-36-
Hierbij dient te worden bedacht dat terugvordering van het ten onrechte
ontvangen bedrag bruto geschiedt terwijl de overtreder in zijn/haar
beleving "slechts" het netto voordeel heeft genoten en aldus deze bruto-
terugvordering obk al als een sanktie ervaart.
Wij zijn van mening dat de met fraude aangeduide overtredingen geen af
zonderlijke vorm van overtreding zijn waarvoor aparte sanktieregels moeten
worden ingesteld. Bij de oplegging van een administratiefrechtelijke
sanktie dient dan ook aansluiting gezocht te worden bij de zojuist gefor
muleerde uitgangspunten en richtlijnen. Dit kan naar onze mening zeer
goed geschieden door bij fraude de regels toe te passen van overtredingen
welke de uitkeringsduur beïnvloeden: licht verwijtbaar, verwijtbaar of
ernstig verwijtbaar, afhankelijk van de mate van fraude en de (bewuste)
wijze van frauderen.
Aan het slot van dit beleidsonderdeel willen wij nog nadrukkelijk aan
geven dat, net als in het experimentele beleid, ook de aangepaste
sanktieregels als richtsnoer moeten worden beschouwd waarvan in inciden
tele, uitzonderlijke gevallen zowel in lichtere als zwaardere zin kan
worden afgeweken.
Wij zijn voornemens, nu wij in de inkomenspositie van uitkeringsgerechtig
den en in de geringe mogelijkheid van de uitkeringsgerechtigde om de
sanktieduur middels werkaanvaarding te bekorten, redenen hebben gezien over
te gaan tot aanpassing van het sanktiebeleid, wederom de werking van dit
aangepaste beleid te evalueren en zonodig aan te passen, zodra zich in de
omstandigheden van uitkeringsgerechtigden sterke wijzigingen voordoen.
-37-
De verhouding tot de kliënt.
Voorlichting en informatieverstrekking.
Op grond van de gedachte "kennis is macht" worden voorlichting
en informatieverstrekking soms bijna als de remedie ten tonele
gevoerd om afhankelijkheidsrelaties van burgers van instanties
tegen te gaan en te voorkomen dat onwetendheid tot gevolg heeft
dat burgers hun rechten niet verwezenlijken en hun plichten niet
nakomen.
Ontegenzeggelijk zijn voorlichting en informatie-overdracht zeer
essentieel, zij hebben echter wel hun grenzen, met name daar waar
de wet- en regelgeving welke het handelen van overheidsorganen
ten aanzien van burgers regelen, steeds specialistischer en kom-
lexer worden. De hierna volgende beschrijving van de wijze waar
op de GSD zijn voorlichtende taak in praktijk brengt eindigt dan
ook met een korte beschouwing van de knelpunten in die praktijk
welke de grenzen lijken te markeren van de mogelijkheden van
voorlichting en informatie-overdracht.
Allereerst achten wij het van groot belang kliënten die een kon-
krete hulpvraag indienengoede voorlichting te geven. Dit geschiedt
op verschillende wijzen en op verschillende momenten. Bij de indie
ning van de aanvraag, in termen van het uitkeringsverstrekkings-
proces tijdens de intakefase, worden naast uitgebreide mondelinge
informatie door de intake-ambtenaar folders verstrekt over de wet
en/of regeling waarop aanspraak wordt gemaakt. Dit foldermateriaal
is deels in eigen beheer ontwikkeld en deels verkregen van het
ministerie. Dit laatste heeft vanaf 1981 met advies van een Werk
groep Kliëntenvoorlichting Bijstand - waarin ook DIVOSA-vertegen-
woordigers - een afgewogen en gerichte folderstrategie ontwikkeld.
Zo zijn ook verschillende folders specifiek voor buitenlanders ont
wikkeld. In dit kader mag niet onvermeld blijven dat een deel van de
kontaktambtenaren van de dienst een kursus gevolgd heeft om met meer
begrip leden van etnische en kulturele minderheden tegemoet te kunnen
treden.
Tijdens de op de intake volgende behandelingsfase, waarin een onder
zoek wordt ingesteld naar de rechten van de aanvrager wordt deze ge
ïnformeerd over de mogelijkheden van bevoorschotting en de wijze van
verrekening daarvan. Tevens wordt bij de bevestiging van de A.B.W.-
aanvragen gewezen op de rechtsmogelijkheid een voorlopige voorziening
aan te vragen bij Gedeputeerde Staten. Ook wordt iedere aanvrager een
kontaktkaart uitgereikt waarop o.m. naast de naam van de behandelend
ambtenaar staat vermeld hoe de kliënt het doeltreffendst kontakt op
kan nemen met de dienst wanneer vragen rijzen.
Wanneer eenmaal een beslissing op de ingediende aanvraag is genomen
volgt toezending van de beschikking. Bij die beschikking wordt in
een bijlage informatie verstrekt over de mogelijkheden van bezwaar
en worden de spelregels en procedurevoorschriften meegedeeld waaraan
men zich moet houden.
Naast de mogelijkheid vragen te stellen op het spreekuur, maandag
tot en met donderdag van 8-10 uur, zijn ook enkele ambtenaren aan
gesteld als informanten om kliënten en andere belanghebbenden zo
mogelijk telefonisch te kunnen informeren, o.a. door onmiddellijke
raadpleging van het komputerbeeldscherm, over de berekening en be
taling van de uitkerinc