- 2 -
- de "Stichting Théskinkerij Prinsetün/Zalen Schaaf" (gemachtigde
mr. F.J. Agema)
de stichting "Woningstichting St. Joseph" (gemachtigde mrF.J.
Agema)
- de Initiatiefgroep "Wonen in de Binnenstad", Vijzelstraat 15 en
- de heer J.T.M. HepkemaWillemskade 12.
De bezwaren tegen het openbaar toegankelijk maken van het binnenter
rein van Zalen Schaaf betreffen kort weergegeven het volgende:
- openstelling maakt ongewenst bezoek mogelijk, waardoor tevens een
toenemende kans op inbraak ontstaat; in verband hiermee zullen de
omliggende panden extra moeten worden beveiligd;
- openstelling leidt tot aantasting van de privacy van omwonenden;
openstelling zal met zich meebrengen dat rumoer en overlast wordt
veroorzaakt; adequaat toezicht op het binnenterrein is niet moge
lijk;
- men is niet bereid tot verkoop van een stuk tuin over te gaan
(Woninginrichting Huis en Haard B.V.) en evenmin is de bereidheid
aanwezig een steeg te verkopen (deze steeg worden onder meer ge
bruikt als toegang naar de rijwielherstelplaats van de heer L. de-
Vries)
openstelling is overbodig aangezien de Prinsentuin in de onmiddel
lijke nabijheid ligt;
openstelling belemmert de bedrijfsvoering van Zalen Schaaf; met
name de "Tuinzaal" zal minder goed te verhuren zijn tengevolge van
(geluids)overlastvrij verkeer tussen het zalencomplex en de op
slagruimte zal worden belemmerd; de situatie wordt minder veilig;
de opslagloods zal moeten verdwijnen in verband met de toegang
welke is gedacht aan de kant van de Voorstreek; in het gedeelte
van het pand Breedstraat 54 (welk pand wordt gebruikt als fietsen
stalling en opslagruimte), waar een onderdoorgang is gedacht, be
vindt zich een transformatorstation en de centrale verwarmingsin
stallatie; de functies fietsenstalling en opslagruimte zouden deels
verloren gaan, terwijl het transformatorstation en de centrale ver
warmingsinstallatie zouden moeten worden verplaatst;
- de "Stichting Théskinkerij Prinsetun/Zalen Schaaf" is met de bedrijfs
leider (die een bovenwoning bewoont) overeengekomen dat hij de bin
nentuin mag gebruiken voor privé-doeleinden
openstelling zal tot gevolg hebben dat een stukje privé-tuin ver
loren gaat (Woningstichting St. Joseph);
- tijdens een door "Wonen in de Binnenstad" georganiseerde bewoners
avond hebben winkeliers/bewoners, die rond het binnenterrein wonen,
zich duidelijk uitgesproken tegen openstelling (in verband met toe
nemende kans op inbraak en vandalisme)
De gedachte welke aan het openbaar toegankelijk maken ten grondslag lag,
was, dat met name de (toekomstige) bewoners van dit gebied gebruik zou
den kunnen maken van deze binnentuin. In dit verband herinneren wij aan
het zowel in het Structuurplan voor de binnenstad als in het I.S.R.-aan
wijzingsrapport Binnenstad 1980 opgenomen uitgangspunt dat de leefbaar
heid van de binnenstad bevorderd dient te worden, ondermeer door te stre
ven naar een aantrekkelijk fysiek klimaat. Aansluitend hieraan is in het
I.S.R.-uitvoeringsplan voor dit gebied voorzien in de openstelling van
dit binnenterrein.
