c. De als hanteerbaar ervaren systematiek - onderscheid maken in soort overtreding en in mate van verwijtbaarheid - dient ge handhaafd te blijven. d. Aangezien er geen enkele inhoudelijke reden kan worden aange voerd voor het onderscheid in sanktiebepalingen in de WWV en Rww, dient dit onderscheid te worden opgeheven. e. Als uitgangspunt voor de nadere uitwerking in richtlijnen dient een sanktieperceritage van 5?ó te worden genomen en dient de mate van verwijtbaarheid tot uitdrukking gebracht te worden in de sanktieduur Bij de bespreking van deze uitgangspunten in de WWV/RWW-kommissie en de kommissie G.S.D. bleek duidelijk het hiervoor genoemde spanningen- veld waarvoor wij ons reeds geplaatst zagen. Enerzijds werd er, met name van vakbondszijde, gesteld dat in het licht van de plaatsgevonden kortingen een ondergrens van 97?ó van de toepasselijke bijstandsnorm gehanteerd dient te worden en dus een sanktiepercentage van 3?ó het maximale dient te zijn. Daarnaast werd voorgesteld een licht verwijtbare gedraging af te doen met een schrif telijke waarschuwing. Anderzijds werd, met name van de zijde van de provinciale vertegenwoor diger van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bena drukt dat het hanteren van een maximum van om,vang en/of duur van ver laging van de uitkering geen uitgangspunt van beleid mag zijn. Tevens werd erop gewezen dat een steeds verdergaande vermindering van de sanktiezwaarte de uitvoering van de opgedragen wettelijke bepalingen in het gedrang brengt. Daarbij werd ervoor gewaarschuwd de solidariteit tussen werkenden en niet-werkenden niet in het gedrang te brengen door het verschil in uitkering tussen vrijwillig en onvrij willig werklozen te minimaliseren. Het ministerieel besluit met betrek king tot de afstemming van de sanktieduur op de duur van door eigen toedoen verspeelde werkloosheidsuitkering (W.W.), meestentijds 26 weken, dient dan ook onverkort te worden uitgevoerd. Naar de mening van de rijkskonsulent voor sociale zekerheid in onze provincie werd met de bij deze bespreking eveneens voorgelegde voorlopige uitwerking van het sanktiebeleid de grens zeer dicht genaderd zo niet al overschreden, waarbij de fakto nog wel of niet sprake is van een sanktie beleid Bij de bespreking van de uitgangspunten voor het te voeren sanktiebeleid werd ook de wens tot meer landelijke uniformiteit in dezen uitgesproken. Gevraagd werd naar eventuele adviezen van de zijde van Divosa, welke in het verleden toch ook een zakere mate van landelijke uniformiteit hebben bewerkstelligd. Naar aanleiding van deze besprekingen hebben wij de voorlopig gekozen uitgangspunten nogmaals gewogen. Naar onze mening kan uit het feit dat uitgangspunten en richtlijnen altijd slechts een richtsnoer zijn van handelen worden afgeleid dat wij geen maximum van omvang en/of duur van verlaging hanteren dat in de visie van het ministerie ook geen uitgangs punten van beleid mag zijn. Tevens hebben wij kennis genomen van een advies van een werkgroep in Zuid-Holland met betrekking tot het sanktie beleid. In dat advies kon ook de vertegenwoordiger van het Ministerie in die provincie zich vinden, terwijl van vakbondszijde alleen het voorbehoud van een landelijk standpunt werd gemaakt. Ons is gebleken dat dit advies niet in essentie afwijkt van de door ons gekozen uitgangspunten. Recentelijk bereikte ons de informatie dat Divosa dit advies heeft overge nomen en landelijk zal uitdragen. Naar onze mening wordt ook gevolg gegeven aan het door de rijkskonsulent genoemde ministeriële besluit. Gedragingen welke tot gevolg hebben dat een W.W.-uitkering voor de duur van 26 weken wordt verspeeld, zijn naar ons oordeel ernstig verwijtbaar. -35- Door voor deze kategorie een sanktieduur van 26 weken te nemen wordt aan het ministerieel besluit voldaan. Wanneer er redenen zijn deze sanktie te verlichten biedt ook het ministerieel besluit de mogelijk heid van de duur van 26 weken af te wijken. Wij menen niet de vrijheid te hebben de van vakbondszijde voorgestelde uitgangspunten over te kunnen nemen. Gelet op de thans reeds gemaakte opmerkingen van de zijde van het Ministerie is het gevaar van ingrepen van die zijde dan bepaald niet denkbeeldig, hetzij alleen gericht op onze gemeente in de vorm van het niet-deklarabel stellen van bepaalde verstrekte uitkeringen, hetzij in de vorm van het stellen van landelijk geldende nadere regelen. Daarnaast zijn wij van mening met sanktie- percentages van 3voor betrekkelijk korte periodes niet het ondubbel zinnige oordeel te geven over misbruik wat naar onze mening gewenst is Al met al zien wij geen redenen van de gekozen uitgangspunten af te wijken. Bij de hierna volgende verwerking in richtlijnen willen wij nog opmerken dat wij vanwege de ingewikkeldheid en verscheidenheid in het bruto-nettotrajekt niet geheel kunnen voorkomen dat eenzelfde sanktie in de Rww iets anders uitwerkt dan in de WWV. Overtredingen die de uitkeringsduur niet beïnvloeden. In principe wordt hier volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing. Alleen bij langdurig niet-ingeschreven staan op het G.A.B. kan mede afhankelijk van de arbeidsmarktpositie van betrokkenen, een sanktie worden opgelegd overeenkomend met licht-verwijtbaar bij over tredingen welke wel van invloed zijn op de uitkeringsduur. Hardnekkige recidive dient bij dit soort overtredingen van geval tot geval te worden beoordeeld. Overtredingen die de uitkeringsduur beïnvloeden. licht verwijtbaar verwijtbaar ernstig verwijtbaar WWV en Rww 5?ó ged. 6 weken 5?ó ged. 13 weken 5?ó ged. 26 weken (In guldens uitgedrukt komt dit neer op maximaal een sanktie van ongeveer 100,217,en 434, Recidive Gelet op de geringe mate waarin recidive voorkomt wordt afgezien van een richtlijn. Recidive dient van geval tot geval te worden bekeken. Sanktie in_geval_van_fraude. Zoals wij ook in het hoofdstuk over misbruik hebben aangegeven, kan na vaststelling van fraude op meerdere wijzen worden gereageerd: terugvordering van het ten onrechte ontvangen bedrag, aanpassing van de uitkering aan de feitelijke omstandigheden, oplegging van een adminis tratiefrechtelijke sanktie en oplegging van een strafrechtelijke sanktie. Wij spreken in genoemd hoofdstuk ook als ons oordeel uit dat reakties van de zijde van het uitvoeringsorgaan, de drie eerstgenoemde, voorop dienen te staan en dat de strafrechtelijke sanktie eerst dan aan de orde is wanneer de rechtsorde zo ernstig is geraakt dat terugvordering en oplegging van een administratieve sanktie als onvoldoende reakties op het misbreuk worden gezien.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 120