aan
de hand van deskundigen nog wegwijs weet. Wij stellen vast, dat de
ingewikkeldheid van het huidige stelsel als gevolg van het streven
naar beperking van de kollektieve lasten, toeneemt in een tempo
waarmee zelfs de uitkeringsorganen moeite hebben, laat staan de burger.
De uitkeringen worden afhankelijk gemaakt van nadere vereisten, met
name de feitelijke leefsituatie, die alleen met veel beslag op tijd
en menskracht verifieerbaar zijn. In zoverre zijn de wetten al in
hoge mate fraude-gevoelig, omdat de feitelijke leefsituatie voor het
uitvoeringsorgaan niet zonder tijdrovend onderzoek herkenbaar is en
voor de pleger van misbruik aanzienlijke voordelen zijn te behalen.
Bovendien staat een dergelijke ontwikkeling naar detaillering per
onderscheiden leefsituatie - gezin, ekonomische eenheid, voordeurdeler,
alleenstaande - haaks op de maatschappelijke ontwikkeling in de rich
ting van individualisatie.
d. de anonimiteit_van de_verzorgingsstaat
Het overheidsoptreden wordt niet meer vanzelfsprekend als legitiem
aanvaard. De neiging om zich neer te leggen bij de beslissingen, die
de (rijks)overheid terzake van uitkeringen neemt, lijkt tegenwoordig:
minder groot. Deze tendens is op zich begrijpelijk, want de burger
heeft weinig aanknopingspunten om deze beslissingen inhoudelijk als
juist en rechtvaardig te ervaren. In de beeldvorming van de burger ver
wordt de overheid steeds meer van orgaan van en voor de gemeenschap
tot een log, bureaukratisch instrument waarop geen vat te krijgen is.
De overigens al geringe mogelijkheden van identifikatie met de over
heid verminderen in snel tempo, zeker op het terrein van de sociale
zekerheid. De nadruk komt te liggen op private en groepsbelangen.
Deze houding ten opzichte van de overheden leidt ertoe dat de rechten
tegenover de overheid alle nadruk krijgen en de verplichtingen op de
achtergrond geraken. Deze mindere waarde van de verplichtingen tegen
over de overheid die niet meer wordt gezien als deel van de gemeenschap
schept een klimaat waarin de gedachte, dat misbruik van de door diezelfde
overheid geboden voorzieningen onbehoorlijk gedrag is tegenover de gemeen
schap, vervaagt, althans van die gedachte een nauwelijks remmende invloed
uitgaat