- 3 -
In de plannen werd uitgegaan van een inrichting met gras, beplanting,
verharding ten behoeve van paden en terras en een enkel zit- en speel-
element. Het gebied zou zowel worden ontsloten vanaf de Breedstraat
(via een onderdoorgang in het pand Breedstraat 54) als vanaf de Voor
streek (via de steeg tussen de panden Voorstreek 67 en 69. In verband
met dit laatste zou zowel een stuk tuin (behorende bij de panden Voor
streek 69 en 71) als bedoelde steeg moeten worden aangekocht. Ondanks de
bezwaren welke ook toen reeds tegen de openstelling van het binnenter
rein zijn ingediend hebt U op 13 juli 1981 met de hiervoor geschetste
plannen ingestemd (bij de vaststelling van het ISR.-uitvoeringsplan)
Daarbij hebt U doorslaggevende betekenis toegekend aan het belang van
de verbetering van de woonomgeving en de bevordering van de leefbaar
heid. De plannen zoals die zijn omschreven in het I .S .R.-uitvoerings
plan voor dit gebied, zijn juridisch vertaald in dit ontwerp-bestem-
mingsplan. Zoals gebruikelijk hebben wij omtrent de ingebrachte be
zwaren niet slechts het advies ingewonnen van de directie van de
Dienst Stadsontwikkeling, maar zijn bij de advisering tevens de des
betreffende project- en contactgroep (Binnenstad-Noord) betrokken.
Zowel de project- als de contactgroep zijn tot de conclusie gekomen,
dat er momenteel in de buurt onvoldoende draagvlak aanwezig is om
tot openstelling van het binnenterrein te komen. In dit verband kan
ook worden gewezen op de geluiden, die naar voren zijn gekomen tij
dens de door de Initiatiefgroep "Wonen in de Binnenstad" georganiseer
de bewonersavond, waarop het ontwerp-bestemmingsplan aan de orde is
geweest. De overgrote meerderheid op deze bewonersavond heeft open
stelling van het binnenterrein afgewezen. Weliswaar toonde een aan
tal bewoners (van met name woningen aan de Nieuweburen) zich voorstan
der van een openbaar binnengebied c.q. collectieve tuin, maar de win
keliers en bewoners/winkeliers hebben zich en masse uitgesproken tegen
een dergelijke openstelling c.q. inrichting, met name uit veiligheids
overwegingen. Alhoewel wij van mening zijn, dat het te betreuren valt
dat uit overwegingen van onveiligheid, baldadigheid, vandalisme en
(geluids)overlast enz. dient te worden afgezien van openstelling van
dit binnenterrein, dwingt o.i. de realiteit daar wel toe. Overigens
willen wij in dit verband niet nalaten op te merken dat, althans tot op
zekere hoogte tegemoet zou kunnen worden gekomen aan de bezwaren zoals
die hiervoor zijn omschreven. Het in de avonduren en 's nachts afslui
ten van het binnenterrein behoort bijvoorbeeld tot de mogelijkheden.
Voorts is de verwachting gewettigd dat geen grote aantallen mensen ge
bruik zullen maken van het binnenterrein, zodat de (geluids)overlast
beperkt van omvang zal zijn. Het verplaatsen van het in het pand Breed
straat 54 aanwezige transformatorstation en de centrale verwarmingsin
stallatie is een technisch-financieel probleem, dat in principe oplos
baar is. Nu evenwel duidelijk is gebleken, dat er momenteel in de buurt
onvoldoende draagvlak aanwezig is voor de openstelling van het binnen
terrein, menen wij dat voorshands dient te worden afgezien van de rea
lisering daarvan. Wij achten de bezwaren op dit onderdeel dan ook ge
grond
Wij hebben hiervoor uiteengezet waarom het op dit moment niet haalbaar
moet worden geacht om te komen tot het openbaar toegankelijk maken van
dit binnenterrein en dit gebied in te richten overeenkomstig de plannen
welke hiervoor in net verleden zijn opgesteld. Inzichten en tendenzen
kunnen zich in de toekomst evenwel wijzigen. Het verdient naar onze me
ning dan ook aanbeveling op de desbetreffende gronden een wijzigingsbe
voegdheid ex artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te leggen,
op grond waarvan ons college het bestemmingsplan zal kunnen wijzigen