-30-
Naar ons oordeel is het aanbrengen van een onderscheid tussen anonieme
tips en niet anonieme berichten ook niet hanteerbaar. Immers, een
dergelijk onderscheid brengt al bij voorbaat een scheiding tussen
gevallen waarin wel een onderzoek wordt geëntameerd en tussen gevallen
waarin dat niet zal gebeuren, terwijl deze scheiding naar zijn werking
willekeurig is en niet berust op een inhoudelijke toetsing; de houding
van de adressant bepaalt de prioriteiten.
Ook een zich met name bekend gemaakt persoon kan later blijken zich te
hebben bediend van een fiktieve naam. Het voert ons inziens te ver om
allereerst een onderzoek in te stellen naar het daadwerkelijke bestaan
van de adressant, die trouwens voor zover mogelijk buiten het eigenlijke
onderzoek wordt gelaten.
Niet zelden wordt de anonimiteit gezocht voor het aanbrengen van niet
geringe fraude, veelal een kombinatie van uitkeringsgerechtigden- en
werkgeversfraude. Daarbij wordt als motief voor de anonimiteit regel
matig genoemd de angst voor mogelijke reperkussies van de zijde
van de met krimineel aangeduide pleger van misbruik, wanneer de
aanbrenger van de fraude bekend wordt. Een dergelijk motief menen wij
te moeten respekteren, terwijl de aangebrachte niet geringe fraude ons
sterkt in de gekozen handelwijze.
Samenvattend zijn wij van oordeel dat er onvoldoende redenen zijn
aan de berichten van burgers over vermeende fraude zondermeer voor
bij te gaan of eventueel daarbij een onderscheid te maken tussen al
dan niet anonieme berichten.
Dit standpunt wordt te meer gerechtvaardigd door de voorzichtigheid
waarmee de Gemeentelijke Sociale Dienst met dergelijke berichten
pleegt om te gaan.
Het beleid is erop gericht deze berichten vooraf te toetsen op
bruikbaarheid en waarschijnlijkheid welke toetsing vooral pleegt
te geschieden aan de al in dossiers aanwezige informatie en aan
eventueel door aanvullend eigen onderzoek verkregen gegevens.
In deze fase van toetsing wordt in het bijzonder ervoor gewaakt
dat derden betrokken worden in het onderzoek zulks met het oog op
het gevaar van schade aan de privacy van de betrokken persoon.
Deze wijze van handelen voorkomt dat de betrokkene slachtoffer
wordt van laster.
-31-
Het sanktiebeleid in het kader van WWV en RWW.
Het sanktiebeleid in het kader van de ter uitvoering opgedragen
werkloosheidsregelingen mag in een nota als deze niet ontbreken.
Vooral tegen de achtergrond van de bestedingsmogelijkheden van
uitkeringsgerechtigden is de invulling van de zij het beperkte,
gemeentelijke beleidsvrijheid in dezen niet van belang ontbloot.
Het_experimentele sanktiebeleid 1983/84.
In het voorjaar van 1983 hebben wij besloten bij wijze van expe
riment een sanktiebeleid te gaan voeren op basis van een aantal
uitgangspunten uit een rapport van DIVOSA, en wel de volgende:
a. Bij de soort overtreding een onderscheid te maken tussen ener
zijds overtredingen welke de uitkeringsduur niet beïnvloeden
(zoals het niet voldoen aan bepaalde formaliteiten) en ander
zijds overtredingen die ertoe leiden dat langer dan noodzake
lijk een beroep gedaan moet worden op een uitkeringsregeling
(zoals vrijwillige ontslagname).
b. Een onderscheid te maken naar de mate van verwijtbaarheid:
- licht verwijtbaar onzorgvuldigheid van de werknemer
heeft geleid tot het niet voldoen
aan wettelijke eisen, er zijn
redenen aanwezig een op zich ver
wijtbare gedraging minder zwaar
aan te rekenen.
duidelijk tekort schieten van de
werknemer heeft geleid tot het
niet voldoen aan wettelijke eisen.
opzettelijk, al dan niet met een
zeer grote mate van onzorgvuldig
heid en onverschilligheid, gedrag
van de werknemer heeft geleid tot
het niet voldoen aan wettelijke
eisen, er zijn redenen aanwezig een
op zich verwijtbare gedraging
zwaarder aan te rekenen.
c. Recidive van invloed te laten zijn op de hoogte van de sanktie,
waarbij als uitgangspunt is genomen dat van herhaling van een
overtreding wordt gesproken indien de recidive binnen 1 jaar
na de vorige overtreding plaatsvindt.
Deze uitgangspunten zijn verwerkt in de hierna volgende richtlijnen,
waarvan op grond van individuele omstandigheden kan worden afgeweken
a. overtredingen die de uitkeringsduur niet beïnvloeden.
Voor gedragingen e.g. nalatigheden welke de uitkeringsduur niet
rechtstreeks beïnvloeden zijn een aantal vuistregels geformuleerd
afhankelijk van de soort overtreding.
De vuistregels variëren van het geven van een schriftelijke waar
schuwing tot een verlaging van 10?ó gedurende de periode van niet-
ingeschreven staan op het G.A.B. als werkzoekende.
- verwijtbaar
- ernstig verwijtbaar